NUMMER 5 | JAARGANG 22 | MEI 2025 PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND BOUWTOTAAL CO2-negatieve gevelsteen overtuigt architecten en aannemers Pag. 31 BEZOEK OOK DE WEBSITE WWW.BOUWTOTAAL.NL THEMA GEVEL TOPKWALITEIT ALUMINIUM DAK- EN GEVELPRODUCTEN ALTIJD OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE BOUWNIEUWS? SCAN DE QR-CODE EN MELD U AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!
PREFA SOLAR DAKPAN UW DAK WERKT VOOR U CONTACTGEGEVENS WWW.PREFA.NL
3 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL Gevel leasen We besteden in deze BouwTotaal uitgebreid aandacht aan gevels. Ik sprak Monique Fledderman, directeur Circulaire Geveleconomie, over de transitie die de gevelbranche wil maken naar een circulaire geveleconomie. Belangrijk is daarbij: wat eens een gevel was, wordt zo mogelijk weer een gevel. Traditionele gevelsystemen zijn niet ontworpen om eenvoudig demontabel en volledig recyclebaar te zijn. Dus daar ligt een uitdaging. Het begint al bij het circulair ontwerpen van gevels. Ook zijn er onvoldoende logistieke systemen voor het inzamelen, opslag en verwerken van materialen. Daar ligt dus eveneens een uitdaging. Verder is het belangrijk dat er businessmodellen komen en gefaciliteerd worden. Daar wordt het heel interessant. Denk aan een gevel met een certificaat voor de circulaire prestaties. Nog verder gaat de gevel met een full-service contract. De individuele gevelleverancier levert dan de gevel aan de klant inclusief onderhoud. Het onderhoudscontract is gebaseerd op de kwaliteitseisen van de gevel. Aan het einde van de gebruiksduur wordt een restwaarde gekoppeld aan de terugname van de gevel. Hierdoor worden verlenging van de levensduur, verbetering van de losmaakbaarheid en hoogwaardig hergebruik gestimuleerd. LEASEGEVEL Het meest ver gaat de ‘gevel-als-een-service’. De individuele gevelproducent blijft daarbij eigenaar van de gevel en levert de gevel als een dienst. De prestaties die de gebruiker mag verwachten, liggen vast in een overeenkomst. Optimaal ontwerp gericht op maximale prestaties en levensduur van de gevel en een maximale restwaarde van product(delen) en/of het materiaal worden hierdoor gestimuleerd. Feitelijk kun je dit ook met daken doen, of de hele gebouwschil. Dan kom je al in de buurt van huurwoningen, waarbij de woningcorporatie verantwoordelijk is voor de conditie van de woning. Alleen is dan de eigenaar niet de gebruiker. Ook is er sprake van collectieve, in plaats van individuele belangen. Juridisch liggen hier nog flinke uitdagingen, maar ik denk dat nieuwe businessmodellen in de bouw de circulariteit en duurzaamheid van bouwdelen in een versnelling kunnen brengen. Ing. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal INHOUD COLUMN ING. FRANK DE GROOT 17 36 05 Snel Gebouwd Column: Maakt AI ons lui? 06 Snel Gebouwd Grootste prefab woningbouwproject 07 Bouwvisie Hoe ministers elkaar in de weg zitten 08 Actueel Subsidie reductie ammoniakuitstoot 09 Actueel Den Haag Update en Bouwmonitor 12 Ondernemen Prefab maakt bouwen weer aantrekkelijk 14 Fiscaliteit & Subsidie Box 3, verhuurd vastgoed en tegenbewijsregeling 16 Actueel Projectvertraging door netcongestie THEMA GEVELS 17 Gevels Circulaire geveleconomie 19 Gevels Brandveiligheid gevels: blijf cool, bouw veilig 21 Gevels Brandtesten gevels worden grootschaliger 22 Gevels Zomercomfort in corporatiewoningen 25 Gevels Nieuws 27 Gevels Luchtdichting verhoogt tevens brandwerendheid 29 Gevels Prefab gevels onderdeel van procesdenken 31 Gevels CO2-negatieve gevelsteen EN VERDER 33 Bevestigingstechniek Een schroef is nooit uitontwikkeld 35 Bouwfouten Lekkage of niet? 36 Slim Ruimtegebruik Ultra smalle Keret House 39 Bouwhelden Strategisch omgevingsmanager Marten Admiraal 41 Bouwkosten HEA stalen kolom aanbrengen 43 Afbouw Praktijkoplossingen Schade aan gevelstucwerk 45 Afbouw Nieuws 46 Productnieuws Nieuws Minder zzp’ers zorgen voor meer bouwvertragingen Foto: Werk+Zorg. Een recordaantal ondernemers, meer dan 60.000, stopte in het eerste kwartaal van dit jaar. Dat blijkt uit cijfers van De Kamer van Koophandel (KvK). Vooral de bouwsector wordt zwaar getroffen: het aantal ondernemers dat stopte in de branche steeg met maar liefst 50 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Volgens experts is deze stijging nauw verbonden met de aangescherpte handhaving op schijnzelfstandigheid. Uit de Boels Rental Bouwindex*, dat onderzoek deed naar de uitdagingen van professionals in de bouwsector, blijkt dat de gevolgen van deze handhaving verder reiken dan alleen het aantal stoppers. Bijna de helft (47%) van de bouwprofessionals verwacht dat het afnemende aantal zzp’ers in de sector zal leiden tot meer bouwvertragingen. Daarnaast denkt 53 procent dat vaste contracten weer de norm zullen worden binnen de bouw, terwijl meer dan de helft (55%) vreest dat het arbeidstekort alleen maar groter zal worden als het aantal zzp’ers verder afneemt. De handhaving op schijnzelfstandigheid vormt daarmee een nieuwe uitdaging voor het realiseren van de ambitieuze bouwdoelstellingen. Rob Koevoets, Managing Director Benelux van Boels, benadrukt: “De handhaving op schijnzelfstandigheid werkt contraproductief voor bouwbedrijven die al worstelen met tekorten en vertragingen. Om de bouwdoelstellingen te kunnen verwezenlijken, moeten we de ondernemers in de bouw juist proberen te ontzorgen.” *Het onderzoek is uitgevoerd door Markteffect onder 402 Nederlanders werkzaam binnen de bouwsector.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 4 Innovatief prefab gevelvullend element zorgt voor meer rendement Gevelvullende elementen moeten aan hoge eisen voldoen als het gaat om onder meer duurzaamheid, sterkte en stijfheid, thermische isolatie, brandwerendheid en akoestische isolatie. Met het Rockzero® W gevelvullend bouwsysteem heeft ROCKWOOL Prefab Building Systems die combinatie van eisen opgelost met een element dat bijna 10% minder dik is dan een traditioneel HSB-element. Dat levert in een project een aanzienlijke winst op in gebruiksoppervlak. Het Rockzero® W gevelvullend bouwsysteem is een innovatieve oplossing om gevels in hoogbouw van zowel kantoor- als woningcomplexen efficiënt en duurzaam te realiseren. Met maximale maten tot 8,5 meter breed en 3,5 meter hoog en een grote ontwerpvrijheid zijn de mogelijkheden praktisch onbeperkt. Al die verschillende toepassingen kennen een opbouw die in basis altijd gelijk is. Uniek daarin is de doorgaande laag ROCKWOOL steenwol van hoge densiteit aan de buitenzijde van het element. “Deze doorgaande laag beperkt de koudebruggen van de houten stijlen in het element en zorgt tevens voor een hoge brandveiligheid”, vertelt Project Sales Engineer Nils Stolze van ROCKWOOL Prefab Building Systems. “Deze laag is het grote verschil met traditionele gevelvullende elementen in houtskeletbouw.” Deze opbouw leidt tot slankere elementen. “Voor de vereiste Rc-waarde van 4,7 is in houtskeletbouw veelal een kopmaat nodig van 235 mm, terwijl constructief 140 mm al volstaat. Wij combineren die 140 mm, met hard geperste ROCKWOOL steenwol, verlijmd op OSB, en enkel een gipsvezelbeplating aan de binnenzijde. Zo komen we op een totale dikte van 237,5 mm, tegenover 256,5 mm bij een traditionele opbouw. Dat is een besparing van 19 mm, bijna 10%. Voor Bij gestapelde bouw levert een slanker element extra vierkante meters op. ontwikkelaars is dat belangrijk want bij gestapelde bouw levert dit serieuze vierkante meters op. Zeker in grote steden zoals Amsterdam is elke vierkante meter goud waard.” HOUTPERCENTAGE Met deze opbouw voldoet het element aan de door het BBL vereiste Rc-waarde van 4,7, zelfs met een hoger houtpercentage. “Waar in traditionele houtskeletbouw een houtpercentage van maximaal 20% gebruikelijk is om te voldoen aan de Rc-waarde van 4,7, kunnen wij probleemloos opschalen tot 25 % en toch blijven voldoen aan de Rc-waarde van 4,7.” Die buitenlaag van hard geperst ROCKWOOL steenwol doet echter nog meer dan isoleren. "ROCKWOOL steenwol draagt sterk bij aan de brandwerendheid. Dankzij deze doorgaande isolatielaag met brandklasse A is het niet nodig om een cementgebonden plaat toe te passen in de spouw, zoals bij HSB vaak wel gebeurt om te voldoen aan brandklasse B. Rockzero W gevelvullend bouwsysteem is bij Peutz in Haps uitgebreid getest op brandwerendheid. Het systeem behaalde 83 minuten van buiten naar binnen en maar liefst 91 minuten van binnen naar buiten. En dat met slechts één gipsvezelplaat als binnenbeplating. Ontwerpers hoeven zich over brandwerendheid dus geen zorgen te maken. Rockzero W gevelvullend bouwsysteem voldoet in iedere situatie ruimschoots aan de eisen van het BBL.” GEVELBEKLEDING De gevelbekleding wordt bij het Rockzero W gevelvullend bouwsysteem in basis aangebracht op stalen regels. Die worden door de harde persing ROCKWOOL steenwol vastgeschroefd op de achterconstructie. Meestal zal dat op de achterliggende houten regels zijn, maar het kan onder voorwaarden ook op de OSB-beplating. Daardoor is de gevelbekleding niet strikt gebonden aan de regelafstand van 60 cm. Het systeem is berekend op gevelbekleding van maximaal 50 kg/m2. Dat betekent dat eigenlijk alle gebruikelijke materialen voor een geventileerde gevelconstructie toepasbaar zijn. ROCKWOOL Prefab Building Systems adviseert om de gevelvullende elementen zo compleet mogelijk in de fabriek te realiseren, inclusief kozijnen, beglazing en onderlinge aansluitingen. “Dan kunnen we het beste garantie op wind-, lucht- en waterdichtheid geven.” VAN NATURE CIRCULAIR “Rockzero® W gevelvullend bouwsysteem is ook vanuit oogpunt van duurzaamheid een goede keuze want basalt - het hoofdbestanddeel van ROCKWOOL steenwol - is van nature circulair. De aarde produceert jaarlijks namelijk 38.000 keer meer basalt dan we verbruiken. Daarnaast hebben we sinds 1992 een eigen recyclefabriek, waar steenwolresten uit eigen fabriek én van de bouwplaats worden hergebruikt voor de productie van nieuwe steenwolproducten. Ook elektrificeert ROCKWOOL het smeltproces. Door twee productielijnen om te zetten naar elektrische energie, kunnen we direct een enorme impact maken. Het smelten van basalt – de grondstof voor ROCKWOOL steenwol – is namelijk een energie-intensief proces. Door deze elektrificatie verwachten we de CO2-uitstoot van de fabriek met maar liefst 80 procent te verminderen.” Rockzero® W gevelvullend bouwsysteem is een doorontwikkeling op het Rockzero® bouwsysteem, dat ROCKWOOL in 2017 introduceerde voor woningbouw tot vier bouwlagen en bestaat uit een wand-, dak- en vloersysteem. Dit energie-efficiënte woningcasco is grotendeels opgebouwd uit ROCKWOOL steenwol en is bij uitstek geschikt voor seriematige grondgebonden nieuwbouw en optoppingen. De kern van het Rockzero® wandsysteem wordt gevormd door een kolom van harde persing ROCKWOOL steenwol. Voor gevelvullende elementen is zo’n dragende kolom niet nodig. Een constructie met hout is hiervoor een passend en efficiënt alternatief. Vandaar ook de toevoeging W dat staat voor 'wood' in de benaming Rockzero W gevelvullend bouwsysteem. Voorbeeld van een element in het Rockzero® W gevelvullend bouwsysteem. Nils Stolze: “Een doorgaande laag ROCKWOOL steenwol van hoge densiteit aan de buitenzijde van het element maakt het verschil.” 1. Gipsvezelplaat 2. Dampremmer 3. ROCKWOOL steenwol 4. Vurenhout 5. OSB3 + 6. ROCKWOOL steenwol 7. Ventilatieprofiel 8. Rockpanel gevelafwerking (of ander materiaal naar keuze)
5 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL COLUMN JOHAN OLTVOORT Je kunt de krant of een nieuwsbrief op het internet niet openen of het gaat over AI ( Artificial Intelligence). AI zou je oplossing zijn voor alle vragen die we hebben. Ik heb sessies over dit onderwerp meegemaakt en ben echt wel onder de indruk wat de mogelijkheden zijn. AI wordt door een aantal technische aspecten gevoed, zoals: algoritmen (rekenschema’s), wiskunde, krachtige computers met hoge geheugencapaciteit, wiskunde en veel menselijke data/logica. Vanuit heel veel data kan AI informatie genereren en deze als een goede tekst reproduceren. HI (Human Intelligence) werkt eigenlijk net zo. Ook wij mensen worden gevoed door data. Dingen die we ooit hebben meegemaakt, die we hebben gelezen, gehoord, gevoeld of gezien. We hebben een eigen geheugen dat zo ongeveer 100 TB groot is. De grootte daarvan wordt vaak onderschat. Wij, mensen, kunnen die ervaringen opslaan en weer herinneren wanneer dat nodig is. Wij kunnen onze rekenschema’s zelf bepalen door de volgorde der dingen te bepalen en de gegevens die we nodig hebben te selecteren. Zo bouwen we in de loop van de tijd onze eigen basis op van waaruit we kunnen acteren. AI OF HI? Er is een aandachtspunt voor HI. Het is belangrijk om ons eigen geheugen te blijven vullen met data. Het kan zijn dat er veel tijd vrijkomt door het gebruik van AI. Het is dan belangrijk dat we ons geheugen trainen met data die er toe doet. We zijn mens en we hebben elkaar nodig om ons zelf te trainen. Door de opkomst van de smartphone zien we al dat rechtstreeks verbaal communiceren lastig wordt. Voor oude knarren zoals ikzelf lukt dat nog wel. Onze kinderen hebben daar wel meer moeite mee. Ik hoop dat we naar de toekomst toe beide vormen van intelligentie kunnen combineren. Dat we architectonisch en constructief blijven zoeken naar creatieve en originele oplossingen. Voor productieprocessen en effectiever te werken zie ik een toekomst voor me waarbij we zeker een oplossing hebben voor steeds wederkerende activiteiten. Daarmee kunnen we met de beperkte hoeveelheid arbeidspotentieel toch de doelstellingen voor volume realiseren. Je zou het ontwerpen van een gebouw misschien wel kunnen laten doen door AI. Er is genoeg data bekend. Wat ik me dan wel afvraag is of het hele proces voldoening geeft? Juist die voldoening geeft de energie om de volgende keer het net iets anders of beter te doen. VOORBEELD Ik zou graag positief willen afsluiten met een voorbeeld. Ik zie grote kansen voor AI om circulariteit, het hergebruik van bestaande bouwmaterialen en met name prefab constructies te promoten. Er kan een data base van de bestaande gebouwen die op de nominatie staan geoogst te worden, gevuld worden. Door AI kan er gezocht worden naar dat ene passende en nu nog ontbrekende onderdeel. En voor de ontwerpers van nu, zorg er voor dat het oogsten eenvoudig kan! Johan Oltvoort Directeur Olbecon en Olcas Hij geeft maandelijks in BouwTotaal zijn visie op de rol van prefab in de bouw. Maakt AI ons lui? Kolomsparing gevuld met schoon zand. Prefab fundatie. Adviesrapport STOER: ‘Scherp MPG niet aan en stop lokale bouweisen’ Minister Keijzer ontving 24 april het eerste rapport van de adviesgroep STOER aan het kabinet uit handen van voorzitter Friso de Zeeuw (rechts). “Dit advies is belangrijk voor mij, maar nog meer voor iedereen die op zoek is naar een woning. Want daar is dit rapport voor bedoeld: hoe realiseren we sneller, meer betaalbare woningen voor woningzoekenden?”, reageert Minister Mona Keijzer. “Ik ben blij dat ik nu weet welke overbodige eisen, waar mogelijk, te schrappen. Er moet een einde komen aan lokale bouweisen bovenop de landelijke, zodat we dezelfde woning op elke plek in Nederland kunnen bouwen. We willen Nederland uit het verstikkende moeras van wildgroei aan regelgeving trekken.” SNELLER, MEER EN GOEDKOPER De adviesgroep spreekt in haar rapport van het ‘drama van de goede bedoelingen’. Veel regels zijn met de beste bedoelingen gemaakt, maar de stapeling ervan leidt tot lange procedures en hoge bouwkosten. Door anders naar deze regels en hun werking te kijken kunnen we kosten en tijd besparen. Door bijvoorbeeld bouwtechnische eisen te vereenvoudigen en regels voor geluidsbelasting en water aan te passen. Ook kan de behandeltijd van bezwaar- en beroepsprocedures korter. De grootste kostenbesparing zit in het stoppen van lokale eisen bovenop landelijke technische bouweisen en daarop te handhaven. Daarmee is industrieel bouwen eenvoudiger, want dan kan dezelfde woning overal in Nederland neergezet worden. Daarnaast wil de minister het advies volgen en de MPG voor woningen niet verder aanscherpen, maar de bouwsector voorbereiden op nieuwe Europese wetgeving, de whole-life cycle Global Warming Potential (GWP). Het aanpassen van technische bouweisen, zoals het verlagen van plafonds en deuren, levert een besparing van een paar duizend euro per woning op. Ook zijn er voorstellen om het optoppen of splitsen van gebouwen te vereenvoudigen en om de bezwaar- en beroepsprocedures aan te passen door onder meer de behandeltijd te verkorten. Overigens geeft de adviesgroep aan dat door nieuwe Europese verplichtingen de bouwkosten weer kunnen stijgen. KABINETSREACTIE EN VERVOLGRAPPORT Minister Keijzer stuurt voor de zomer van 2025 een inhoudelijke reactie op de eerste adviezen die primair gaan over Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Andere aanbevelingen (bijvoorbeeld over bodem, water en geluid, stikstof, netcongestie en grondbeleid) worden samen met de betrokken ministeries en medeoverheden opgepakt. De adviesgroep neemt voor een aantal onderwerpen langer de tijd om te adviseren. Daarom wordt voor de zomer van 2025 een vervolgrapport aan minister Keijzer aangeboden. De besluitvorming en verdere uitwerking van beide rapporten zal onderwerp zijn van gesprek in het kabinet, waarna de officiële kabinetsreactie op beide adviesrapporten volgt. Het advies STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) bevat zestig voorstellen om woningbouw te versnellen. Het niet verder aanscherpen van de milieuprestatie-eis gebouwen (MPG) voor woningen is een advies dat minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) wil overnemen. Ook wil ze technische bouweisen, zoals de hoogte van plafonds en de helling van een trap, aanpassen.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 6 SNEL GEBOUWD Grootste prefab woningbouwproject van Nederland Snel gebouwd De kracht van prefab BEELD: PAUL DE RUITER ARCHITECTS In december 2024 is gestart met het project Waldorp Four. Dit is één van de eerste grootschalige woningbouwprojecten die een belangrijke rol vervult in de verdere ontwikkeling van het Central Innovation District: het economische hart van Den Haag dat het gebied tussen en rondom treinstations Den Haag Centraal, Hollands Spoor en Laan van NOI beslaat. Waldorp Four wordt modulair gebouwd met Team Modulair, waar naast Heddes ook Schouten Techniek en Ursem Modulaire Bouwsystemen onderdeel van uitmaken. Deze bouwmethode versnelt de bouwtijd, beperkt overlast en minimaliseert bouwafval. De betonnen modules worden gemaakt in de fabriek van Ursem Modulaire Bouwsystemen in Wognum. De realisatie van de plint zal in een partnership met zusterbedrijf Ballast Nedam West worden uitgevoerd. ONTWERP Het ontwerp van Waldorp Four is van Paul de de noodzakelijke fundering en commerciële plint traditioneel gerealiseerd. Vanaf deze laag nemen Heddes en Ursem het over. De prefab betonnen kern, die wordt geproduceerd door Heddes, vormt de stabiele ruggengraat van elke toren. Hierin zijn het trappenhuis, de lift en de technische voorzieningen opgenomen. Dankzij dit systeem kan Team Modulair met hun IDB-modules (interne draagconstructie beton) woontorens tot 70 meter hoog bouwen, gelijk aan twintig prefab lagen. Eind 2025 start Ursem met de productie van de woningen die in grootte variëren van één tot vier modules. Op dit moment is er een productiecapaciteit van zes modules per dag. Het bedrijf verwacht dit uit te bouwen naar acht modules per etmaal. Met 222 productiedagen per jaar zal de fabriek van Ursem meer dan een jaar lang op volle toeren draaien voor de productie van de ruim 1.700 modules ten behoeve van de vier woontorens van Waldorp. In het voorjaar van 2025 start men op de bouwplaats met de realisatie van de plint en de eerste twee woonlagen. Begin 2026 start Heddes met het plaatsen van de eerste modules. Tegenover waar nu nog de bekende Megastores in Den Haag zijn gevestigd, realiseert Heddes Bouw & Ontwikkeling project Waldorp Four. Dit enorme woningbouwproject bestaat uit vier woontorens die op een lang gestrekte onderbouw van 300 meter staan. Deze onderbouw beslaat een groot stuk van de Waldorpstraat. Met 1.171 woningen wordt dit het grootste – en met 70 meter tevens het hoogste - modulaire gebouw van Nederland! Ruiter Architects. De langgerekte onderbouw heeft volglazen puien en begroeide houten latten. Dit geeft een vriendelijke, duurzame uitstraling. Naast een fietsenstalling en parkeergarage voor de bewoners, biedt deze plint ook commerciële ruimte waarvan de helft is gereserveerd voor horecagelegenheden. De drie hoogste torens van 70 meter hebben 23 woonlagen. De vierde, lagere toren aan de Calandstraat heeft veertien woonlagen. Tussen de vier torens zijn drie lagere tussenblokken van vijf bouwlagen met woningen ontworpen. Zo ontstaat er een aantrekkelijke mix van wonen, winkels, restaurantjes, lunchrooms en creatieve ruimtes. De woningen die worden gerealiseerd voldoen aan strenge duurzaamheidseisen. Zo zullen er 560 worden gecertificeerd met de BREAAM-NL In-Use certificering en een A+++ energielabel. Voor transparantie en optimaal gebruik van natuurlijk daglicht bestaat de voor- en achtergevel van de torens uit verdiepingshoog glas. Om aan de BENG-eisen en geluidsnormen te voldoen voldoet het glas aan de hoogste eisen op het gebied van isolatie. De zijkanten van de torens zijn meer gesloten en zijn voorzien van verticale lamellen. Op de daken van de lagere tussenblokken zijn spectaculaire daktuinen door landschapsarchitecten ZUS ontworpen. De gevels van de laagbouw zijn begroeid. Het vele groen van de daktuinen, de gevels en het mossedum op de hoger gelegen daken zorgen niet alleen voor een aangenaam buitenleven voor de bewoners, maar dragen ook bij aan de biodiversiteit in de stad. KEUZE VOOR PREFAB Het bouwkavel is een langgerekte strook, ingeklemd tussen de Waldorpstraat en het druk bereden spoor van station Holland Spoor. Op deze locatie is er nauwelijks ruimte voor een bouwterrein, en bovendien is hijsen over het spoor niet toegestaan. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is ervoor gekozen om Waldorp Four te realiseren met prefab units. Deze units worden volledig in de fabriek geproduceerd, inclusief gevel en afwerking, en just-in-time op de bouwplaats aangeleverd en ingehesen. Dit maakt het project het grootste en hoogste prefab-unitbouwproject van Nederland. Volgens Richard Ooms, hoofd bedrijfsbureau bij Ursem, biedt modulaire bouw ongekende voordelen, zeker voor een binnenstedelijk project zoals Waldorp Four. Hij zegt op prefabbeurs.nl: “Het bijzondere aan dit project is dat we op een kleine, compacte bouwlocatie in een doorlooptijd van slechts drie jaar een enorm wooncomplex realiseren. De doorlooptijd is zeker twee jaar korter dan deze bij traditionele bouw zou zijn.” COMPLETE UNITS Ursem is vanuit Team Modulair nauw betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van de woningen. De modules worden in de eigen fabriek samengesteld. Zij krijgen een betonnen casco, prefab betonnen penanten, hsb-elementen en volledig afgewerkte badkamers, toiletten, keukens en techniekruimtes. Indien gewenst worden de woningen ook met vloerafwerking en plinten uitgerust. “Alles wordt tot in detail voorbereid in de fabriek, zodat er op locatie heel snel kan worden gebouwd. Daar is het een kwestie van de modules plaatsen, de techniek koppelen en de woningen brandwerend en isolerend afwerken.” De eerste twee bouwlagen worden vanwege
7 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL Het Ravijnjaar: die doemterm voor de financiële afgrond waar veel gemeenten op af lijken te stevenen, leek deze maand plotseling minder diep. De Voorjaarsnota bracht na heel lang onderhandelen, demonstreren en dreigen plots lucht:. Het kabinet stelt extra geld beschikbaar voor gemeenten. De budgettaire klap wordt verzacht. Geen ravijn meer, hier en daar nog maar een ondiep slootje. Maar waar de ene crisis lijkt te worden afgekocht, ontstaat op een ander front juist nieuw onheil. Want terwijl gemeenten even opgelucht ademhalen, dreigt voor woningcorporaties juist een nieuwe financiële klap. De aanleiding? Het plan van minister Keijzer (Volkshuisvesting) om de huren voor sociale woningen te bevriezen. Een maatregel die op het eerste gezicht sociaal oogt, maar in de praktijk funest uitpakt voor de bouw van betaalbare woningen. Woningcorporaties financieren nieuwbouw en verduurzaming grotendeels uit hun huurinkomsten. Door die inkomsten te bevriezen terwijl de kosten blijven stijgen – denk aan materiaalprijzen, lonen, en duurzaamheidseisen – raken de investeringsmogelijkheden direct in de knel. En dat in een tijd waarin het woningtekort nijpender is dan ooit. De branchevereniging van woningbouwcoöperaties Aedes noemt de maatregel ‘giftig voor het vertrouwen’ en ‘desastreus voor nieuwbouw’. Niet voor niets. Elke euro minder in kas betekent uitstel of afstel van projecten. Geen nieuwe woningen, geen renovaties, geen versnelling. En wie betaalt daar uiteindelijk de prijs voor? Juist: de mensen die wachten op een sociale huurwoning. GEBREK AAN SAMENHANG Wat deze situatie extra wrang maakt, is het gebrek aan samenhang in het beleid. Terwijl Judith Uitermark zich sterk maakt om gemeenten uit het ravijn te houden, zet minister Keijzer de schop in het fundament van de woningbouw. Beleid lijkt niet gebaseerd op een gezamenlijke visie, maar op losstaande impulsen. Het is een kabinet van schotten, niet van samenhang. En de grote afwezige in dit verhaal? De regie. Onze Minister President. In plaats van als centrale regisseur die het Kabinet knopen laat doorhakken en belangen afweegt, zijn we overgeleverd aan solerende ministers die elkaars beleid ondermijnen. De woningmarkt heeft geen behoefte aan losse maatregelen met korte termijngewin, maar aan consistentie, voorspelbaarheid en samenwerking. Alleen zo krijgen woningcorporaties en gemeenten het vertrouwen én de middelen om te bouwen aan de toekomst. En huizen bouwen. Het Ravijnjaar mag dan voor gemeenten voorlopig zijn afgekocht, voor woningbouw dreigt nu juist een nieuw ravijn – minder zichtbaar, maar niet minder diep. En dat terwijl we als land één opgave delen: zorgen voor voldoende, betaalbare en duurzame woningen voor iedereen. Als ministers elkaar zo blijven tegenwerken, bouwen we geen huizen. Dan bouwen we aan een crisis. En dat slootje waar we ons net uit waanden? Dat wordt alsnog een ravijn – van eigen makelij. Arap-John Tigchelaar, wethouder gemeente Ermelo Hoe ministers elkaar in de weg zitten op woningmarkt BOUWVISIE ARAP-JOHN TIGCHELAAR Nieuwe waterstofketel bij proef-locatie ‘Power-to-gas’ Intergas is nauw betrokken bij het Hybride demoproject en het netcongestieproject, DACS-HW in Dalen. Daarnaast onderzoekt Intergas via het waterstofproject Wagenborgen met 33 hybride warmtepompen op waterstof of dit duurzame gas op de lange termijn een rol zou kunnen spelen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. In dit kader heeft Intergas ook in het Rotterdamse Rozenburg een nieuwe waterstofketel geïnstalleerd bij de proeflocatie ‘Power-to-gas’ van Stedin. Nieuwe waterstofketel bij de proeflocatie ‘Power-to-gas’ in Rozenburg. Intergas heeft de proeftuin Power-to-gas van Stedin altijd met belangstelling gevolgd. Het project waarbij 100% waterstof op locatie wordt geproduceerd door een kleine elektrolyser, zorgt ervoor dat 25 woningen in Rozenburg deels duurzaam kunnen worden verwarmd. Netbeheerder Stedin en de andere betrokken partijen doen waardevolle kennis en ervaring op bij de proeflocatie. Zo wordt het bestaande gasnet gebruikt om waterstof mee te vervoeren en doet Stedin onderzoek naar het toevoegen van een herkenbare geur aan waterstof, net zoals we dat bij aardgas doen. NIEUWE KETEL Doordat het project langer loopt dan het oorspronkelijke plan was, kreeg Intergas de vraag eind 2024 een waterstofketel te leveren voor het lopende project. Daarom is besloten de zelf ontwikkelde waterstofketel genaamd ‘Xplore’ in Rozenburg te installeren. Lead Engineer waterstof, Gerrit Zijlstra, licht dit besluit toe: “Bij Intergas zijn wij ervan overtuigd dat echte kennis en ontwikkeling pas tot stand komt, als innovaties in een praktijkopstelling worden getest. Juist bij ketels, die vaak wel 20 jaar meegaan, is het belangrijk om voor een langere periode de praktijksituatie te testen.” De ketel draagt bij aan duurzame verwarming omdat deze bij de verbranding van waterstof geen CO2 uitstoot. Het innovatieve ontwerp brengt bovendien meer voordelen voor de natuur en luchtkwaliteit mee. Zijlstra: “We hebben ons tot doel gesteld om een waterstof cv-ketel te ontwikkelen die nog minder stikstof (NOx) uitstoot dan de aardgas cv-ketel. Dat is gelukt! Meting door een onafhankelijke partij bevestigt dat de uitstoot van stikstof dankzij de waterstofketel met meer dan 98% gedaald is.” MINDER AANDACHT VOOR WATERSTOF Net als netbeheerder Stedin verwacht Intergas dat waterstof de komende vijf jaar geen grootschalige rol zal spelen in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dit duurzame alternatief voor aardgas krijgt inmiddels aanzienlijk minder aandacht dan enkele jaren geleden. “Een paar jaar geleden werd waterstof gezien als het ‘Duizend-dingen-doekje’ van de energietransitie. Nu de aandacht afneemt, kunnen wij ons weer focussen op het vergaren en delen van kennis,” zegt Zijlstra. “Daardoor zijn wij klaar voor de waterstoftransitie, mocht die zich straks toch aandienen. Ook in de gebouwde omgeving.”
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 8 Subsidie voor verdere reductie ammoniakuitstoot ROCKWOOL zet opnieuw een belangrijke stap in het verkleinen van de ecologische voetafdruk van haar fabriek in Roermond. Het bedrijf bereidt een investering voor om een natte gaswasser te installeren. Dit is een technische installatie die water gebruikt om ammoniak uit de rookgassen te verwijderen. Hiermee kan mogelijk een significante reductie van de ammoniakuitstoot tot wel 80.000 kg per jaar bereikt worden. De maatregel sluit aan bij eerdere inspanningen voor bovenwettelijke reducties van ammoniakemissies. zoals procesoptimalisaties, aanpassingen en de introductie van een verbeterde bindertechnologie. In het kader van de regeling Beperking ammoniakuitstoot bij industriële piekbelasters (BAIP) is aan ROCKWOOL een subsidie toegekend door het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Met deze subsidie wordt deze investering ook economisch haalbaar. De plaatsing van de gaswasser is gepland voor 2027 en valt samen met de overgang naar elektrische smelttechnologie op de betreffende productielijn. Het elektrificeren van het smeltproces past in de ambitie van dit bedrijf om de science-based CO2-reductiedoelen voor 2034 te behalen en in 2050 netto nul uitstoot te realiseren. De elektrificatie van de fabriek zal de CO2-uitstoot op de betreffende productielijnen met 80% verlagen en meer dan de helft van de totale fabrieksemissies terugdringen. GROTE STAP “Dit is weer een grote stap om ons productieproces verder te verduurzamen”, aldus Jos Dumoulin, Technical Director bij ROCKWOOL. “We ondersteunen onze klanten met duurzame producten en versterken tegelijkertijd onze positie als een op duurzaamheid gerichte onderneming door onze eigen ecologische voetafdruk te verminderen.” Naast de gaswasser werkt het bedrijf verder aan aanvullende technologieën, waaronder de al eerder aangekondigde verbeterde bindertechnologie voor overige producten. Hiermee streeft het bedrijf naar een totale ammoniakreductie van circa 75% in de komende jaren. Uitrol van CO2-arm cement wordt versnel Ecocem, Europees marktleider en koploper in CO2-arme cementtechnologie, heeft op 2 april de ondertekening bekend gemaakt van het eerder aangekondigde partnerschap met TITAN Group. delen (SCM’s). Dit vermindert de CO2-voetafdruk van het nieuwe cement met wel 70%, zonder concessies te doen aan prestaties en verwerkbaarheid. De technologische samenwerking met Ecocem markeert een belangrijke stap voor TITAN op weg naar netto-nul emissies en sluit aan bij de strategische ambitie om het portfolio innovatieve en duurzame producten uit te breiden. Het nieuwe cement is kostenefficiënt, direct toepasbaar én voldoet aan alle prestatienormen. TECHNOLOGIEDEAL Ook voor Ecocem is deze deal een belangrijke primeur. Deze overeenkomst voor gezamenlijke ontwikkeling en technologieoverdracht is de eerste die Ecocem tekent met een grote internationale cementproducent. Het is ook de eerste commerciële toepassing van ACT-technologie waarbij gewerkt wordt met een breed scala aan SCM’s, niet alleen hoogovenslak. Deze ontwikkeling belooft een aanzienlijk positief effect op de CO2-voetafdruk van de bouwsector. Cement is naar schatting verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de ‘embodied carbon’ in nieuwbouwprojecten en bijna 8% van de totale CO2-uitstoot ter wereld. Volgens Donal O’Riain, oprichter en Group Managing Director van Ecocem, toont de ondertekening van deze overeenkomst met een partner van de omvang en het kaliber van TITAN Group, het vertrouwen dat de markt heeft in de ACT-technologie. “Het bewijst de waarde van onze voortdurende focus op onderzoek en innovatie en etaleert ons vermogen om baanbrekende nieuwe concepten voor CO2-arm cement van het laboratorium naar de bouwplaats te brengen. ACT-technologie vermindert emissies door cement veel efficiënter te gebruiken, zonder dat daar een aanzienlijke ‘groene premie’ tegenover hoeft te staan. Deze samenwerking met TITAN versnelt de inzet van diverse SCM’s wereldwijd en daarmee biedt ACT een realistisch pad naar snelle, betaalbare decarbonisatie.” Dit is een toonaangevende internationale producent van bouw- en infrastructuurmaterialen. In nauwe samenwerking worden nieuwe innovatieve CO2-arme cementen ontwikkeld en geleverd. TITAN en Ecocem richten zich in eerste instantie op de Griekse markt en zullen gezamenlijk een op maat gemaakte versie van ACT, Ecocem’s schaalbare CO2-arme cementtechnologie, ontwikkelen en implementeren. In het nieuw te ontwikkelen cement zal het merendeel van de klinker worden vervangen door lokaal beschikbare alternatieve bindmidn Voldoende valbeveiliging voor mensen en materieel (leuningen en kantplanken) n Juiste plaatsing van stabilisatoren n Aanwezigheid van remmen op de rolsteiger n Geschikte ondergrond voor de rolsteiger n Beveiliging tegen aanrijdingen (met afzetting of lint) n Plaatsing van de rolsteiger ten opzichte van de gevel Naast het juist opzetten en plaatsen van de rolsteiger leert u in onze rolsteigertraining ook de regels van de gebouwde rolsteiger. Kijk op bouwradius.nl of bel voor meer informatie079 368 58 00 Zijn de volgende punten bij uw rolsteiger op orde? n Voldoende valbeveiliging voor mensen en materieel (leuningen en kantplanken) n Juiste plaatsing van stabilisatoren n Aanwezigheid van remmen op de rolsteiger n Geschikte ondergrond voor de rolsteiger n Beveiliging tegen aanrijdingen (met afzetting of lint) n Plaatsing van de rolsteiger ten opzichte van de gevel Naast het juist opzetten en plaatsen van de rolsteiger leert u in onze rolsteigertraining ook de regels van de gebouwde rolsteiger. of bel vo Zijn de volgende punten bij uw materieel r ing of lint) n de gevel lsteiger leert u in ebouwde rolsteiger. Kijk op bouwradius.nl of bel voor meer informatie079 368 58 00 n bij uw rolsteiger op orde? n Voldoende valbeveiliging voor mensen en materieel (leuningen en kantplanken) n Juiste plaatsing van stabilisatoren n Aanwezigheid van remmen op de rolsteiger n Geschikte ondergrond voor de rolsteiger n Beveiliging tegen aanrijdingen (met afzetting of lint) n Plaatsing van de rolsteiger ten opzichte van de gevel Naast het juist opzetten en plaatsen van de rolsteiger leert u in onze rolsteigertraining ook de regels van de gebouwde rolsteiger. Kijk op bouwradius.nl of bel voor meer informatie079 368 58 00 Zijn de volgende punten bij uw rolsteiger op orde? n Voldoende valbeveiliging voor mensen en materieel (leuningen en kantplanken) n Juiste plaatsing van stabilisatoren n Aanwezigheid van remmen op de rolsteiger n Geschikte ondergrond voor de rolsteiger n Beveiliging tegen aanrijdingen (met afzetting of lint) n Plaatsing van de rolsteiger ten opzichte van de gevel Naast het juist opzetten en plaatsen van de rolsteiger leert u in onze rolsteigertraining ook de regels van de gebouwde rolsteiger. Kijk op bouwradius.nl of bel voor meer informatie079 368 58 00 Zijn de volgende punten bij uw rolsteiger op orde? advertentie
9 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL Den Haag update Nieuws vanaf het Binnenhof WIJZIGING REGELS KWALITEITSBORGING VOOR BOUWEN De ministerraad heeft op voorstel van minister Mona Keijzer van VRO ingestemd met een wijzigingsvoorstel van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het voorstel past de regels voor kwaliteitsborging voor het bouwen aan. Daarin wordt geregeld dat gemeenten de bevoegdheid krijgen om bij nieuwe gebouwen, die op kleine punten afwijken van de technische bouwregels, het gebruik toch toe te staan. Dit kan alleen als de kosten van eventueel herstel van die kleine afwijkingen redelijkerwijs niet in verhouding staan tot de baten daarvan. Onderdeel van de regels voor kwaliteitsborging onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is dat een onafhankelijke kwaliteitsborger meekijkt met het ontwerp en de uitvoering van de bouw. Zodra blijkt dat de bouw van een bouwwerk dat onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) valt, volgens de regels is verlopen, verstrekt de kwaliteitsborger een verklaring dat het aannemelijk is dat de bouw aan de regels voldoet. Met deze verklaring meldt de opdrachtgever bij de gemeente dat de bouw is afgerond. Het kan voorkomen dat een verklaring niet kan worden afgegeven omdat er een kleine strijdigheid is met de regels. Om dan toch het bouwwerk te kunnen gebruiken, zijn de regels aangepast. Het wordt mogelijk voor gemeenten om via een maatwerkvoorschrift toe te staan dat ook zonder die verklaring een woning kan worden gereed gemeld. De wijziging is mede op verzoek van de Eerste Kamer en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgesteld. BELANG VAN DE (TOEKOMSTIGE) EIGENAAR Door het maatwerkvoorschrift van de gemeente krijgt een eigenaar de zekerheid dat het bouwwerk in gebruik mag worden genomen. Dat maatwerkvoorschrift is echter geen vrijwaring van aansprakelijkheid van de aannemer. De opdrachtgever kan alsnog kosten verhalen op de aannemer die de strijdigheid heeft veroorzaakt. Het maatwerkvoorschrift wordt geregistreerd bij het Kadaster, zodat ook toekomstige eigenaren of gebruikers kunnen nagaan op welke punten het bouwwerk niet voldeed aan de regels bij oplevering. Het wijzigingsbesluit bevat daarnaast verschillende redactionele aanpassingen en verbeteringen. NOG WEINIG BOUWBEDRIJVEN MET CONCRETE KLIMAATDOELEN Om de CO2-uitstoot binnen bouwbedrijven te reduceren, moet eerst in kaart worden gebracht hoe groot deze is en waar de meeste uitstoot zit. Op basis daarvan kunnen bedrijven klimaatdoelen opstellen. Uit een inventarisatie van ING Research onder 75 grote bouw(gerelateerde) en installatiebedrijven blijkt dat ongeveer een derde van de onderzochte bedrijven concreet klimaatdoelen heeft gepubliceerd. De klimaatdoelen geven aan per wanneer de bedrijven voor scope 1 (directe uitstoot) en scope 2 (uitstoot door elektriciteit opwekking) een emissieloze bedrijfsvoering willen voeren. Dit betekent dat een meerderheid van de bouwers nog geen concrete doelen heeft geformuleerd. Vooral de kleinere bedrijven hebben dit nog niet. Van de door ons onderzochte bouwers met minder dan € 150 miljoen omzet heeft slechts 11% een concrete doelstelling. Bij grotere bedrijven ligt dit aandeel wel duidelijk hoger. Van de topbedrijven met meer dan € 1 miljard omzet heeft 62% een concrete doelstelling voor wanneer zij CO2-neutraal willen zijn voor scope 1 en 2. INDIRECTE UITSTOOT (SCOPE 3) MEEST UITDAGENDE DOELSTELLING Van de 75 onderzochte bedrijven heeft 60% een reductiepad voor scope 1 gepubliceerd waarin ze aangeven met hoeveel ze hun broeikasgas uitstoot willen verlagen. Voor scope 2 is dit bijna de helft, en voor scope 3 (uitstoot bij toeleveranciers en afnemers) is dit maar 18%. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de uitstoot in scope 3 veel lastiger in kaart is te brengen en ook reductiedoelen veel moeilijker te behalen zijn. Je moet immers informatie uit je gehele toeleverketen verzamelen en met afnemers samen werken om deze doelstellingen te behalen. BOUWMONITOR B&U Overigens is het wel zo dat bijna alle bedrijven wel iets van vermindering over CO2-uitstoot hebben gepubliceerd, maar de doelstellingen zijn vaak niet altijd even concreet. Vaak worden er bijvoorbeeld specifieke doelen gesteld voor het wagenpark, maar ontbreekt een alomvattend plan. Maurice van Sante ING Research maurice.van.sante@ing.com Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal frank@handelsuitgaven.nl Ondergrond Valkenburg snel stabiel na instorting Wilhelminatoren De instorting van de Wilhelminatoren in Valkenburg op zondag 16 maart heeft vragen opgeroepen over de stabiliteit van de ondergrondse mergelgroeven. Uit metingen van Fugro blijkt dat de ondergrond onder de toren zich snel stabiliseerde na het incident. Ook in de weken voor de instorting namen experts geen ongebruikelijke bewegingen waar in de kalksteenlaag waarin de groeven zich bevinden. De oorzaak van de instorting lijkt dus niet gelegen te zijn in een instabiliteit in de groeven. Geavanceerde glasvezeltechnologie monitort de Valkenburgse mergelgroeven en detecteert minimale vervormingen in het gesteente. Op de twee meetpunten direct onder de toren was rond 05:30 uur ‘s ochtends op 16 maart een duidelijke beweging te zien. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) registreerde tegelijkertijd een seismisch signaal, wat de tijd van instorten van de toren bevestigt. Het incident blijkt niet tot schade in de groeven te hebben geleid. GEEN GEVAAR VOOR INFRASTRUCTUUR EN BEZOEKERS De veiligheid van gebouwen en infrastructuur boven de gangenstelsels loopt over het algemeen geen verhoogd gevaar. Hoewel in het verleden grootschalige instortingen van ondergrondse bouwsteenontginningen schade aan de bovengrondse infrastructuur hebben veroorzaakt, is dit bij plaatselijke instabiliteit van gangen slechts zelden het geval. Experts monitoren de bodembewegingen voortdurend, en recente gegevens tonen aan dat de situatie stabiel is, zonder verhoogd risico voor omliggende structuren. Ook de toeristische activiteiten in de mergelgroeven zelf kunnen veilig doorgaan. Het onderzoek naar de exacte oorzaak van de instorting van de Wilhelminatoren is nog in volle gang. De experts van Fugro blijven daarnaast ook de veiligheid in de groeven volgen. Mocht de stabiliteit van de mergelgroeven de komende tijd alsnog veranderen, dan zullen de meetsystemen dit snel signaleren en kan direct actie ondernomen worden.
LIJMEN SINDS 1901 STEENVERLIJMING ISOLATIE GIPSPLATEN & PLAATMATERIAAL DAN TRADITIONELE SYSTEMEN 30% SNELLER FIXIT LIJMSCHUIM Meer info Video Best practise
11 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL Project in beeld Gevel van dsm-firmenich verdient zichzelf terug Het nieuwe pand van dsm-firmenich op de Biotech Campus in Delft heeft een gevel die bestaat uit verticale stroken met een afwisseling van glas en PV-panelen. De gevelpanelen zijn speciaal op maat gemaakt en zijn een kleine meter breed en tot zelfs 3 meter hoog. De energieleverende gevel is uitgevoerd door Aldowa Green. Het nieuwe gebouw zal het hoofdkantoor en laboratoria van de afdeling Taste, Texture & Health van dsm-firmenich huisvesten. Het is gebouwd door De Vries en Verburg, dat Aldowa inschakelde voor de gevelbouw. “Wij hebben het hele pakket van de energieopwekkende gevel verzorgd”, vertelt projectmanager Martien Trouborst van Aldowa Green. “Dat betreft de PV-panelen en bekabeling tot en met de omvormer, maar ook het zetwerk voor dorpels, waterslagen en aansluitdetails bij ramen en dakranden en dergelijke en de geperforeerde panelen bij de borstwering tussen de ramen. Nadat de aannemer het skelet met houtskeletbouwgevels had neergezet, konden wij hem hiermee volledig ontzorgen. Het was bijvoorbeeld een huzarenstukje om al die strengen kabels netjes naar de omvormers te leiden. Daarbij moesten ze over de dakrand heen, onder het zetwerk van de dakrand door. Als Aldowa hebben we dat allemaal in één hand waardoor we dat maximaal op elkaar kunnen afstemmen.” ONTWORPEN OP MAXIMALE OPBRENGST Aldowa realiseert vaker gevels met geïntegreerde PV-panelen, maar het gebouw van dsm-firmenich is bijzonder doordat het echt ontworpen is op een maximale opbrengst. In totaal betreft het een BIPV-systeem met meer dan 1050 panelen, een oppervlakte van 1830 m2 en een vermogen van 350kWp. “De PV-panelen zijn op alle vier de gevels aangebracht. Natuurlijk verschilt het rendement per gevel. Daar moet je bij de aansluiting op de omvormers ook rekening mee houden. Maar PV-panelen zijn steeds beter en efficiënter geworden, ook als er geen rechtstreeks zonlicht op valt. Om het maximale aantal PV-panelen te behalen ontbreekt zelfs een logo op de gevel. Daarvoor zou je anders dummies in de gevel moeten gebruiken in plaats van PV-panelen.” Aldowa werkt voor deze Building Integrated PV systemen samen De gevel is opgedeeld in verticale stroken met een afwisseling van glas en PV-panelen met Saint Gobain. De PV-panelen worden daarbij allemaal op maat gemaakt. “Met het architectenbureau cepezed hebben we daarin eerst een optimalisatieslag gemaakt. Je hebt met de grootte van zonnecellen te maken, die ook nog een bepaalde onderlinge afstand moeten hebben. Dan kan het uitmaken of je een paneelbreedte kiest van 95 of van 100 cm. Dat kan een rij zonnecellen schelen. Soms gaat het dan maar om een centimeter aanpassing in raambreedte.” MEERDERE MATEN De PV-panelen zijn 791 mm breed geworden en zijn standaard een halve verdieping hoog. “De begane grond is als plint uitgevoerd met een vliesgevel. De PV-panelen beginnen aan de onderzijde van de eerste verdiepingsvloer. Met twee panelen per verdieping zijn ze ruim 2 meter hoog. Aan de bovenzijde zijn ze doorgezet in de dakrand. Daar zijn de panelen zelfs 3 meter hoog. Ook de gevels van de dakopbouw zijn voorzien van deze panelen, maar hebben daar weer een andere maatvoering, met een breedte van 890 mm. Vanwege gewicht zijn alle panelen met de kraan gemonteerd.” “De panelen zijn aangebracht met open naden ertussen. Het is in die zin dus een standaard geventileerde gevelconstructies. Er worden vanuit de PV-fabrikant ook geen extra hoge eisen gesteld aan de ventilatie. Wel heb je te maken met brandveiligheidseisen. Daar is de houtskeletbouw-gevel op geëngineerd door toevoeging van een brandwerende beplating. Ook hebben we in het voortraject de benodigde bevestigingspunten met elkaar geëngineerd zodat op de juiste plekken achterhout aanwezig is in de constructie. Gekozen is voor randloze glas/glas panelen in matzwart. Door het glaspaneel aan de buitenzijde extra te bewerken, heeft de gevel een extra matte zwarte uitstraling gekregen. “Met het aluminium zetwerk moesten we daar zo dicht mogelijk in de buurt komen, al wordt het met twee verschillende materialen nooit helemaal hetzelfde.” Die kleur was de keuze van de architect. “De panelen hoeven niet per se zwart te zijn. Er zijn allerlei kleuren mogelijk. Zwart is wel de kleur met het hoogste rendement, maar er zijn inmiddels ook technieken om het rendement van andere kleuren te verbeteren.” BELANGSTELLING GROEIT “We zien dat de belangstelling voor dit soort energieleverende gevels groeit”, zegt Trouborst. “De regelgeving draagt daaraan bij, maar het is ook wel heel mooi als je een gevel hebt die geld oplevert en zichzelf terugverdient in plaats van geld kost. Toch zijn er opdrachtgevers die hier vanwege de voorinvestering uiteindelijk nog weer van afzien en andere oplossingen kiezen om te voldoen aan de vereiste energieprestatie. Maar op lange termijn zijn dit soort gevels volgens ons de juiste keuze. BIPV-systemen voor de gevel zijn ook aan het groeien naar volwassenheid, al zijn er nog zeker ontwikkelingen mogelijk. Het is ook wel wat meer dan een paar PV-panelen aan de gevel hangen. Je moet aan allerlei eisen voldoen, waaronder Scope 12, anders gaat het je niet eens lukken om zo’n pand te verzekeren. Er is wel kennis en kunde voor nodig om het goed aan te brengen.” Het gebouw van dsm-firmenich is overigens niet alleen ontwikkeld met een sterke focus op energie-efficiëntie maar voldoet ook aan de hoogste duurzaamheidsstandaard, namelijk BREEAM Outstanding. Het welzijn van de medewerkers en hun gezondheid staan centraal, wat wordt bevestigd door de toekenning van het Well Platinum-certificaat. Aldowa verzorgde zowel de PV-panelen in de gevel als de aluminium panelen van de borstwering en al het bijbehorende zetwerk. Ook de gevel van de dakopbouw is voorzien van het maximale aantal PV-panelen.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 12 Prefab maakt bouwen weer aantrekkelijk Kosterman Bouw uit Cothen geloofd in prefab. Bij nieuwbouw en verbouw werkt dit familiebedrijf bij voorkeur met houten prefab elementen. Oprichter Karel Kosterman zag na de start in 1995 al direct de voordelen van prefabricage. Nu zijn zoon Daan Kosterman in het bedrijf is gestapt wordt de ontwikkeling van prefabricage verder uitgebouwd, vooral aan de procesmatige kant. Daarnaast is er veel aandacht voor duurzaam bouwen. TEKST: ING. FRANK DE GROOT BEELD: TOM SOTTHEWES In de werkplaats wordt er hard gewerkt aan een houten vakantiewoning van 80 m2 die in het zuiden van het land wordt geplaatst. Een ontwerp van architect Shai van Vlijmen van NarrativA architecten uit Houten (hoe toepasselijk), gespecialiseerd in ecologisch biobased bouwen. Daan (33) laat ons een tekening zien, waarbij hij opmerkt dat de begane grondvloer van de woning op poeren wordt geplaatst, zodat deze boven maaiveld ‘zweeft’. De ruimte tussen begane grondvloer en maaiveld wordt opgevuld met Isoschelp voor vochtregulatie. Rondom de woning wordt ruimte tussen de poeren opgevuld met schanskorven, gevuld met stenen. “Voordeel hiervan is dat de houten begane grondvloer beschermd wordt tegen vocht. Tussen de stenen van de schanskorven circuleert lucht die een drogend effect heeft.” Een fraai voorbeeld van de innovatieve denkwijze van de architect. Daan: “Dat sluit aan bij onze werkwijze: duurzaam bouwen. Als kind was ik al geïntrigeerd door de natuur. Bij de modulaire bouwer Daiwa House Modulair Europe, voorheen Jan Snel, heb ik me jarenlang verdiept in modulair, duurzaam en circulair bouwen. Dat komt me nu van pas.” HOE HET BEGON Kosterman Bouw is voornamelijk werkzaam in de regio Utrecht en is in 1995 opgericht door Karel Kosterman (65). Hij is groot geworden met een hamer in zijn hand als zoon van een aannemer. Hij begon als 17-jarige als timmerman bij een regionale timmerfabriek. Na dertien jaar maakte hij de overstap naar bouwmaterialengroothandel Stiho, waar hij vijf jaar vertegenwoordiger was. “Maar dat paste niet echt bij mij. Daarom ben ik in 1995 voor mezelf begonnen, om het werk te kunnen doen dat ik leuk vind. Ik koos voor prefabricage, omdat je dan binnen kunt werken en geen last hebt van weersomstandigheden. Ook is binnen werken beter voor je gezondheid, omdat je niet dagelijks over een hobbelig terrein loopt en zwaar moet tillen. In de werkplaats heb je alles bij de hand en kun je een hoge kwaliteit halen.” De eerste tien jaar werd er gebouwd met betonnen prefab elementen die elders gemaakt werden, maar daarna stapte Karel over op hout dat hij zelf kon bewerken in Cothen: “Ik maakte veel prefab houten aanbouwen. Veel lichter en veel beter te bewerken. Er zit ook gevoel bij hout, het ruikt lekker en het is nog veel duurzamer ook. Helaas hield in het crisisjaar 2008 de consument ineens de hand op de knip en moest ik tien mensen ontslaan. Ik ben toen noodgedwongen alleen verder gegaan.” ZOON DAAN STAPT IN In 2022 besloot zijn zoon Daan bij zijn vader te gaan werken, met als doel het bedrijf op termijn over te nemen. “Ik kende het bedrijf van mijn vader natuurlijk al goed. In de vakanties en weekenden was ik hier al vaak te vinden. De ontwerpkant wilde ik niet op, want dan zit je veel achter een bureau. Ik kwam terecht bij Daiwa House Modular Europe. Dat is één van de grootste modulaire bouwers van Europa, met een focus op duurzaam en circulair bouwen. Daar begon ik als werkvoorbereider en daarna was ik kartrekker van de afdeling duurzaam en circulair bouwen. Ik hield me onder meer bezig met duurzame doelstellingen, maar ook praktische projecten, zoals afvalvermindering in de fabriek, biobased modulair ontwerpen en produceren, CO2-berekeningen, CO2-prestatieladder en het STIP keurmerk voor duurzaam hout.” In 2019 begon Daan aan de verbouwing van zijn woning. In anderhalf jaar tijd werd alles aangepakt: “Op een zondagavond was ik nog druk aan het klussen en kon niet stoppen. De volgende dag moest ik weer naar kantoor, maar merkte dat ik daar weinig zin in had. Op dat moment viel voor mij het kwartje: ik word veel gelukkiger van het creëren van dingen met mijn handen. Kort daarop dus besloten dat ik toch de aannemerij in wilde. Mijn vader wilde gaan afronden en dat was het perfecte moment om in te stappen. Na goed overleg zijn we de uitdaging aangegaan.” VISIE OP PREFAB Leidt het toetreden van Daan tot het bouwbedrijf nog tot veranderingen in de werkwijze? Karel zegt: “Daan is beter in de ICT, tekenprogramma’s en communicatie met klanten. Hij benadert het werk ook meer procesmatig.” Daan reageert: “Ik liep hier natuurlijk al veel in het verleden, dus je hebt wel ideeën, maar ik ben de eerste tijd vooral gaan meegelopen. Nu probeer ik in kleine stappen het proces te verbeteren. We werken nu sinds kort ook met TEKWOODS.3D BIM. Dit is gebruiksvriendelijke tekensoftware voor het 3D uitwerken van houtskeletbouw projecten in AutoCAD.” Volgens Karel is een belangrijke stap dat al het hout nu op maat gezaagd wordt door de houtleverancier: “Eerst stond ik hier zelf al het hout in te korten, maar in een timmerfabriek gaat dat met een CNC-machine veel sneller en goedkoper. Dus dat besteden we nu uit, waardoor het hout op maat wordt geleverd.” Volgens Daan leidt prefab bouwen zeker niet tot eenheidsworst: “Geen woning of aanbouw is hetzelfde. Kijk, prefab bouwen is het werken met oplossingen. Die oplossingen verschillen per project, waardoor je mand met oplossingen steeds voller wordt. Per project maak je gebruik van de juiste mix aan oplossingen. Hoe meer ervaring je dus opbouwt, hoe efficiënter je gaat werken.” BOUWWIJZE Hoe ziet de opbouw van de wandelementen eruit? Daan: “Het is een houtskeletbouwwand van SLS hout 38 x 140 mm of dikker. Hierop brengen we aan de buitenzijde in plaats van een dampopen folie een Agepan DWD Black aan. Dit is een ecologische MDF constructieplaat met lage diffusieweerstand voor buitenafwerking. De plaat is zwart, zodat je er ook een open gevelbekleding op kan aanbrengen. De zwarte achtergrond valt dan bijna niet op. Aan de binnenzijde komt een Elka ESB P5 beplating. Deze wordt met Pro clima tape luchtdicht afgeplakt, er wordt geen folie gebruikt. ESB lijkt op OSB, maar er wordt populierenhout gebruikt. Hierop komt een houtvezel installatieplaat. Hier kan de installateur leidingen in frezen voor elektra.” Daan en Karel Kosterman: “Tegenwoordig zien ouders hun kinderen liever achter de computer zitten. Maar er zijn veel jongeren die gouden handjes hebben. Bij prefabricage kun je beschut binnen werken en hoef je niet je gewrichten overmatig te belasten op een bouwplaats met ruw terrein en steigers en ladders. Daarnaast kun je in de werkplaats gebruikmaken van geavanceerde machines voor houtbewerking en je haalt een hoge eindkwaliteit. Mooi toch?” Daan Kosterman: “Ik word gelukkig van het creëren van dingen met mijn handen.” Omdraaien vloerelement.
www.bouwtotaal.nlRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=