NUMMER 11 | JAARGANG 21 | NOVEMBER 2024 PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND BOUWTOTAAL Cementgebonden gietvloer combineert voordelen Pag. 26 BEZOEK OOK DE WEBSITE WWW.BOUWTOTAAL.NL THEMA DEKVLOEREN & TEGELS TOPKWALITEIT ALUMINIUM DAK- EN GEVELPRODUCTEN
3 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ACTUEEL Uitstel ZE-zones? In de vorige uitgave van BouwTotaal hebben we uitgebreid aandacht besteed aan het instellen van zero-emissiezones in achttien gemeenten. Maar op 22 oktober kreeg een voorstel van VVD om zero-emissiezones voor alle gemeenten uit te stellen tot 2029, een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar de gemeenten zijn zelf bevoegd om de zero-emissiezones in te voeren. Gevolg is dat veertien gemeenten gewoon op 1 januari 2025 de uitstootvrije zone invoeren. Het is eigenlijk ongelooflijk dat na tien jaar voorbereiding de invoering twee maanden voor de ingangsdatum wordt vertraagd omdat een nieuwe coalitie er anders over denkt. In uitstellen zijn we trouwens erg goed in Nederland. Zo is de ingangsdatum van de Omgevingswet en de daarmee samenhangende Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) talrijke keren uitgesteld. Op 3 oktober werd bekend dat de geplande aanscherping van de MPG, die per 1 juli 2025 zou ingaan, ook weer wordt uitgesteld. Volgens Mona Keijzer, Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, moeten alle (mogelijke) belemmeringen voor de woningbouwopgave kritisch worden gewogen. Een aanscherping van de milieuprestatie maakt een woning volgens haar duurder en/of vertraagt het bouwproces. Eerst bouwen, dan naar het milieu kijken, lijkt het nieuwe adagium. Terug naar de ZE-zones. Hoe vaak heb ik al gehoord dat dit betekent dat je vanaf de instelling van zo’n zone daar alleen nog emissieloos mag rijden, dus elektrisch of op waterstof. Maar dat is onzin. Alleen bedrijfswagens (dus geen personenauto’s) die vanaf 1-1-2025 op kenteken worden gezet moeten zero-emissie aangedreven zijn om de ZE-zone binnen te mogen. Ook bestelauto’s met een emissieklasse 4 of lager mogen er niet meer in. Voor alle andere bedrijfswagens geldt uitstel, afhankelijk van de mate aan milieubelasting. Ook zijn er talrijke zwaardere voertuigen vrijgesteld, zoals vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, kraanwagens en hoogwerkers. Daarnaast zijn talrijke ontheffingen mogelijk. Pas vanaf 1 januari 2030 moeten alle bedrijfswagens die een ZE-zone inrijden emissieloos zijn. Inmiddels lijken de ingangsdata van de ZE-zones per dag te variëren als ik op www.opwegnaarzes.nl kijk. Tussenstand is nu dat 14 gemeenten de ZE-zone per 1 januari 2025 invoeren. Vier gemeenten volgen later in 2025. Maar dat kan morgen weer anders zijn… INHOUD COLUMN ING. FRANK DE GROOT 15 19 04 Actueel Kwart Nederlanders wil wel tiny house 05 In de spotlight Lichte en strakke composietvloer 07 Actueel Den Haag Update en Bouwmonitor 08 Snel Gebouwd 3D geprinte gevel voor alledaagse flat 09 Actueel Column: En nu verder naar 2030 11 Snel verdiend Hoe bepaal je waarde van bouwbedrijf? THEMA DEKVLOEREN & TEGELS 12 Dekvloeren & Tegels Welke dekvloer kies ik? 15 Dekvloeren & Tegels Arbo-regels aanbrengen zandcement dekvloer 17 Dekvloeren & Tegels Tegelplein: place to be voor tegelzetter 19 Dekvloeren & Tegels Keramiek is de basis van een ruimte 23 Dekvloeren & Tegels Binnenhoeken tegelen: tips en voorbeelden 27 Dekvloeren & Tegels Stap voor stap naar fraai tegelwerk 29 Dekvloeren & Tegels Productnieuws EN VERDER 31 Tools Milwaukee Innovation Tour 2024 en 100-jarig jubileum 33 Bouwfouten Geluid via vloer of wand? 35 Kwaliteitsborging KOMO-BRL voor reflecterende isolotiematerialen 38 Slim Ruimtegebruik IWI uit Ecuador 41 Bouwkosten Keramische vloertegels verlijmen 43 Afbouw Praktijkoplossingen Onderzoek naar blaasvorming in polyurethaan gietvloer 44 Afbouw Nieuws 46 Productnieuws Nieuws over producten Asbestverwijdering wordt volledig vergunningplichtig Aan het verwijderen van asbest worden nog strengere eisen gesteld. Volgens de Europese Asbestrichtlijn moet uiterlijk 21 december 2025 een vergunningplicht worden ingevoerd voor alle bedrijven die asbest verwijderen. Nu geldt dit alleen voor Risicoklasse 2(A). Ook de huidige vrijstellingen zullen vervallen. Volgens de Europese Asbestrichtlijn moet uiterlijk 21 december 2025 een vergunningplicht worden ingevoerd voor alle bedrijven die asbest verwijderen. De vergunning zal worden verleend door een nationale instantie. Dat is een belangrijk verschil met de huidige certificatieplicht, die alleen geldt voor Risicoklasse 2(A). Ook de huidige vrijstellingen zullen vervallen. Er wordt nagedacht over een ‘lichte vergunningplicht’ voor “sporadische onderhoudswerkzaamheden met een zeer geringe blootstelling”. Een voorwaarde voor de vergunning is dat een bedrijf een ‘bewijs van naleving’ kan overleggen en kan aantonen dat werknemers zijn opgeleid door een erkende opleider. Voor het bewijs van naleving is het ministerie SZW van plan om gebruik te maken van een ‘verbeterd certificeringsstelsel’. VERAS In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van SZW de contouren geschetst van de implementatie van de wijziging van de Europese Asbestrichtlijn. Veel zaken moeten echter nog worden ingevuld. De Asbestrichtlijn leidt tot een ingrijpende wijziging van de Nederlandse asbestregelgeving. De regelgeving wordt voorbereid met betrokkenheid van een klankbordgroep. VERAS, branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven is daarin ook vertegenwoordigd. In mei 2024 heeft VERAS (www.sloopaannemers.nl) samen met de collega asbestbrancheverenigingen de Position Paper ‘Denkrichtingen voor de implementatie van de nieuwe Europese asbestregelgeving in de Nederlandse praktijk’ gepubliceerd. De contouren die de staatssecretaris schetst in de Kamerbrief sluiten aan bij de hoofdpunten in deze paper. De inbreng van VERAS in de klankbordgroep vindt plaats op basis van de paper en waar nodig wordt de Commissie Asbestverwijdering geconsulteerd.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 4 Huizenprijzen blijven stijgen Kwart van Nederland zou wel in tiny house willen wonen Als gevolg van de woningnood raken alternatieve woonvormen steeds meer in trek. Zo ziet één op de vier Nederlanders het wel zitten om in een tiny house te gaan wonen. Dat blijkt uit een onderzoek van Verhuisoffertes.com onder duizend Nederlanders. Van de thuiswonende jongeren heeft zelfs bijna de helft wel oren naar zo’n kleine, voordelige woning. Vooral mensen die nog geen eigen woning bezitten vinden een tiny house het overwegen waard. Zo zou bijna één op de drie huurders wel in een tiny house willen wonen, tegenover minder dan een vijfde van de ondervraagden met een koopwoning. De grootste animo is er echter onder thuiswonenden, veelal jongeren. Maar liefst 46 procent van hen ziet een tiny house als reële optie. Van alle 18- tot 30-jarigen - ongeacht de huidige woonsituatie - hebben ruim vier op de tien wel belang bij een klein huisje. WAT IS EEN TINY HOUSE? Een tiny house is een klein huis dat vaak niet groter is dan 50 vierkante meter en is ontworpen om efficiënt gebruik te maken van de ruimte. Het is vaak duurzamer en goedkoper dan een traditioneel huis en biedt mensen de kans om eenvoudiger en met minder spullen te leven. Sommige tiny houses zijn zelfs verplaatsbaar, waardoor je flexibel kunt wonen. Deze woonvorm wordt steeds populairder. Zo werden er in 2022 5.100 woningen kleiner dan 50 vierkante meter verkocht, terwijl dit tien jaar daarvoor nog iets meer dan de helft was. WAT KOST EEN TINY HOUSE? Dat het met name jongeren zijn die een tiny house wel zien zitten, heeft volgens de onderzoekers van Verhuisoffertes.com vooral met de woningmarkt te maken. “Veel jongeren wonen noodgedwongen nog thuis, omdat huurwoningen niet voor handen zijn en een ‘gewone’ koopwoning niet te betalen is. Voor deze groep kan een tiny house een goed alternatief zijn om toch zelfstandig te kunnen wonen. Daarbij scheelt het bovendien dat er bij deze leeftijdsgroep vaak nog geen kinderen in het spel zijn, waardoor je het gemakkelijker kunt redden met beperkte ruimte.” In hoeverre een tiny house voordeliger is dan een ‘gewone’ woning, hangt uiteraard af van je specifieke wensen en de locatie. Voor een kant-en-klaar tiny house van 50 vierkante meter, betaal je inmiddels al gauw 100.000 euro. Daar komen de kosten van de grond nog bij. De meest recente CBS-cijfers dateren van eind 2023 en laten een gemiddelde prijs van 828 euro per vierkante meter zien. Bij een kavel van 200 vierkante meter komen de totale kosten van een tiny house dus neer op ruim € 265.000,-. Het is ook mogelijk om grond te pachten. Het vertrouwen van (potentiële) huizenkopers is in het derde kwartaal van 2024 opnieuw gegroeid en dat heeft een opwaarts effect op de huizenprijzen. Zo lag de prijsindex voor bestaande woningen in augustus 11,2 procent boven het niveau van een jaar geleden. Vanwege recente ontwikkelingen stelt ABN AMRO haar prijsraming in de nieuwste editie van de Woningmarktmonitor naar boven bij: van 7,5 naar 8,5 procent in 2024 en van 5 naar 7 procent in 2025. De aanhoudende loonstijgingen en de dalende hypotheekrente stuwen de prijzen omhoog. Ook kunnen kopers meer lenen, doordat de leennormen voor het sluiten van een hypotheek zijn verruimd. De concurrentie op de woningmarkt neemt hierdoor toe en er wordt weer vaker overboden. Vanwege Foto: Tuinborden.com. deze ontwikkelingen heeft ABN AMRO haar prijsraming naar boven bijgesteld. Nu de huizenprijzen nieuwe recordhoogtes bereiken, komen naast jonge huizenkopers en starters óók doorstromers weer voorzichtig in beweging. Hierdoor neemt het aantal transacties - net als in het voorgaande kwartaal - sterk toe. ABN AMRO stelt daarom ook deze ramingen voor dit jaar bij, van 10 naar 12 procent. Bovendien stijgen bestaande woningen sneller in prijs dan nieuwbouwwoningen. In combinatie met de lagere hypotheekrente worden nieuwbouwwoningen weer aantrekkelijker. Dit heeft als gevolg dat meer gezinnen naar een nieuwbouwwoning doorstromen en hun bestaande woningen vrijkomen. Per saldo neemt dus ook het aantal transacties van bestaande woningen toe. Wel verwacht ABN AMRO dat deze stijging in 2025 veel lager zal uitvallen, doordat de doorstroming naar nieuwbouw in de loop van volgend jaar waarschijnlijk zal stagneren bij gebrek aan nieuw opgeleverde woningen. NIEUWBOUW BLIJFT LASTIG Hoewel het aantal afgegeven bouwvergunningen weer toeneemt, zit hier een grens aan, benadrukt ABN AMRO. “Het aantal transacties van nieuwe woningen wordt volgend jaar vooral bepaald door het aantal woningen dat wordt bijgebouwd. Tot nu toe zijn zo’n 90.000 woningen in aanbouw genomen, die pas over één tot twee jaar worden opgeleverd. Hierdoor blijft de overheidsdoelstelling van jaarlijks minstens 100.000 woningen erbij voorlopig nog uit zicht”, zegt Philip Bokeloh, Econoom Woningmarkt van ABN AMRO. “Een positieve ontwikkeling is dat meer bestaande woningen van eigenaar wisselen nu steeds meer huurwoningen verkocht worden. Hierdoor komen vooral goedkopere woningen met een laag energielabel - doorgaans appartementen - vrij. We zien vooral in de grote steden dat het aandeel appartementen in woningtransacties toeneemt. Hiervan kunnen vooral starters profiteren, mits zij bereid zijn deze vaak oudere woningen op te knappen en te verduurzamen.”
5 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ACTUEEL Een trend in de badkamer is de douchevloer. Een douchevloer is stijlvoller, ruimtelijker en veiliger dan de klassieke douchebak. Als een douchevloer wordt geïntegreerd in de badkamervloer heb je geen opstapje en creëer je een ruimtelijke uitstraling. Het doorgaand vloeroppervlak heeft een vergrotend effect. rale bestanddelen, ondervuld met een PU+ mengsel. Hierdoor ontstaat een superlichte, slag- en stootvaste douchevloer die perfect geluid dempt en dankzij de isolerende eigenschappen lekker warm voelt aan de voeten. HET ONTWERP Groot voordeel van een douchevloer ten opzichte van de tegelvloer is het ontbreken van voegen. De combinatie met de moderne uitstraling van een natuurstenenvloer maakt dit product tot een perfecte oplossing voor nieuwe en te renoveren badkamers. Door de beperkte inbouwhoogte van 40 mm kan deze douchevloer vrijwel overal in de vloer worden opgenomen en heb je dus geen opstaande rand. Dit zorgt voor een veilige vlakke vloer die ruimtelijk en strak oogt. Een douchevloer kan ook over de tegelvloer heen geplaatst worden met een minimale opstap als resultaat. Bovendien is de composite douchevloer naar behoefte in te korten, waarbij het afschot intact wordt gelaten. Dit is erg handig wanneer rekening gehouden moet worden met bijvoorbeeld een koof. INSTALLATIE De ACO ShowerDrain Floor douchevloer is tot 60% lichter dan alternatieve producten. Dit extreem lage gewicht gecombineerd met zijn grote sterkte maakt dat deze douchevloer supereenvoudig te vervoeren en te plaatsen is door de vakman. VOORDELEN • 60% lichter dan vergelijkbare producten • door één persoon te plaatsen • minder kans op beschadiging tijdens vervoer • strakke inbouw met zeer smalle voegen IN DE SPOTLIGHT We willen graag de uitstraling van een sterke natuurstenen vloer, maar wel met het gewicht, onderhouds- en plaatsingsgemak van kunststof en een ruime keuze in kleuren en maten. Daarom introduceert ACO de lichtgewicht composiet ShowerDrain Floor; een kant en klare douchevloer die door zijn strakke uitstraling en kleurkeuze een toegevoegd designelement vormt voor de huidige badkamerarchitectuur. LICHTGEWICHT COMPOSIETMATERIAAL De ACO ShowerDrain Floor douchevloer is gemaakt van de nieuwste generatie composietmateriaal waarbij verschillende lagen polymeer gecombineerd worden met mineACO WWW.ACO-SHOWERDRAIN.NL Badkamertrend: lichtgewicht en strakke composiet douchevloer Modulair LVL houtbouw woongebouw van vijf hoog In de productiehallen van geWOONhout in Wehl wordt het eerste vijflaags appartementengebouw van LVL-hout geproduceerd. LVL staat voor Laminated Veneer Lumber en is verlijmd hout dat uiterst draagkrachtig is. Ook is LVL erg veelzijdig en kun je bij een juiste toepassing tot wel 40% hout besparen ten opzichte van CLT (cross laminated timber). Inmiddels zijn de eerste modules naar Almere getransporteerd, waar ze in hoog tempo gemonteerd worden tot appartementencomplex Xylino. Dit modulaire meesterwerk is een samenwerking van De Alliantie Ontwikkeling, de TBI ondernemingen geWOONhout in samenwerking met Koopmans Bouw en architectenbureau Arons en Gelauff. Xylino, Grieks voor ‘van hout gemaakt’, wordt een complex met 93 appartementen en tien grondgebonden woningen. Op de parkeerkelder na is alles van hout, bamboe en glas gemaakt. Voor dit gebouw worden 430 houten modules met een kolommen-balken structuur geproduceerd. Door slim gebruik van het hout te maken is Xylino net zo sterk als een betonnen gebouw, maar met meer dan 90% minder CO2-uitstoot. HOUT UIT FINLAND Het hout voor dit bijzondere gebouw komt uit Finland, van producent Metsä Wood, onderdeel van de Metsä Group. Zij beheren de hele keten van bosbeheer tot en met productie van constructief houtproduct. Duurzaamheid staat hierbij centraal. Per gekapte boom worden vier jonge bomen terug geplant; dit garandeert de continuïteit van het bos. BRANDVEILIGHEID EN AKOESTIEK Om aan alle brandeisen te voldoen, is er intensief met Promat samengewerkt. Manager Productontwikkeling geWOONhout Linda Braakman legt uit: “Bij de ontwikkeling van onze eerste gestapelde woningmodules vindt er een nauw samenspel plaats tussen constructieve, brandtechnische en akoestische prestaties van materialen. Door van bouwdelen en componenten testopstellingen te maken en deze te toetsen aan bijvoorbeeld geluidsoverdracht en inbranding, kunnen we exact bepalen wat de prestaties in de praktijk zijn.” Bij houtbouw zijn er nog wel eens zorgen over akoestiek. In project Xylino is dit uitgebreid onderzocht en zijn er slimme oplossingen toegepast. Onder andere door het toevoegen van een laag met losmaakbare en circulaire massa is ervoor gezorgd dat lucht- en contactgeluid en trillingen gedempt worden. START BOUW IN ALMERE De eerste fase van de productie van de 430 modules is afgerond en deze modules worden de komende weken naar Almere getransporteerd. De verwachting is dat het appartementencomplex ruim voor de bouwvak 2025 al opgeleverd kan worden.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 6 2025 DAAR BOUW JE BETER VAN HART VOOR DE BOUW 3 - 7 FEB 2025 Hart voor de bouw Van 3 t/m 7 februari 2025 verandert de vloer van Jaarbeurs in het kloppende hart voor de Nederlandse bouwsector. Bouwprofessionals komen samen om hun trots en passie voor de bouw te delen. Ontdek de modernste technieken, nieuwste materialen en slimme toepassingen die onze sector definiëren want de digitale en duurzame transformatie in de bouw sneller gaat dan ooit. Laat je inspireren door de verhalen van vakgenoten en vier samen de kracht van de bouw. GRATIS TOEGANG? SCAN DE QR-CODE OF GEBRUIK DE CODE BOUWTOTAAL OP BOUWBEURS.NL
7 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ACTUEEL Den Haag update Nieuws vanaf het Binnenhof OPNIEUW UITSTEL AANSCHERPING MPG De geplande aanscherping van de MPG, die per 1 juli 2025 zou ingaan, wordt voorlopig uitgesteld. Dat schrijft Mona Keijzer, Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, op 3 oktober aan de Tweede Kamer. Nadat voormalig minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken op 3 april 2024 bekend maakte dat de introductie van de nieuwe MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) was uitgesteld naar 1 juli 2025, komt er dus nu opnieuw een stok tussen de spaken. Ondanks het nieuwe uitstel ondersteunt Mona Keijzer de sinds 2013 ingezette weg om steeds milieuvriendelijker te bouwen in Nederland door middel van de MPG: “Het is goed dat de milieudruk wordt verlaagd en we kwalitatief goede en toekomstbestendige woningen bouwen.” Maar er is volgens de minister in Nederland sprake van woningnood. “Voor het kabinet heeft de woningbouwopgave de hoogste prioriteit. Veel woningzoekenden kunnen immers al enige jaren geen betaalbare huur- of koopwoning vinden. In dat licht wil ik alle (mogelijke) belemmeringen voor de woningbouwopgave kritisch wegen. Nieuwe, nationale (duurzaamheids-)regels of aanscherpingen vanuit het kabinet of medeoverheden, die een woning duurder maken of het bouwproces vertragen, zijn onderdeel van die weging.” TIJD NODIG VOOR GOEDE WEGING In de weging betrekt Mona Keijzer het standaardiserende en daarmee mogelijk kostenverlagende effect van een scherpere nationale norm: “De mate waarin een scherpere norm de lokaal variërende kwaliteitswensen in de praktijk beperkt, is daarbij cruciaal. Die lokale variatie vormt immers ook een belemmering voor de kosten en doorlooptijden van de woningbouw. Ik acht het daarom verstandig de tijd te nemen om deze weging goed te maken en bepaalde aspecten hierbij beter te (laten) onderbouwen en nogmaals te toetsen op draagvlak bij de markt en medeoverheden – ook tegen de achtergrond van Europese ontwikkelingen. Daarom stel ik ten aanzien van het voorgehangen ontwerpbesluit voor, om op dit moment het ontwerpbesluit nog even aan te houden.” Wel gaat de minister onverkort verder met de omzetting naar de in Europa herziene bepalingsmethode, die ook onderdeel is van het ontwerpbesluit. Inmiddels is er in de markt teleurgesteld gereageerd op dit besluit. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal frank@handelsuitgaven.nl NIEUWBOUWVOLUMES NEDERLAND Maurice van Sante ING Research maurice.van.sante@ing.com Ons land is in relatief dichtbevolkt en kan daardoor meer problemen hebben met voldoende ruimte voor nieuwbouwwoningen dan andere Europese landen. Hierdoor kan nieuwe projectontwikkeling relatief lastiger zijn omdat veel grond (voor allerlei verschillende doeleinden) al in gebruik is. Toch blijft Nederland, in vergelijking met de tien andere grootste economieën in de EU, niet ver achter met de relatieve volumes van nieuwe woningbouw. NIEUWBOUWVOLUMES BLIJVEN INTERNATIONAAL VERGELEKEN NIET HEEL VER ACHTER Ondanks dat Nederland dichtbevolkt is, blijft Nederland niet ver achter met nieuwbouwvolumes. Ook andere landen kampen namelijk met ingewikkelde juridische processen bij projectontwikkeling, financiering en voldoende geschikte bouwgrond. In de periode 2021-2023 werd de Nederlandse woningvoorraad met gemiddeld circa 0,9% per jaar uitgebreid door nieuwbouwwoningen. Nederland is hiermee geen achterblijver maar bevindt zich nog net achter in het peloton. Het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar wordt er echter niet mee gehaald, maar andere landen hebben ook woningbouwdoelen die vaak niet gehaald worden. Zo wil Duitsland 400.000 woningen per jaar bouwen, maar haalt dit niet. In Duitsland (0,6%), maar vooral in Italië en Spanje (0,3%), zijn de relatieve woningbouwvolumes ook veel lager. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Polen, maar ook Oostenrijk, Zweden en Frankrijk voegen jaarlijks relatief meer nieuwbouw toe aan de voorraad. BOUWMONITOR B&U Bestuursakkoord Digitale Gebouwde Omgeving 2027 getekend Foto: Charlène Fotografie. Tijdens de digiGO D-Day op 16 oktober tekenden 39 toonaangevende partijen uit de hele keten het Bestuursakkoord Digitale Gebouwde Omgeving 2027. Daarmee verbinden ze zich aan de afspraak, om met elkaar - en uniform - data te gaan uitwisselen in belangrijke processen. Zoals het ontwerpen, vergunnen, bouwen en beheren van de gebouwde omgeving. In de periode 2025 tot en met 2027 voeren zij dit door met meer dan 20 maatregelen en concrete digitaliseringsprojecten. Door de ondertekening zetten de deelnemende partijen samen met ketenpartners een grote stap in digitale samenwerking. Er kan hierdoor duurzamer, sneller en efficiënter worden gebouwd. Het gebruik van éénduidige standaarden en veilig en betrouwbaar data delen via het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) staan bij de uitvoering van dit bestuursakkoord centraal. Omdat het Bestuursakkoord bij ondertekening al direct vertaald is naar 21 concrete beleidsmaatregelen en partijen die daarvoor aan de slag gaan, is het akkoord geen papieren tijger. De 39 ondertekenaars gaan samen met marktpartijen aan de slag om de doelen te bereiken. Deze samenwerking wordt vastgelegd in digiDeals: implementatieprojecten met duidelijke stappen, rollen en financiering, die de invoering van beleidsmaatregelen tastbaar maken. GEDEELDE AMBITIE Het akkoord is ontstaan vanuit een gedeelde ambitie en gevoelde urgentie in het Bouwberaad, het belangrijkste informele overlegorgaan van de sector. Onder aansturing van voorzitter Doekle Terpstra en samen met digiGO - het platform voor digitaal samenwerken in de gebouwde omgeving - hebben het akkoord en de bijbehorende maatregelen vorm gekregen. Partijen als Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, Techniek Nederland, VNG, het Rijksvastgoedbedrijf, NLingenieurs, BNA, Aedes, NEPROM en NVTB, TUDelft en TNO, Ministeries en nog vele anderen hebben zich gecommitteerd om met elkaar de mouwen op te stropen. Doekle Terpstra, voorzitter van Bouwberaad, is trots op wat de partijen samen voor elkaar hebben gekregen: “Dit is écht een doorbraak. Dankzij dit akkoord versnellen we de digitalisering in de hele keten. Dat levert een grote productiviteitssprong op. We kunnen straks méér doen met hetzelfde aantal mensen. Dat is hard nodig gezien het grote tekort aan vakkrachten. Het akkoord brengt bovendien het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken dichterbij, zoals het versneld bouwen van grote aantallen woningen, de energietransitie en de omslag naar een circulaire bouwketen. Dit akkoord is daarmee goed nieuws voor bedrijven, sectoren én voor de hele maatschappij.” BREDE ADOPTIE Roger Tan, als Directeur van digiGO nauw betrokken bij de opzet en straks de uitrol van de maatregelen, ziet volop kansen: “Dit akkoord is slechts het begin. Nu gaan we aan de slag met allerlei grote én MKB-bedrijven uit de verschillende ketens en deelsectoren. Die gaan met elkaar de standaarden implementeren en data delen op basis van het DSGOafsprakenstelsel. Dat betekent heel veel concrete cases en goede voorbeelden om breed te gaan uitrollen. Dat is ons doel: brede adoptie – digitalisering vóór en dóór de hele sector.” Meer weten: kijk op www.digigo.nu.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 8 SNEL GEBOUWD Van saai naar iconisch: 3D geprinte gevel voor alledaagse flat Snel gebouwd De kracht van prefab TEKST: NAOMI HEIDINGA I.O. BETONHUIS CONSTRUCTIEF PREFAB BEELD: HELDER VASTGOED BV EN BRUIL Den Helder is een krimpgemeente. De gemeente doet haar best om inwoners te behouden, en nieuwe stadsgenoten te trekken. Dat kan onder meer met goede voorzieningen en aansprekende architectuur. Wellicht heeft men met een schuin oog naar Barcelona gekeken, waar het meesterwerk van Gaudí wordt voltooid. Voor de metamorfose van twee galerijflats uit de jaren zeventig werd geen Spaanse meester ingehuurd, maar Kokon Architectuur & Stedenbouw kreeg wel alle creatieve vrijheid. De opdracht: ontwerp een aansprekende gevel, met een grotere buitenruimte voor bewoners. UNIEKE UITSTRALING De architect kwam met een prachtig ontwerp, maar dat bleek bij doorrekening financieel onhaalbaar. Tenminste, bij het gebruik van traditionele bouwmethodes. Tot Bruil opperde de gevel te maken van 3D geprint beton, met balkonplaten van ultrahogesterktebeton (UHSB) van Hicon. Er bestonden nog geen referentieprojecten en de techniek stond nog in de kinderschoenen. Toch gaf Helder Vastgoed BV de opdracht om de gevel in 3D geprint beton te maken. Een gedurfde zet van het bedrijf. “Den GROTE VARIATIE De 3D beton geprinte elementen zijn door Bruil in een speciale fabriek vervaardigd. “We richten ons vooral op het printen van architectonisch beton”, vertelt Gerard van Engelenburg van Bruil. “Denk aan elementen voor de gevel of betonproducten voor in het landschap. Voor de gevel hebben we 1.400 elementen geprint, met een grote variatie: in totaal gaat het om 250 verschillende elementen. Bij een traditionele bouwmethode is dat heel kostbaar om te maken; bij een 3D printer maakt deze variatie niet uit. Het printen van een element duurt zo’n drie tot vier uur. De balkons, gemaakt van ultrahogesterktebeton, zijn in het systeem gehangen. Dankzij de keuze voor UHSB kunnen de balkons slanker en lichter worden uitgevoerd.” GESLAAGD PROJECT Op ’t Ende is blij met het resultaat, al duurde de upgrade bij de eerste flat langer dan verwacht. “Logisch, dat weet je wanneer je werkt met een innovatieve werkwijze en materiaal.” Bij de tweede flat verliep de upgrade wel volgens planning. “Binnen een half jaar waren we klaar.” Wat Op ’t Ende betreft is het een geslaagd project. Wellicht gaan ze ook elders 3D beton toepassen, al wil men geen identieke gebouwen. “Het enige waar ik een beetje bezorgd over ben is de mogelijke vervuiling van de gevel.” Bruil heeft een speciale coating op het beton aangebracht, die aanhechting van vuil helpt voorkomen. “En daarnaast houden we er rekening mee dat we de gevel om de zoveel tijd schoon moeten maken, zeker aan de schaduwkant. Schoonmaken hoort bij het onderhoud, en is ook nodig bij andere materialen. Je ramen maak je immers ook om de zoveel tijd schoon.” • Meer informatie over 3D-betonprinten op Betonhuis.nl: https://betonhuis.nl/kenniscentrum?search&dossier=95 • Met dank aan: Betonhuis Constructief Prefab Stel: je hebt twee saaie flats, die wel een opfrisbeurt kunnen gebruiken. De mensen wonen er met tevredenheid, maar zouden graag een groter balkon willen. De betonnen casco’s kunnen nog jaren mee. Bovendien gaat het om ruime appartementen. Wat doe je? In Den Helder weten ze er wel raad mee. Niet afbreken, maar geef de gebouwen een spectaculaire metamorfose. De flats hebben een nieuwe gevel gekregen, met organische vormen èn grotere balkons. Gaudí in Den Helder, en dat met 3D geprint beton! Bij een 3D printer maakt de variatie niet uit. Het printen van een element duurt zo’n drie tot vier uur. Geprinte elementen aan de galerijzijde zijn vlakker. Helder is de meest gebombardeerde stad van Nederland. De stad werd tijdens de Tweede Wereldoorlog bestookt”, vertelt Ton op ’t Ende van Helder Vastgoed BV. “Veel woningen werden verwoest of gesloopt door de Duitsers, om ruimte te maken voor een vrij schootsveld. Na de oorlog was er sprake van woningnood. Vanaf de jaren vijftig is er veel gebouwd, voornamelijk in dezelfde stijl. De woningen zijn nu op leeftijd, en we staan voor de vraag wat we ermee gaan doen. Slopen en iets nieuws neerzetten, of de woningen een upgrade geven. Bij de Baskeweg hebben we voor het laatste gekozen. We willen voor elk project een unieke uitstraling.” Door te kiezen voor een 3D geprinte gevel is dat streven gelukt: nergens ter wereld is een dergelijke gevel gerealiseerd. WERKZAAMHEDEN Bij de upgrading van de flats is overigens niet alleen een nieuwe gevel geplaatst. De balkons zijn vergroot, het glas is vervangen, de gevels zijn geïsoleerd, evenals de eerste verdiepingsvloer en het dak is compleet vervangen en hoogwaardig geïsoleerd. “De bewoners zijn blij met de energetische maatregelen en de grotere buitenruimte. Voorheen waren de balkons te smal om tegenover elkaar te kunnen zitten.” Nog een voordeel: tijdens de werkzaamheden hoefden bewoners hun huis niet uit. “De werkzaamheden vonden voornamelijk aan de buitenkant plaats. Natuurlijk gaat dat gepaard met hinder, maar het scheelt enorm dat mensen niet hoefden te verhuizen.”
9 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ACTUEEL COLUMN JOHAN OLTVOORT Mijn grote vraag is wel: hoe zou het met de bouw in 2030 gaan? Nog ongeveer vijf jaar in het vooruitzicht voor dat het zover is. Er wordt veel aandacht gevraagd om de bouw te stimuleren. Onze minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) wil regelgeving aanpassen of afschaffen als het tegenstijdig en overbodig is. Bouwvergunningen moeten gemakkelijker, sneller en begrijpelijker worden. Via de Omgevingswet van 1 januari 2024 moet dat ook kunnen. De aanscherping van de MPG van 0,8 naar 0,5 wordt niet ingevoerd, met als argument de bouw niet af te remmen. De NHG wordt verhoogt naar € 450.000,- waardoor er meer mogelijkheden zijn om te kunnen kopen. Subsidies op isolatie, warmtepompen, kortom op duurzaamheid. Er is een regeling Woningbouwimpuls (WBI) en zo zijn er veel regelingen om de bouw te stimuleren. REMMENDE REGELS Er zijn ook regels die de bouw remmen. De gemeenten mogen stadsgebieden aanwijzen waar zero-emissie zones gelden. Goed voor het milieu, maar minder voor de bouw. Niet iedereen kan en wil voor deze uitzonderingen een elektrische bedrijfswagen kopen. Met de Omgevingswet kan wel snel een vergunning verleend worden. Maar de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die er aan gekoppeld is, geeft wel veel extra administratie en veel rapporten en daardoor oponthoud. Bezwaarschriften en procedures stagneren vaak de start van de bouw. Dit zijn voorbeelden zonder het idee om volledig te zijn. Zijn dan flex- en tijdelijke woningen een oplossing? Volgens mij is dat meer een pleister voor het bloeden. Wat hebben we er aan om over tien jaar met een overschot te zitten met tijdelijke woningen die terug naar de opslag kunnen? Hoe staat het met de duurzaamheid en het comfort van flexwoningen op langere termijn? HOLISTISCH PLAN Volgens mij zit de oplossing in een holistisch plan. Voor de lange termijn hebben we kwalitatief goede woningen nodig die duurzaam zijn. Door die duurzaamheid moeten we goed kijken waar die woningen gebouwd worden. Inbreiding in steden, een wijkje erbij, of in de wei en niet ver onder de zeespiegel. De motivator om te bouwen moet een samenspel zijn tussen de vraag naar woningen en de financiers. Er dient een redelijk rendement op investeringen in woningen zijn en de kleine particuliere investeerders moeten niet afgestraft worden. Belangrijk is het inschatten naar de vraag over twintig jaar. Niet alleen starterswoningen bouwen, maar kijken hoe de doorstroom van woningen goed op gang komt. Ik zie daar vooral een kans voor de kleinere projecten, kleinschalige uitbreidingen en ook voor de kleinere partijen die in de bouw aanwezig zijn. Industrieel bouwen kan voor veel situaties een oplossing zijn, maar niet voor alles. Prefab bouwen is daarentegen wel een must. Johan Oltvoort Directeur Olbecon en Olcas Hij geeft maandelijks in BouwTotaal zijn visie op de rol van prefab in de bouw. En nu verder naar 2030 Boerderij omgeving Triberg Duitsland. Efficiënt gebruik van grond en schaduw op de gevel. Foto: Johan Oltvoort. Eerste buitengevelrenovatie Amsterdamse School In Amsterdam wordt nu voor het eerst buitengevelisolatie toegepast voor een pand in Amsterdamse School stijl. Voor de gemeente Amsterdam is deze renovatie een pilotproject. Een architectonische uitdaging voor energetische én esthetische duurzaamheid. Opdrachtgever VvE De Ontdekking is blij dat pand er straks net weer zo uitziet als in 1924. De honderd woningen van de VvE De Ontdekking in de Amsterdamse Mercatorbuurt moeten worden voorbereid om de uitstoot van CO2 sterk te reduceren. Hiervoor wordt de buitengevel van de woningen uit de jaren ’20 van de vorige eeuw geïsoleerd. Door de slechte staat van de gevels en de grote hoeveelheid koudebruggen lukt dit alleen met isolatie aan de buitenzijde. Hoe kun je de architectonische kwaliteit van een beschermd stadsgezicht behouden als alles wordt ingepakt? RESTAURATIEVE AANPAK KAW werd door de welstand aanbevolen als architect. De renovatie van het cultuurhistorisch waardevolle woongebouw de Bosleeuw in Bos en Lommer heeft eerder veel inzichten opgeleverd in hoe je met een dergelijke operatie kwaliteit kan toevoegen. Hiervoor moet je bereid zijn uit te gaan van het oorspronkelijke beeld. En je moet in staat zijn dit tot in de details door te voeren bij de aanpak van de gevel. Maar waar de rationele woongebouwen uit de naoorlogse periode meestal ruimte bieden om moderne materialen toe te passen of nieuwe elementen toe te voegen, vraagt de architectuur van de Amsterdamse School eerder om een restauratieve aanpak. SPEURTOCHT EN DETAILLERING Na grondig archiefonderzoek heeft KAW de oorspronkelijke details vertaald in technisch haalbare oplossingen. De oorspronkelijke kozijnprofielen komen terug. In verband met de luchtdichtheid past KAW geen schuif, maar draai-kiep ramen toe. De nieuwe keramische steenstrips zijn nauwkeurig bemonsterd om zo dicht mogelijk bij het origineel te komen. Hiervoor heeft het architectenbureau bijzondere aandacht besteed aan de rijkheid van de oorspronkelijke architectuur en de diepte in het metselwerk. Bij het toepassen van steenstrips krijgen bestaande gebouwen vaak een platte en saaie gevel, die in het oog springt als ‘gerenoveerd’. Door te variëren met de dikte van zowel de steenstrips als het isolatiemateriaal kon de oorspronkelijke kwaliteiten behaald worden. Hiermee gaat het gebouw veel meer op in zijn omgeving. Dat dit goed werkt is te zien aan de Bosleeuw, die oogt als het originele gebouw, alleen dan gaaf en schoon. PILOTPROJECT MET MEERDERE DOELEN Voor de gemeente Amsterdam is deze renovatie een pilotproject. Het is geslaagd als bewoners hier comfortabel kunnen wonen. Maar ook als tegelijkertijd de uitstoot van CO2 door de reductie van de energievraag sterk is teruggebracht en als is aangetoond, dat ook gevoelige architectuur op een betaalbare manier kan worden verduurzaamd. Als de pilot succesvol verloopt en de overheid deze manier van werken toestaat, kan een groot deel van Amsterdam (Interbellum-gordel), maar ook beschermde monumentale woningbouw in andere steden en dorpen, verder worden verduurzaamd. Situatie voor de buitengevelrenovatie. Situatie na de buitengevelrenovatie.
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 10 De succesformule van deze werkschoenen? Geen ‘one size fits all’ De Grisport 903 is de bestverkochte veiligheidsschoen voor de bouw en industrie. De succesformule? Een winnende combinatie van Italiaans vakmanschap, betrouwbare materialen én doordachte eigenschappen voor alle werksituaties. Toch is er geen ‘one size fits all’ oplossing als het om schoenen gaat. Daarom introduceert Grisport drie nieuwe varianten. Zo bouwt Grisport verder aan de meest veelzijdige collectie met de perfecte schoen voor elke professional. Wat je beroep of persoonlijke voorkeur ook is. Grisport introduceert drie nieuwe varianten gebaseerd op de koning onder de werkschoenen. Nieuwe innovaties die de sterke basis nog verder versterken, met dezelfde vertrouwde, comfortabele pasvorm waar deze collectie bekend om staat. VEILIGHEIDSSCHOENEN MET EEN TWIST De 903L en de lage 901L zijn nu ook verkrijgbaar met het BOA-sluitingssysteem. Dit systeem vervangt de klassieke veters in de schoenen en heeft als groot voordeel dat je het eenmalig vastdraait wanneer je de schoen aantrekt. De rest van de dag blijft deze goed strak zitten, zonder het gevaar van loszittende veters. HOGERE, STEVIGE WERKSCHOENEN Daarnaast introduceert Grisport een extra hoge variant met een rits aan de binnenzijde. Het 905L model beantwoord de vraag naar robuuste, hogere schoenen. De combinatie van veters en een hoogwaardige rits maakt de schoen gemakkelijk in gebruik. Ook is er een extra uitsparing bij de kuit voor nog meer comfort. Dankzij uitstekende demping en stabiliteit blijven je voeten uitzonderlijk fit, zelfs op lange werkdagen. HOOGWAARDIGE MATERIALEN VOOR MAXIMALE VEILIGHEID EN COMFORT Alle nieuwe varianten zijn voorzien van het innovatieve Grisport Heel Support System, dat extra ondersteuning biedt bij het afwikkelen van de voet. Het bovendeel is gemaakt van leer en heeft een Cambrelle® voering. Dit materiaal is ademend, vocht absorberend en houdt je voeten nog lang droog en fris. En, niet onbelangrijk, het neutraliseert nare geurtjes. Ook zijn er 3M reflectiestrips op de zijkanten geplaatst. Zo blijf je goed zichtbaar voor je omgeving. Deze schoenen hebben uitneembare zooltjes, die je gemakkelijk vervangt voor een andere gecertificeerde inlegzool. De comfortabele S3 schoenen zijn robuust, onverslijtbaar en toch sportief. De 903 collectie is verkrijgbaar in de maten 39 t/m 48. Wil je als eerste de nieuwste innovaties uitproberen? Vind nu een Grisport dealer bij jou in de buurt via https://grisportsafety.eu/ store-locator/! Grisport veiligheidsschoenen zijn powered by Allshoes Professional Footwear, dé leidende importeur van professionele werkschoenen in de Benelux. Grisport grisportsafety.eu Montagetijd verkorten? Moderne houtschroeven maken verschil Schroeven zijn voor de houtbouw veruit de meest efficiënte en krachtigste verbindingstechniek. HECO-Schrauben heeft een uitgebreid assortiment houtschroeven ontwikkeld, dat voor elke klus en houtsoort een oplossing biedt. En dankzij een aantal slimme eigenschappen kunnen de schroeven gemakkelijk en snel verwerkt worden, waardoor de vakman tijd bespaart. Schroeven kunnen dankzij hun schroefdraad hoge belastingen opvangen en geven de verbindingen daarnaast toch de nodige flexibiliteit. De montagetijd van moderne schroeven is door het ontwerp van de schroefpunt en de schroefraad, het gebruik van coatings, de opkomst van de torx-aandrijving en krachtige, draadloze schroefmachines enorm afgenomen. Schroeven hebben bovendien een kosmetisch voordeel bij de afwerking van bouwprojecten. Dankzij materialen als edelstaal en verschillende soorten koppen, die zonder spleten of rafels in het hout verzinken, is het resultaat een fraai afgewerkt oppervlak. HECO-Schrauben brengt onder de naam HECO-TOPIX-plus een uitgebreid assortiment houtschroeven op de markt. Er zijn vele afmetingen met verschillende soorten schroefdraad en schroefkoppen leverbaar, die gebruikt kunnen worden voor diverse toepassingen en houtsoorten. HECO heeft schroeven voor de meubel- en interieurbouw, de gevelbouw en voor de montage van spaanplaat, MDF, glaslatten, vlonderplanken, isolatiemateriaal en zonnepanelen. Daarnaast zijn er speciale bevestigingsoplossingen voor de constructieve houtbouw leverbaar. INNOVATIE IN SCHROEVEN In het HECO-TOPIX-plus assortiment zijn diverse innovaties toegepast die de verwerking van de schroeven enorm vergemakkelijken. De schroeven hebben bijvoorbeeld een schroefpunt, die het indraaien vergemakkelijkt en het splijten van het hout voorkomt. Daarnaast hebben ze een unieke, variabele schroefdraad, die de houtdelen automatisch tegen elkaar trekken. Voorspannen of voorboren is dus niet meer nodig. HECO heeft een eigen, met torx uitwisselbare HECO-Drive (HD) ontwikkeld, waarmee zelfs roestvrijstalen schroeven op het bit worden vastgehouden. OPGENOMEN IN CALCULATIE SOFTWARE HECO heeft de HECO-TOPIX-plus schroeven in zijn eigen calculatiesoftware HCS 4.0 opgenomen. De software heeft diverse filterfuncties voor schroeftype, afmetingen, koptype, soort schroefdraad en staalsoort. Op basis van de projectgegevens kunnen de meestgeschikte schroeven geselecteerd worden. De gebruiker krijgt vervolgens gedetailleerde productinformatie met een verwijzing naar de toelating. Een handige functie is de weergave in 2D of 3D, zodat de constructie vanuit elk perspectief bekeken kan worden. Via een koppeling met de website kan de gebruiker video’s en handleidingen voor de montage vinden. HCS is beschikbaar in het Nederlands en kan onder het menukopje ‘Service’ gratis vanaf de HECO-website gedownload worden. HECO Schrauben www.heco-schrauben.nl
11 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 ONDERNEMER Snel verdiend Fiscaliteit & subsidie Hoe bepaal je de waarde van het bouwbedrijf? TEKST: MARCEL MUIJTJENS, MANAGER FISCAAL BIJ SCAB BEELD: SCAB Het belang van een waarde-indicatie kan relevant zijn als een bedrijfsopvolging op korte of middellange termijn een overweging is. Een andere overweging kan zijn dat je de omvang van de persoonlijke vermogens binnen een relatie (huwelijk of het hiermee gelijkgestelde geregistreerd partnerschap) in kaart wil brengen, mocht er onverhoopt iets gebeuren. Denk bij dit laatste aan een scheiding of overlijden. Een waarde-indicatie kan dan pijnlijke financiële verrassingen achteraf voorkomen. HOE KOM IK TOT EEN WAARDEINDICATIE? Zoals het woord het al zegt; een waarde-indicatie biedt inzicht in de mogelijke waarde van het bedrijf. Dit helpt bij het maken van keuzes op het gebied van financiële en fiscale planning. Let op: menig ondernemer heeft ervoor gekozen om buiten gemeenschap van goederen het huwelijksbootje in te stappen. In dit geval is het zaak om extra alert te zijn. Namelijk, als bij een scheiding of overlijden blijkt dat de partner met zijn/haar privévermogen de persoonlijke bouwonderneming of de aandelen in de BV heeft gefinancierd én deze financiering is niet afgelost of onderling verrekend, dan krijgt deze partner op grond van het relatievermogensrecht een financieel belang in de onderneming en/of de aandelen. Kortom; er ontstaat een onverwachte opeisbare schuld binnen het huwelijk of bij overlijden die misschien wel de continuïteit van de onderneming op het spel zet. Het belang van een waarde-indicatie van het bouwbedrijf reikt dus verder dan je misschien denkt! METHODEN VOOR INDICATIEVE WAARDERING In de praktijk zijn er meerdere methoden, die al dan niet in combinatie, worden gehanteerd om tot een indicatieve waardebepaling te komen. De twee volgende methoden worden het meest gebruikt: 1. | Waardebepaling met marktgemiddelde Veelal wordt uitgegaan van de multiple EBITDA: dat staat voor: winst vóór belastingen, vóór rente, vóór afschrijvingen en afboekingen. Bij deze methode wordt de waarde gesteld op de EBITDA, maal een factor, bijvoorbeeld een factor 2 - 5. Dit is de genoemde ‘multiple’. In de bouwsector is een dergelijke factor niet ongebruikelijk, maar dit moet wel per onderneming bekeken worden. Het blijft arbitrair en is afhankelijk van diverse factoren, zoals kwaliteit van het personeel, klantenportefeuille en concurrentiepositie. Het is essentieel bij het resultaat waar je mee rekent, uit te gaan van een genormaliseerd resultaat. Veelal wordt dan ook gekeken naar de gemiddelde resultaten over de afgelopen jaren. Bijzondere baten of lasten worden geëlimineerd. Deze methode heeft als nadeel dat de waarde niet wordt verdisconteerd met het potentieel van het bedrijf. Dit laatste komt meer tot zijn recht door ook te kijken naar de toekomstige resultaten en de hiermee te behalen vrije kasstromen. Met dit laatste krijg je beter beeld over de terugverdienperiode van de koopsom en van eventuele aanvullende investeringen. 2. | Discounted Cash Flow-methode (DCFM) Deze methode wordt veelal gebruikt naast de multiple-EBITDA methode om tot een zo goed mogelijke waarde-indicatie te komen. Het is ook de meest gebruikte methode in ‘overname-land’. Bij deze methode ligt de focus op de toekomstige verdiencapaciteit. De toekomstige kasstromen (hierna ook genoemd geldstromen) worden contant gemaakt. Dit houdt in dat toekomstige kasstromen worden gewaardeerd naar het moment van NU (t=o), door deze over een aantal jaren contant te maken tegen de gemiddelde kostenvoet voor eigen vermogen en vreemd vermogen. We noemen deze kostenvoet de WACC. Het WACC-percentage weerspiegelt de rendementseis (als investeerder/aandeelhouder). Een hoger risicoprofiel van de onderneming betekent vaak een hogere rendementseis. Dit leidt weer tot een lagere contante waarde van de toekomstige kasstromen en dus een lagere bedrijfswaarde. Geldstromen Belangrijk is dat gekeken wordt naar de verwachte inkomende en uitgaande geldstroom. Resultaat wordt alleen meegenomen indien het ook tot een geldstroom leidt. Bijvoorbeeld een toevoeging aan een voorziening drukt de winst, maar komt alleen in de kasstroom naar voren op basis van verwachte uitgaven. Als van een toevoeging in jaar 1 verwacht wordt dat deze in jaar 3 tot een uitgave leidt, dan komt deze ook bij de DCFM pas in jaar 3 als negatieve post tot uitdrukking. De uitkomst van de contant gemaakt vrije geldstromen wordt gezien als de waarde van de onderneming (in wezen de bedrijfsexploitatie). Let op, deze waarde is niet hetzelfde als de waarde van de aandelen van de BV die de onderneming uitoefent. Om vervolgens te komen tot de waarde van de aandelen (voor de aandeelhouder) moeten nog een aantal posten worden gecorrigeerd op de berekende ondernemingswaarde. WELKE SCHULDEN MAG JE WEL EN NIET AFTREKKEN? In de bovenstaande tabel vind je een opsomming van enkele schulden die wel en die niet worden afgetrokken van de berekende ondernemingswaarde en de indicatieve waarde van de aandelen in de BV met het bouwbedrijf verminderen. ZELFSTANDIGE VRUCHTDRAGER Daarnaast zijn er posten die tegenhanger zijn van de schulden en juist tot een hogere waarde van de aandelen leiden. Deze posten worden gezien als ‘zelfstandige vruchtdrager’. Het gaat dan om beleggingen, overtollige middelen en overige niet operationele activa. Het zijn posten die zelfstandig (los van de exploitatie) kunnen renderen. Zo kan een vordering op de DGA of een bedrijfspand afhankelijk van de situatie als ‘zelfstandige vruchtdrager’ worden aangemerkt en apart worden gewaardeerd. Samengevat wordt als volgt de waarde van de aandelen berekend: +/+ ondernemingswaarde (contante waarde vrije kasstromen) -/- waarde vreemd vermogen _____________________________________ waarde aandelen Meer weten? Het bepalen van de waarde van je bouwbedrijf lijkt wellicht complex en tijdrovend. Dit valt in de praktijk vaak mee. Scab bepaalt samen met jou de uitgangspunten en de prognose en dat maakt het rekenwerk eenvoudiger en het advies waardevol. Wil je meer informatie? Neem dan contact op met Marcel Muijtjens, manager fiscaal. Mail naar mmuijtjens@scabadvies.nl of bel 013-583 6737. Er komt een moment waarop je je de vraag stelt: ‘Wat is mijn bouwbedrijf eigenlijk waard?’ Dit kan zijn omdat je het bedrijf wil verkopen of - eventueel in het kader van een inkomens- en vermogensplanning of estate planning - omdat je graag wil weten wat je aan waarde hebt opgebouwd. EVEN VOORSTELLEN: SCAB ACCOUNTANTS EN ADVISEURS Deskundig zijn, eenvoudig doen. Dat is Scab. Sinds 1973 zijn we er door en voor de bouw. Wij ondersteunen ondernemers uit de bouw en aanpalende sectoren op het gebied van accountancy, fiscaal advies, loonadministratie en personeelsadvies. Dat maakt ons met recht dé bouwspecialist binnen onze branche. Scab verzorgt daarom met veel plezier vier keer per jaar de financiële rubriek voor BouwTotaal. Kijk voor meer info op scabadvies.nl. Schulden die niet worden afgetrokken Schulden die wel worden afgetrokken Schulden aan leveranciers Langlopende schulden aan de bank BTW laatste kwartaal Kortlopende schulden aan de bank Af te dragen loonheffing normale tijdvak Schulden aan DGA en groepsmaatschappijen Schuld pensioenfonds Overnamefinanciering Nog te betalen bedrijfskosten Schuld VPB Verschuldigde huur of operational lease Hypotheekschuld pand
PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 12 Welke dekvloer kies ik? Er is een grote keuze uit dekvloeren, om de constructieve vloer mee af te werken. Meest voorkomend zijn de cementgebonden dekvloer en anhydrietvloer. Maar er zijn talrijke andere opties mogelijk. Ook neemt de vraag naar circulaire dekvloeren toe. We geven een overzicht van de mogelijkheden. TEKST: ING. FRANK DE GROOT, MET DANK AAN NOA De keuze voor een dekvloer wordt bepaald door veel factoren. Denk aan de prijs, onderconstructie, snelheid van aanbrengen, beschikbaar personeel, circulariteit, milieubelasting, arbeidsomstandigheden, belasting en de toe te passen vloerafwerking. CALCIUMSULFAATGEBONDEN DEKVLOER Een calciumsulfaat gebonden dekvloer wordt ook wel een anhydrietvloer genoemd. De ondervloer moet vloeidicht zijn alvorens er een calciumsulfaatgebonden gietdekvloer op kan worden gegoten. Anders kan er lekkage optreden van de vloeibare mortel. De mortel wordt in twee richtingen in beweging gebracht door een zogenaamde dobberlat. Hierdoor vloeit de mortel vlak en is een vlakke, sterke vloer het resultaat. Een calciumsulfaatgebonden dekvloer is uitermate geschikt voor de toepassing van vloerverwarming. Een minimale laagdikte en een perfecte omsluiting van de leidingen zorgt voor een optimale warmte afgifte. Daarnaast is het aanbrengen arbeidsvriendelijk. CEMENTGEBONDEN DEKVLOER Een zandcement dekvloer wordt gevormd door een stevige mortel van zand, cement en water. Deze cementgebonden mix wordt aangebracht als deklaag over de ondervloer. Na droging is de harde, vlakke cementgebonden vloer een uitstekende ondergrond voor elke gewenste afwerking. Vraag een specialist om de juiste gebruikswaarde, huidtreksterkte, buigtreksterkte en druksterkte voor uw vloer te leveren. Bij het aanbrengen van een zandcement dekvloer moeten wel arboregels in acht worden genomen. Deze dekvloeren mogen in principe alleen nog met hulpmiddelen worden gemaakt, zoals een mechanische rei of vloerenrobot. Een uitzondering geldt voor situaties waar dit technisch niet mogelijk is. Zie ook het artikel ‘Arbo-regels aanbrengen zandcement dekvloer’. CHIPSVLOER Een chipsvloer is een kunststof vloerafwerking op basis van een epoxy hars of polyurethaan. Deze wordt decoratief ingestrooid met vlokken (chips). De vloer is waterdicht, bestand tegen diverse chemicaliën en gemakkelijk schoon te maken. Een chipsvloer wordt ook wel een flakesvloer of vlokkenvloer genoemd. De vlokken zijn in vele kleuren leverbaar. COATINGVLOER Een coatingvloer of vloercoating is een dunne kunststof toplaag van blanke of gepigmenteerde kunsthars die over een bestaande vloer heen aangebracht wordt. Een coatingvloer is stofvrij en gemakkelijk te onderhouden. Een coating kan op vrijwel elke ondergrond aangebracht worden, maar is het meest geschikt voor vlakke ondervloeren van cement, beton of anhydriet. Er zijn uiteenlopende kleuren mogelijk, transparant en zowel in een matte, glanzende als ingestrooide uitvoering. COMPUTERVLOER Een computervloeren systeem is een verhoogd vloerensysteem dat een hoge mate aan flexibiliteit en installatievrijheid biedt. Bij een computervloer worden vloerpanelen geplaatst op stalen vijzels. Deze vijzels worden verlijmd of wanneer noodzakelijk vast geschroefd. De panelen zelf blijven uitneembaar, zodat de ruimte eronder intensief bekabeld kan worden en voor werkzaamheden te allen tijde toegankelijk blijft. Ook is deze vloer circulair, doordat deze weer demonteerbaar is. DROGE ZWEVENDE VLOER Een droge zwevende vloer levert een enorme tijdbesparing op ten opzichte van het aanmaken en storten van natte cementdekvloeren of anhydrietvloeren. Daarom heeft deze vloer een toenemende belangstelling binnen de nieuwbouw en renovatie. Droge dekvloeren zijn daarnaast dunner en lichter en voldoen aan de hoogste eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Met de droge vloerelementen kan strak en snel een dekvloer gemonteerd worden. Er zijn hoge normen te halen op het gebied van geluidsisolatie, thermische isolatie en brandwerendheid. Ook zijn droge zwevende vloeren circulair, doordat ze eenvoudig demonteerbaar zijn. Er zijn diverse typen zwevende dekvloeren. Veelal betreft het een plaatmateriaal op een droge uitvlaklaag. Dat kunnen bijvoorbeeld perlietkorrels zijn of isolatieplaten. Bij vloerverwarming betreft dit vaak isolatieplaten met sleuven, waarin de leidingen komen. Ook zijn er systemen waarbij de toplaag een gipsvezelplaat is met ingefreesde leidingsleuven (Knauf Brio). Hier komt alleen nog een dunne egalisatielaag overheen. Fermacell biedt ‘Vloerelementen’ aan die bestaan uit twee in de fabriek verlijmde fermacell platen van 150 x 50 cm met een dikte van 10 mm of 12,5 mm. Naar wens zijn deze vloerelementen verkrijgbaar zonder isolatiemateriaal of als samengestelde elementen met isolatielaag aan de onderzijde. Calciumsulfaatgebonden gietdekvloer. Lichtgewicht zandcement dekvloer. Foto: Bruil. Chipsvloer. Foto: Unicoat Vloeren. Aanbrengen twee-componenten transparante PU-coating op cementgebonden vloer. Foto: Weber Beamix. Droge dekvloer Knauf Brio met vloerverwarming. Aanbrengen cementgebonden gietdekvloer.
www.bouwtotaal.nlRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=