BouwTotaal 11 - 2022

17 NUMMER 11 / NOVEMBER 2022 THEMA BOUWPLAATS EN LOGISTIEK en de beide veiligheidsplannen te integreren. Het hijsongeval Rijnstraat 8 in 2016 laat de noodzaak hiervan zien: als de steigerdelen bij de val binnen het hek waren gebleven en een bouwvakker hadden geraakt, dan hoorde het ongeval bij bouwplaatsveiligheid. Nu vielen de steigerdelen erbuiten en werd het dus omgevingsveiligheid… ROL VAN DE OPDRACHTGEVER Vanuit de aanbevelingen van de OVV, waar dit artikel mee begon, wordt ook aan opdrachtgevers een belangrijke aanbeveling meegegeven: breng relevante omgevingsfactoren in kaart en gebruik dit voor het formuleren van een realistische en veilig realiseerbare bouwopdracht. Dit vraagt om ook al in de ontwerpfase na te denken over veiligheid. Vanuit de ARBO-regels is dit een verplichting, vanuit de bouwregelgeving (helaas) echter niet. Calamiteiten in het verleden laten echter zien dat de aanbeveling van de OVV onmogelijk kan worden opgevolgd als niet ook de omgevingsveiligheid al in de ontwerpfase wordt meegenomen. De nieuwe regels inzake bouw- en sloopveiligheid zijn dan ook een goede stap in de richting. De volgende stap moet echter zijn het integreren van veiligheid op en om de bouwplaats. Vanuit de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) wordt het aspect dan ook breed opgepakt. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft al een grote stap gezet door alle aspecten van veiligheid in een integraal stappenplan voor opdrachtgevers te vatten. Het integraal kijken naar veiligheid door opdrachtgevers en bouwers zou een goede stap zijn. Zijn de toezichthouders V&G en Bbl al met elkaar in overleg? Informatie: • Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid. Ga naar https://bwtinfo.nl en klik op ‘dossiers’. • Risicomatrix bepalen veiligheidsplan. Ga naar https://bwtinfo.nl en klik op ‘dossiers’. • Infoblad Veiligheid en gezondheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden. Ga naar https:// bwtinfo.nl en vul in het zoekvak ‘Infoblad’ in. Scrol dan naar het juiste infoblad. • Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), ontwerpversie. Ga naar https://iplo.nl. Hier ziet u op de homepage al het Bbl staan. TAKEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR DIRECTE OMGEVING (VDO) Wat zijn de taken van de VDO. In de ontwerptekst van het Besluit bouwwerken leefomgeving, lezen we: Artikel 7.5a (risicomatrix) 1. Er is een risicomatrix met een duiding van de risico’s voor de veiligheid die zijn verbonden aan de beoogde bouw- of sloopwerkzaamheden. 2. Een veiligheidscoördinator directe omgeving als bedoeld in artikel 7.5b wordt aangesteld en een bouw- of sloopveiligheidsplan wordt opgesteld als de ingevulde risicomatrix daartoe noodzaakt. Artikel 7.5b (veiligheid en gezondheid directe omgeving: veiligheidscoördinator directe omgeving) Als op grond van artikel 7.5 of 7.5a een veiligheidscoördinator directe omgeving moet worden aangesteld, draagt degene die de bouw- of sloopwerkzaamheden verricht er zorg voor dat die coördinator: a. de maatregelen coördineert die bij de bouw- of sloopwerkzaamheden worden getroffen ter uitvoering van de artikelen 7.15 tot en met 7.19 (voorkoming van letsel, werkzaamheden die gevolgen hebben voor de grondwaterstand en die betrekking hebben op geluid-, trilling- en stofhinder), voor zover het maatregelen betreft om de veiligheid te waarborgen en de gezondheid te beschermen in de directe omgeving van het bouw- of sloopterrein; en b. erop toe ziet dat: 1. de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onder a, op doeltreffende wijze worden getroffen; 2. de werkzaamheden die gelijktijdig of achtereenvolgend plaatsvinden, goed op elkaar zijn afgestemd; 3. er voorlichting wordt gegeven aan degenen die de bouw- of sloopwerkzaamheden verrichten; 4. alleen bevoegde personen de directe omgeving waar de bouw- of sloopwerkzaamheden worden verricht, kunnen betreden; 5. de maatregelen die worden getroffen in de directe omgeving van het bouw- of sloopterrein worden aangepast als de bouw- of sloopwerkzaamheden daartoe aanleiding geven; en 6. passende maatregelen worden getroffen als niet, onjuist of in onvoldoende mate uitvoering wordt gegeven aan de onderdelen 1 tot en met 5.  Figuur 2. Bouwveiligheidszone met extra gebied voor afstuitende voorwerpen. | 10 | Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee 1 Veiligheid omgeving en omringende bebouwing Is het gebied dat wordt gebruikt om veilig te kunnen bouwen/slopen (de bouwveiligheidszone2) groter dan het eigen bouwterrein, wordt er hoger gebouwd/gesloopt dan direct aanpalende bouwwerken of wordt er gebouwd/gesloopt waardoor bouwwerken of bedrijven zoals chemie, data-centrum, spoor, tram, scholen risico lopen om te worden beïnvloed door de werkzaamheden? 2 De bouwveiligheidszone is het gedeelte van de aan het bouw- of sloopwerk grenzende gebied (zowel boven als onder de grond) waarin geen publiek aanwezig mag zijn, bepaald volgens paragraaf 6.2 van de Landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid (zie artikel 7.15, tweede lid, van het Bbl). 2 Veiligheid verbouw ingebruik blijvend pand Heeft de bouw/verbouw/sloop inclusief tijdelijke hulpconstructies en bouwplaatsinrichting invloed op de brandveiligheid, de vluchtroutes, en de opstelplaatsen voor hulpdiensten in en om het in gebruik blijvende pand? 3 Veiligheid buiten de bouwveiligheidszone Heeft de bouw/sloopsystematiek, het opstellen van hulpmiddelen in de bouwveiligheidszone en/of het gebruik van hijsmiddelen aan de rand van het bouwterrein invloed op de veiligheid buiten de bouwveiligheidszone? 4 Invloed op bereikbaarheid omgeving tijdens de realisatiefase Heeft het project invloed op loopstromen, doorstroming openbaar vervoer, hoofdverkeersroutes, parkeervoorzieningen, en/of is er sprake van complexe aan of afvoer van bouwmaterialen of is er gelijktijdigheid met andere projecten of evenementen waardoor de bereikbaarheid in het geding is? 5 Schade aan belendingen of natuur Bestaat er kans op schade aan belendingen of natuur in de nabijheid van het project door bijvoorbeeld trillingen, het onttrekken van grondwater en of zettingen? Als één of meer vragen met ja worden beantwoord, wordt de uitgebreide risicomatrix ingevuld. 2. Voorvragen risicomatrix Verantwoordelijke: Veiligheidscoördinator: Datum invullen matrix: Datum overleg met Bevoegd gezag: Onderwerp Indieningsvereiste bij meldingen sloop en bouw en vergunningen voor de bouwactiviteit op grond van de Omgevingswet1 1 deze matrix is niet van toepassing bij een sloopmelding waarbij er minder dan 10 m3 sloopafval is (zie artikel 7.11, eerste lid, onder f, van het Bbl).  Risicomatrix. stillegging van een project door het bevoegd gezag. RISICOMATRIX Om een beeld te krijgen van de met de bouw of sloop samenhangende risico’s is een initiatiefnemer verplicht om bij een aanvraag omgevingsvergunning om een technische bouwactiviteit, bij een bouwmelding in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) of bij een sloopmelding, een zogenoemde risicomatrix in te vullen en toe te zenden aan het bevoegd gezag. De risicomatrix is overigens niet verplicht in geval de sloopmelding slechts verplicht is in verband met asbest en er niet meer dan 10 m3 afval vrijkomt. De risicomatrix is onder meer te vinden in het ‘infoblad Veiligheid en gezondheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden’. Dit infoblad is te vinden via open.overheid.nl en bwtinfo. nl. Vul in het zoekvak in: ‘Infoblad Veiligheid en gezondheid bij bouw en sloopwerkzaamheden’. De risicomatrix op pagina 10 van het infoblad bevat een vijftal voorvragen over de locatie, de bouw- of sloopmethodiek en de eventuele hinder. Wordt bij één van deze vragen positief beantwoord (er is sprake van een mogelijk risico) dan moet de uitgebreide risicomatrix worden ingevuld. De initiatiefnemer moet hierin voor zes thema’s op een schaal van 1 tot 4 aangeven wat het risico van het bouwen of slopen is voor de omgeving van het bouwterrein, belendingen, personen, et cetera. Is de totale risicoscore hoger dan 12 dan volgt uit artikel 7.5a, tweede lid, van het Bbl dat een veiligheidscoördinator directe omgeving moet worden aangesteld en een bouw- of sloopveiligheidsplan moet worden ingediend. Net als onder Bouwbesluit 2012 kan het bevoegd gezag op grond van artikel 7.5 van het Bbl besluiten dat alsnog een bouw- of sloopveiligheidsplan moet worden opgesteld. Nieuw is dat – als een bouw- en sloopveiligheidsplan wordt voorgeschreven – ook een veiligheidscoördinator directe omgeving kan worden voorgeschreven. Blijkt bijvoorbeeld het gebruik van een voetpad langs een bouwplaats bij nader inzien toch risicovol dan kan daar door de gemeente bijvoorbeeld een afscherming worden voorgeschreven. In geval van een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit kan dit in de vorm van een vergunningvoorschrift. Is sprake van BVZ doorsnede BVZ + Gebouwhoogte Hoogte kaatsobject bouwlift lijn vallend voorwerp bouwactiviteit onder de Wkb (bouwmelding) of een sloopmelding (of is de vergunning al verleend) dan kunnen via een maatwerkvoorschrift aanvullende maatregelen worden voorgeschreven. WERKZAAMHEDEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR Het Besluit bouwwerken leefomgeving schrijft in artikel 7.5b voor wat de taken zijn van de veiligheidscoördinator. Die taken staan in de kadertekst op deze pagina’s. In essentie is bij de taken van de veiligheidscoördinator aansluiting gezocht bij de taken die een coördinator veiligheid en gezondheid heeft vanuit de ARBO-wetgeving. Een veiligheidscoördinator moet namelijk gedurende de bouw continu ervoor zorgen dat risico’s worden geïnventariseerd en maatregelen worden geëvalueerd. Het in de ARBO-regels gehanteerde instrument van de risico-inventarisatie en -evaluatie lijkt dan ook uitermate geschikt om ook hierbij toe te passen. Het lijkt hierbij ook niet meer dan logisch om de taken van de V&G-coördinator en de veiligheidscoördinator in één hand te houden

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=