BouwTotaal 7/8 - 2022

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 10 Vaste onkosten In deze ‘Snel verdiend’ aandacht voor onkostenvergoedingen. Er zijn veel verschillende kosten waar de werkgever een vergoeding voor kan geven. We zetten de belangrijkste op een rij en geven toelichting op de vaste onkostenvergoeding. We kijken eerst naar de belangrijkste onkostenvergoedingen: Auto van de zaak Parkeergelden, brug-, tol- en veergelden, kosten van autowassen, routebeschrijvingen, stratenboeken en dergelijke, lidmaatschap van de ANWB, autokosten tijdens vakanties en weekenden, et cetera. Overige kosten Zakenlunches en -diners, koffie, thee en andere consumpties onderweg, lunchkosten onderweg, de zakelijke telefoongesprekken, eventuele portokosten die de werknemer thuis maakt met een relatie tot de dienstbetrekking, kosten van vakliteratuur, kosten van kantoorbenodigdheden, eventueel ontvangsten van relaties en collega’s thuis, bezoeken van recepties en dergelijke bijeenkomsten, bezoeken van relaties en collega’s thuis, het bijwonen van evenementen georganiseerd door relaties, het aanbieden van drankjes, versnaperingen en dergelijke aan relaties buiten kantoor, relatiegeschenken, cadeaus en dergelijke aan collega’s bij jubileum, huwelijk, geboorte, kaartjes bij overlijden, et cetera. De werkgever kan ervoor kiezen om deze kosten op declaratiebasis te vergoeden. Dat is veel werk en daaromwordt er nog wel eens voor gekozen om voor dit soort uitgaven een vaste vergoeding te geven. Het is van belang dat deze vaste vergoeding goed wordt onderbouwd om te voorkomen dat er een (soms forse) naheffing van de Belastingdienst komt. Een andere mogelijkheid is de vaste onbelaste onkostenvergoeding deel te laten uitmaken van de Werkkostenregeling (Wkr). WAT IS DE WERKKOSTENREGELING? De Wkr heeft als basisregel dat de werkgever sinds 2022 tot een bedrag van 1,7% van de eerste € 400.000,- van de loonsom van alle medewerkers samen onbelast mag vergoeden of verstrekken. Dit wordt ook wel het ‘werkkostenforfait’ genoemd. Dit betekent dat de werkgever € 6.800,- onbelast beschikbaar kan stellen. Voor het bedrag boven € 400.000,- geldt een percentage van 1,18%. Bij vergoeding van de onkosten buiten het werkkostenforfait moet de werkgever een eindheffing van 80% afdragen. HOE WERKT EEN VASTE ONKOSTENVERGOEDING? Werken met een vaste onkostenvergoeding betekent nog niet dat de werkgever zomaar een willekeurige onkostenvergoeding met de werknemer kan afspreken. De werkgever moet zeer nauwkeurig zijn bij het inschatten van de gemaakte kosten. Anders loopt de werkgever het gevaar een forse naheffing van de Belastingdienst te ontvangen. Om dat te voorkomen is het van belang dat de werkgever een onkostenspecificatie opstelt en daarbij de volgende zaken meeneemt: • Maak duidelijke kostensoorten en geef aan welk deel van de vergoeding bij welke kostensoort hoort. • De vergoeding moet in verhouding staan tot de kosten die redelijkerwijs te verwachten zijn bij het uitoefenen van een bepaalde functie. • De werknemer mag de kosten die onderdeel zijn van de vaste onkostenvergoeding daarna niet nogmaals declareren. WELKE ONKOSTEN KOMEN VOOR VASTE VERGOEDING IN AANMERKING? Een werknemer kan veel verschillende onkosten maken voor zijn werk. De meest voorkomende onkosten die onderdeel uit maken van een vaste onkostenvergoeding, zijn: • Een vaste onkostenvergoeding om de reiskosten te compenseren, mits de werknemer aan drie voorwaarden voldoet: er is sprake van een vaste arbeidsplaats, de totale reisafstand (heen en terug) is niet meer dan 150 kilometer per dag en de werknemer reist een minimum van 128 dagen (40%) in een kalenderjaar. Zodra een werknemer het aantal dagen of kilometers overschrijdt, geldt een vaste kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer. Vrije dagen, ziekteverzuim en thuiswerken zijn opgenomen in de 40%-regel, hier hoeft u dus niet apart rekening mee te houden. • Studiekosten die ten goede komen aan de vakkennis of die nodig worden geacht voor de toekomst. De overige kosten die een werknemer maakt, zoals het verbouwen tot en het inrichten van een studeerruimte, zijn voor eigen rekening. • Vanaf 1 januari 2022 is er een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal € 2,- per dag. Het doel is om de extra kosten te compenseren die thuiswerkende werknemers hebben. Zoals voor gas, water en licht. Voor het inrichten van een thuiswerkplek mag een werkgever al een onbelaste vergoeding geven • Het inrichten van een thuiswerkplek.  Een auto van de zaak is aanleiding tot onkostenverg Aantal woningmarkttransacties daalt in 2022 verder met 17,5 procent De renteverhogingen die in juni 2022 door de Europese Centrale Bank zijn aangekondigd en de stijging van de rente op overheidsobligaties, vertalen zich in hogere hypotheekrentes. Dit resulteert volgens ABN AMRO waarschijnlijk in een groter dan verwachte daling van het aantal transacties op de huizenmarkt. Dat is aanleiding om haar woningmarktramingen bij te stellen. Met enige vertraging werkt dit ook door in de huizenprijzen. Dat blijkt uit de Woningmarktmonitor van ABN AMRO die op 6 juli 2022 is gepubliceerd. ABN AMRO verwacht dat het aantal transacties dit jaar met 17,5 procent daalt en volgend jaar met 2,5 procent, terwijl zij eerst uitging van een daling van 15 procent in 2022 en een stabilisatie in 2023. ABN AMRO verwacht dan ook dat de prijsstijging van woningen afzwakt. De gemiddelde stijging komt dit jaar uit op 15 procent en volgend jaar op 2,5 procent. Aanvankelijk ging de bank uit van stijgingen van respectievelijk 12,5 en 5 procent. De reden voor de hogere stijging dit jaar is dat de transacties tot dusverre het jaargemiddelde omhoog duwen. Volgend jaar is dat niet het geval, waardoor het jaargemiddelde naar verwachting lager uitkomt. Ook in de jaren die volgen, zal de prijsontwikkeling beperkt zijn. Door het verlies aan koopkracht als gevolg van de inflatie en hoge energielasten is er namelijk minder ruimte voor hypotheekuitgaven. HUIZENKOPERS KUNNEN MINDER LENEN Op basis van haar huidige prognoses verwacht ABN AMRO dat de hypotheekrente - zowel voor hypotheken met een korte als lange rentevaste periode - voorlopig blijft stijgen. Als gevolg hiervan kunnen huizenkopers minder geld lenen voor de aankoop van een nieuwe woning. Door de dalende koopkracht neemt de financiële ruimte van huishoudens om de hypotheeklasten te dragen daarnaast af. De leennormen vallen hierdoor in 2023 strenger uit dan in 2022 en worden verder aangescherpt als de energielasten hoog blijven. Per saldo staan de besteedbare inkomens onder druk en met de gestegen hypotheekrente leidt dit tot een slechtere betaalbaarheid van de woningmarkt, die toch al wordt aangetast door de sterk gestegen huizenprijzen. STARTERS MEESTE LAST VAN HOGERE RENTE Hoewel het aandeel woningaankopen door huizenkopers tot 35 jaar sinds corona vijf procentpunt is gestegen naar 50 procent, verwacht ABN AMRO dat het aandeel transacties door starters op termijn weer daalt. “De belangrijkste redenen zijn de hogere hypotheekrente en de daling van het maximaal toegestane leenbedrag. Starters hebben hier relatief veel last van, omdat zij weinig spaargeld hebben en een groot deel van het aankoopbedrag hypothecair moeten financieren. Daarnaast hebben jonge huizenkopers - in tegenstelling tot doorstromers - geen overwaarde en kunnen zij een eerder afgesloten lage hypotheekrente niet meenemen bij een verhuizing”, vertelt Philip Bokeloh, Econoom Woningmarkt van ABN AMRO. “Ook zien we dat starters vaker risico’s nemen om een voet tussen de deur te krijgen op de woningmarkt. Huizenkopers mogen maximaal 100 procent van de getaxeerde woningwaarde lenen. Ruim de helft van deze groep huizenkopers leent méér dan 90 procent van wat op basis van de normen is toegestaan. Dit betekent dat starters die kort geleden een woning hebben gekocht het kwetsbaarst zijn voor een inkomensterugval of een correctie op de huisprijzen.” Het hele rapport is hier te lezen: https://www.abnamro.nl/nl/prive/hypotheken/ actueel/huizenmarkt/woningmarktmonitor-juli-2022.html

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=