BouwTotaal 11 - 2024

11 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ONDERNEMER Snel verdiend Fiscaliteit & subsidie Hoe bepaal je de waarde van het bouwbedrijf? TEKST: MARCEL MUIJTJENS, MANAGER FISCAAL BIJ SCAB BEELD: SCAB Het belang van een waarde-indicatie kan relevant zijn als een bedrijfsopvolging op korte of middellange termijn een overweging is. Een andere overweging kan zijn dat je de omvang van de persoonlijke vermogens binnen een relatie (huwelijk of het hiermee gelijkgestelde geregistreerd partnerschap) in kaart wil brengen, mocht er onverhoopt iets gebeuren. Denk bij dit laatste aan een scheiding of overlijden. Een waarde-indicatie kan dan pijnlijke financiële verrassingen achteraf voorkomen. HOE KOM IK TOT EEN WAARDEINDICATIE? Zoals het woord het al zegt; een waarde-indicatie biedt inzicht in de mogelijke waarde van het bedrijf. Dit helpt bij het maken van keuzes op het gebied van financiële en fiscale planning. Let op: menig ondernemer heeft ervoor gekozen om buiten gemeenschap van goederen het huwelijksbootje in te stappen. In dit geval is het zaak om extra alert te zijn. Namelijk, als bij een scheiding of overlijden blijkt dat de partner met zijn/haar privévermogen de persoonlijke bouwonderneming of de aandelen in de BV heeft gefinancierd én deze financiering is niet afgelost of onderling verrekend, dan krijgt deze partner op grond van het relatievermogensrecht een financieel belang in de onderneming en/of de aandelen. Kortom; er ontstaat een onverwachte opeisbare schuld binnen het huwelijk of bij overlijden die misschien wel de continuïteit van de onderneming op het spel zet. Het belang van een waarde-indicatie van het bouwbedrijf reikt dus verder dan je misschien denkt! METHODEN VOOR INDICATIEVE WAARDERING In de praktijk zijn er meerdere methoden, die al dan niet in combinatie, worden gehanteerd om tot een indicatieve waardebepaling te komen. De twee volgende methoden worden het meest gebruikt: 1. | Waardebepaling met marktgemiddelde Veelal wordt uitgegaan van de multiple EBITDA: dat staat voor: winst vóór belastingen, vóór rente, vóór afschrijvingen en afboekingen. Bij deze methode wordt de waarde gesteld op de EBITDA, maal een factor, bijvoorbeeld een factor 2 - 5. Dit is de genoemde ‘multiple’. In de bouwsector is een dergelijke factor niet ongebruikelijk, maar dit moet wel per onderneming bekeken worden. Het blijft arbitrair en is afhankelijk van diverse factoren, zoals kwaliteit van het personeel, klantenportefeuille en concurrentiepositie. Het is essentieel bij het resultaat waar je mee rekent, uit te gaan van een genormaliseerd resultaat. Veelal wordt dan ook gekeken naar de gemiddelde resultaten over de afgelopen jaren. Bijzondere baten of lasten worden geëlimineerd. Deze methode heeft als nadeel dat de waarde niet wordt verdisconteerd met het potentieel van het bedrijf. Dit laatste komt meer tot zijn recht door ook te kijken naar de toekomstige resultaten en de hiermee te behalen vrije kasstromen. Met dit laatste krijg je beter beeld over de terugverdienperiode van de koopsom en van eventuele aanvullende investeringen. 2. | Discounted Cash Flow-methode (DCFM) Deze methode wordt veelal gebruikt naast de multiple-EBITDA methode om tot een zo goed mogelijke waarde-indicatie te komen. Het is ook de meest gebruikte methode in ‘overname-land’. Bij deze methode ligt de focus op de toekomstige verdiencapaciteit. De toekomstige kasstromen (hierna ook genoemd geldstromen) worden contant gemaakt. Dit houdt in dat toekomstige kasstromen worden gewaardeerd naar het moment van NU (t=o), door deze over een aantal jaren contant te maken tegen de gemiddelde kostenvoet voor eigen vermogen en vreemd vermogen. We noemen deze kostenvoet de WACC. Het WACC-percentage weerspiegelt de rendementseis (als investeerder/aandeelhouder). Een hoger risicoprofiel van de onderneming betekent vaak een hogere rendementseis. Dit leidt weer tot een lagere contante waarde van de toekomstige kasstromen en dus een lagere bedrijfswaarde. Geldstromen Belangrijk is dat gekeken wordt naar de verwachte inkomende en uitgaande geldstroom. Resultaat wordt alleen meegenomen indien het ook tot een geldstroom leidt. Bijvoorbeeld een toevoeging aan een voorziening drukt de winst, maar komt alleen in de kasstroom naar voren op basis van verwachte uitgaven. Als van een toevoeging in jaar 1 verwacht wordt dat deze in jaar 3 tot een uitgave leidt, dan komt deze ook bij de DCFM pas in jaar 3 als negatieve post tot uitdrukking. De uitkomst van de contant gemaakt vrije geldstromen wordt gezien als de waarde van de onderneming (in wezen de bedrijfsexploitatie). Let op, deze waarde is niet hetzelfde als de waarde van de aandelen van de BV die de onderneming uitoefent. Om vervolgens te komen tot de waarde van de aandelen (voor de aandeelhouder) moeten nog een aantal posten worden gecorrigeerd op de berekende ondernemingswaarde. WELKE SCHULDEN MAG JE WEL EN NIET AFTREKKEN? In de bovenstaande tabel vind je een opsomming van enkele schulden die wel en die niet worden afgetrokken van de berekende ondernemingswaarde en de indicatieve waarde van de aandelen in de BV met het bouwbedrijf verminderen. ZELFSTANDIGE VRUCHTDRAGER Daarnaast zijn er posten die tegenhanger zijn van de schulden en juist tot een hogere waarde van de aandelen leiden. Deze posten worden gezien als ‘zelfstandige vruchtdrager’. Het gaat dan om beleggingen, overtollige middelen en overige niet operationele activa. Het zijn posten die zelfstandig (los van de exploitatie) kunnen renderen. Zo kan een vordering op de DGA of een bedrijfspand afhankelijk van de situatie als ‘zelfstandige vruchtdrager’ worden aangemerkt en apart worden gewaardeerd. Samengevat wordt als volgt de waarde van de aandelen berekend: +/+ ondernemingswaarde (contante waarde vrije kasstromen) -/- waarde vreemd vermogen _____________________________________ waarde aandelen Meer weten? Het bepalen van de waarde van je bouwbedrijf lijkt wellicht complex en tijdrovend. Dit valt in de praktijk vaak mee. Scab bepaalt samen met jou de uitgangspunten en de prognose en dat maakt het rekenwerk eenvoudiger en het advies waardevol. Wil je meer informatie? Neem dan contact op met Marcel Muijtjens, manager fiscaal. Mail naar mmuijtjens@scabadvies.nl of bel 013-583 6737. Er komt een moment waarop je je de vraag stelt: ‘Wat is mijn bouwbedrijf eigenlijk waard?’ Dit kan zijn omdat je het bedrijf wil verkopen of - eventueel in het kader van een inkomens- en vermogensplanning of estate planning - omdat je graag wil weten wat je aan waarde hebt opgebouwd. EVEN VOORSTELLEN: SCAB ACCOUNTANTS EN ADVISEURS Deskundig zijn, eenvoudig doen. Dat is Scab. Sinds 1973 zijn we er door en voor de bouw. Wij ondersteunen ondernemers uit de bouw en aanpalende sectoren op het gebied van accountancy, fiscaal advies, loonadministratie en personeelsadvies. Dat maakt ons met recht dé bouwspecialist binnen onze branche. Scab verzorgt daarom met veel plezier vier keer per jaar de financiële rubriek voor BouwTotaal. Kijk voor meer info op scabadvies.nl. Schulden die niet worden afgetrokken Schulden die wel worden afgetrokken Schulden aan leveranciers Langlopende schulden aan de bank BTW laatste kwartaal Kortlopende schulden aan de bank Af te dragen loonheffing normale tijdvak Schulden aan DGA en groepsmaatschappijen Schuld pensioenfonds Overnamefinanciering Nog te betalen bedrijfskosten Schuld VPB Verschuldigde huur of operational lease Hypotheekschuld pand

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=