BouwTotaal 4 - 2025

11 NUMMER 4 - APRIL 2025 THEMA HOUT specifieke CLT bouwconstructie producten. Om aan te tonen dat de lijm constant blijft (niet veroudert), voert de producent op CLT producten versnelde verouderingsproeven uit. Dit wordt beschreven in de interne kwaliteitscontrole van de producent. De belangrijkste invloeden waardoor lijm kan degraderen zijn vochtverschillen en UV. Het basismateriaal en de lijm zijn niet anders dan in gelamineerde constructies. Bij gelamineerde constructies zijn geen voorbeelden van andere vormen van degradatie bekend dan bij massief hout. BRANDGEDRAG Een belangrijk aspect bij toepassing van CLT en massieve houtbouw is natuurlijk het brandgedrag. Voor bouwwerken in gevolgklasse 2 en 3 moet de beoordeling op brandgedrag worden uitgevoerd door bevoegd gezag, met advisering van een brandveiligheidsdeskundige. In de beschouwing moet minimaal het volgende worden meegenomen: • veiligheid van het gebouw; • veiligheid van de brandcompartimenten; • veiligheid van de sub compartimenten; • veiligheid van de vlucht- en aanvalsroute; • veiligheid van de omgeving. Let daarbij op dat bij CLT bouwconstructies de vloeren en wanden een dubbele functie hebben: draagconstructie én scheidingsconstructie van (sub) brandcompartimenten. Voor CLT geldt brandklasse D. Raadpleeg voorlopig de conceptversie (prEN) voor de nieuwe Eurocode 5 (met Nationale Bijlage beschikbaar voor gebruik in de praktijk in 2027/2028) en de laatste state of the art documenten, onder andere ‘Fire safety in timber buildings, technical guideline for Europe’ en NTA 6125 ‘Brandveiligheid in massieve houtbouw’ (lag tot 15 april ter consultatie). Beschouw verder de invloed van brand niet alleen plaatselijk, maar eveneens voor de totale bouwconstructie. De inbrandsnelheid β is afhankelijk van het CLT element dat wordt toegepast en moet worden aangetoond. Na delaminatie (het afvallen van de onderste laag) volgt een verdubbeling van de inbrandsnelheid. In de ETA moeten verder brandspecificaties worden vermeld. Voor Bouwtoezicht is van belang dat in de betreffende ETA verwezen moet worden naar EAD 13005-00-0304 ‘Solid wood slab element for use as structural element in buildings’ (2015). Verder moeten de inbrandsnelheden worden gecontroleerd en de verbindingen moeten bestand zijn tegen brand. AFVALLENDE LAMELLEN Uitgangspunt is verder dat aangetoond moet worden of de kans bestaat dat de lamellen bij de lijmlagen eraf kunnen vallen of niet. In de huidige CLT producten worden veelal PU en MUF lijmen gebruikt. Daarvoor moet als uitgangspunt worden aangenomen dat de lamellen er af kunnen vallen. Indien met constante inbranding wordt gerekend, zal dat met proeven aangetoond moeten worden. VERBINDINGEN Bij CLT constructies zijn verbindingen veelal maatgevend. Tijdens de vergunningsfase moet een principe voorstel zijn gedaan voor het waarborgen van de stabiliteit, inclusief detaillering ervan. Verbindingen hebben invloed op de vervorming van de gehele bouwconstructie. Het schroeven van verbindingen wordt het meest toegepast. Bij voorkeur niet schroeven in de kopse lamellen, altijd in de langs lamellen. Controleer of de schroeven zijn gecertificeerd. Verschillende leveranciers leveren diverse types, diameters en lengtes, veelal zelf borend. Voorbeelden zijn Rothoblaas, Wurth en Hecofix. Schroeven met gedeeltelijk schroefdraad kunnen worden gebruikt voor het laten aansluiten van elementen op elkaar. Volledige schroefdraad kan worden gebruikt voor wisselende krachtrichtingen en sterkere verbindingen. Schroeven in CLT constructies met een impact- of momentboor moeten volgens richtlijnen van producent worden aangebracht. Bij grotere over te dragen krachten, zoals bij aansluiting van stabiliteitselementen, kunnen stalen verbinders worden toegepast. Dit kunnen speciale elementen zijn of standaard handelsproducten, zoals simpele trekankers of afschuifverbindingen, of zogenaamde ‘Spiders’. De leveranciers geven catalogi uit of rekenprogrammatuur waarmee de sterkte van de verbindingen kan worden bepaald. Aandachtpunt hierbij is dat gecontroleerd moet worden welke aannames in de berekeningen en catalogi worden gedaan voor wat betreft dichtheid van het basismateriaal, de randafstanden en onderlinge afstanden, et cetera. Tref tot slot voldoende maatregelen tijdens de uitvoering ter voorkoming van delaminatie van de elementen, onder andere door de elementen met folie af te plakken. Vermijd zo veel mogelijk natte weersomstandigheden en zorg voor voldoende ventilatie indien de elementen nat zijn. Let bij natte weersomstandigheden op gladheid van houten vloeren. Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van: Dick Bezemer, voorzitter van het Centraal Overleg Bouwconstructies (COBc) en teammanager bouwconstructies, bouwfysica, brandpreventie en funderingsloket bij Gemeente Rotterdam. Haico Smit, Adviseur Constructieve Veiligheid, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.  Op 1 maart 2024 is Mediavaert opgeleverd: het nieuwe hout-hybride hoofdkantoor van DPG Media Nederland in Amsterdam-Duivendrecht. Met een omvang van 44.700 m2 mag het gebouw zich tot één van de grootste hout-hybride kantoren van Europa rekenen. Foto: Ossip van Duivenbode.  CLT wand houten woongebouw Valkensteyn in Rotterdam. Foto: LinkWood.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=