BouwTotaal 6 - 2022

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 44 ‘Derde hand’ bij voorwandinstallatie Zelfs in kleine badkamers met een klein vloeroppervlak kan een voorwandinstallatie al twee meter of breder zijn. Om de eenmansinstallatie van lange profielbuizen in horizontale positie volledig ontspannen te maken, biedt TECE nu een praktisch hulpmiddel dat als ‘derde hand’ kan worden gebruikt. Al in 1995 bracht TECE een voorwandsysteem op de markt. Dit voorwandsysteem TECEprofil heeft zich bewezen als één van de meest betrouwbare systemen voor zowel individuele badkamers, als prefab systeem bij seriematige woningbouw en als prefab skid. Het voorwandsysteem bestaat van oudsher uit slechts drie basisonderdelen: profielbuis, hoekverbinders en bevestigingshoeken. Het succes van het slimme systeem is gebaseerd op de eenvoudige, flexibele en snelle verwerking van deze basisonderdelen in combinatie met de vele en bijpassende TECE inbouwframes en sanitair modules. Alle onderdelen zijn goed op elkaar afgestemd, daardoor is de montage eenvoudig. Voor een snelle en nauwkeurige planning biedt TECE de gebruiksvriendelijke gratis software TECEsmartwall. DERDE HAND Om de eenmansinstallatie van lange profielbuizen in horizontale positie eenvoudiger te maken, biedt TECE nu een praktisch hulpmiddel dat als ‘derde hand’ is te gebruiken. Met deze TECEprofil magneethouder kunt u de profielbuis aan de ene kant waterpas houden en aan de andere kant met de driehoeksverbinding aan de verticale buis bevestigen. Vervolgens wordt de magneethouder vervangen door een hoekverbinder en zit het profiel zoals het hoort: robuust, stabiel en torsiebestendig. TECE www.tece.com/nl OnderhoudNL tegen afbouw vrijstelling BPM bestelauto’s Gereedschap keuren  Foto: FLEX Power Tools. Het keuren van arbeidsmiddelen (machines, werktuigen en gereedschap) is al sinds 1998 verplicht. In de Arbo-wet is de ‘Richtlijn Arbeidsmiddelen’ opgenomen, waarin wordt beschreven welke machines, werktuigen en gereedschappen hoe vaak en door wie gecontroleerd moeten worden op veilig gebruik. De Nederlandse Ondernemingsvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) geeft tips. Iedereen weet dat het moet gebeuren: dat er een sticker op hoort te zitten en dat die niet door iedereen zomaar geplakt mag worden. Het is ook niet slim ommet ongekeurde arbeidsmiddelen aan de gang te gaan. Maar iedereen weet ook dat er in de drukte van alle dag niet altijd goed op gelet wordt. Werknemers vinden het soms uiterst makkelijk om spullen kapot achterin de bus te gooien, of dat het er gewoon even niet van kwam om op tijd de spullen te keuren… WAT MOET ER GEKEURD WORDEN? Alle apparatuur die tijdens het gebruik er van een risico opleveren, moeten gekeurd worden. Hijs- en hefwerktuigen, machines, maar onder meer ook elektrische handgereedschappen, verlengsnoeren, meetapparatuur, hulpmiddelen en beschermingsmiddelen. Hoe hoger het (elektrisch) risico tijdens gebruik, hoe vaker er gekeurd moet worden. Check hiervoor het Arboportaal (www. arboportaal.nl/onderwerpen/arbeidsmiddelen/keuring-van-arbeidsmiddelen). In de NEN 3140 (relevante eisen voor bedrijfsvoering van laagspanningsinstallaties) staat hoe gereedschap moet worden gekeurd. HOE VAAK KEUREN? Hoe vaak er gekeurd moet worden, hangt af van het soort arbeidsmiddel en de mate waarin het wordt gebruikt. In de toelichting van het Arbobesluit is minimaal één keuring per jaar als richtsnoer gegeven. Bepaalde middelen moeten ook na installatie en voor ingebruikname officieel worden gekeurd. Denk aan hijs- en hefwerktuigen en drukapparatuur. WIE MOET/MAG KEUREN? Je mag zelf kiezen door wie de arbeidsmiddelen gekeurd worden. Voorwaarde is dat dit wel door een deskundige, of deskundige instelling gedaan wordt. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om zelf het diploma ‘elektrisch gereedschap keuren’ te halen. Zo is er ook een diploma te halen voor het keuren van ladders, trappen en klimmaterieel. Anders kun je dit door een onafhankelijke keuringsinstantie laten doen, of via een onderhoudsdienst van een leverancier. Let er op dat een aantal arbeidsmiddelen (groot materieel, of middelen met een hoger gebruiksrisico) altijd door een aangewezen onafhankelijke instelling moeten worden gekeurd. WAT ZIJN DE RISICO’S ALS JE NIET KEURT? Hoewel eigenlijk iedereen wel weet welke (veiligheids)risico’s er zijn als er met ongekeurde arbeidsmiddelen wordt gewerkt, somt NOA er toch een paar op: • Verhoogde kans op niet functionerende gereedschappen en apparaten. • Elektrocutie. • Letsel door onderdelen die wegschieten. • Brandwonden en explosiegevaar door vonken. • Blootstelling aan verhoogde trillingen. • Een boete van de Arbeidsinspectie. De vrijstelling van belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) moet van kracht blijven voor bestelwagens van ondernemers. Deze oproep doet OnderhoudNL samen met diverse andere ondernemersorganisaties via MKB-Nederland en VNO-NCW aan het kabinet. OnderhoudNL ziet in de plannen niet alleen een onredelijk hoge lastenverzwaring voor ondernemers, maar waarschuwt het kabinet ook voor de negatieve, contraproductieve effecten op de verduurzaming van het bestelwagenpark. MKB-Nederland en VNO-NCW willen met het kabinet in gesprek over een betere aanpak om de klimaatdoelstelling te behalen. OnderhoudNL steunt deze oproep van harte. VRIJSTELLING GELEIDELIJK AFBOUWEN Het kabinet wil de vrijstelling van bpm-afdracht voor bestelwagens met een fossiele verbrandingsmotor tussen 2024 en 2026 geleidelijk afschaffen. Momenteel wordt deze ‘luxe belasting’ niet op bestelwagens geïnd, omdat ondernemers deze immers nodig hebben voor hun bedrijfsvoering. Het kabinet verwacht met de maatregel tussen 2024 en 2030 in totaal 2,2 miljard euro ‘op te halen’ en de elektrificatie van het bestelwagenpark te versnellen. In de dagelijkse praktijk betekent het wegvallen van de bpm-vrijstelling voor ondernemers dat de netto adviesprijs van een bestelwagen op fossiele brandstof met zo’n 38 procent stijgt, wat neerkomt op een gemiddeld ruim 11.000 euro hogere aanschafprijs. “Het betekent een aanzienlijke lastenverzwaring die vooral mkb-ondernemers hard raakt”, stelt MKB-Nederland-voorzitter Jacco Vonhof. “Dat kunnen ze in deze onzekere economische tijden en met de torenhoge inflatie er niet bij hebben.” Circa tweederde van alle bestelwagens is in gebruik bij bedrijven met maximaal vijf bestelwagens. VAAK GEEN ALTERNATIEF Een elektrische bestelwagen is op dit moment in aanschaf een stuk duurder, en in het dagelijkse gebruik voor groepen ondernemers als glaszetbedrijven vaak nog geen volwaardig alternatief. Vooral voor ondernemers die hun bestelwagen vaak zwaar beladen en/of grotere afstanden moeten afleggen, is de nog vaak kleinere actieradius en het ontbreken van een robuust ‘snellaadnetwerk’ de beperkende factor.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=