BouwTotaal 9 - 2024

9 NUMMER 9 - OKTOBER 2024 ACTUEEL Den Haag update Nieuws vanaf het Binnenhof ER IS WEER EEN MINISTERIE VAN VRO Het zal sommigen wellicht zijn ontgaan, maar we hebben sinds 2 juli 2024 weer een Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening (VRO). Het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) werd in 2010 opgeheven. Weet je het nog? Het vorige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening was in 1965 de opvolger van het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, en werd ingesteld door het kabinet-Cals. Door ruimtelijke ordening in de naam op te nemen wilde men aangeven hoe belangrijk men dit beleidsterrein achtte. Andere beleidsterreinen waren woningbouw, woningsanering, woonruimteverdeling, stadsvernieuwing, dorpsvernieuwing en het huurbeleid. Na de toevoeging van milieubeleid als beleidsterrein werd in 1982 de naam aangepast en ging het ministerie verder als Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. In 2010 werd VROM opgeheven en zijn de taken ondergebracht bij andere ministeries: het ministerie van Infrastructuur en Milieu, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. MINISTER VOOR VRO Vanaf 10 januari 2022 hadden we weer een minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Dat was Hugo de Jonge. Op 5 september 2023 werd hij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en er kwam geen opvolger in het kabinet-Rutte IV. De minister voor (dus niet ‘van’) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening was een Nederlandse ministerspost zonder portefeuille, die bij de formatie van het kabinet-Rutte IV werd gecreëerd. De functie viel toen onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. MINISTERIE VRO Toen het kabinet-Schoof op 2 juli 2024 aantrad, werd het ministerie zelfstandig en werd Mona Keijzer (BBB) minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook het Rijksvastgoedbedrijf is onderdeel van VRO, hier worden de rijksgebouwen en rijksgronden beheerd. Op de website van het ministerie lezen we letterlijk: ‘Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening (VRO) werkt aan de basis van onze samenleving. Wij zorgen ervoor dat iedereen kan wonen en leven in een prettige omgeving. Daarnaast zorgen wij voor een goede verdeling van de schaarse ruimte in Nederland.’ Kortom; we hebben weer een ministerie VRO, maar dan zonder de ‘M’ van milieu. Milieu is nu ondergebracht bij de ministeries Infrastructuur en Waterstaat (lucht, bodem en water), Klimaat en groene Groei en bij Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal  frank@handelsuitgaven.nl HOGE OMZETGROEI BIJ INSTALLATEURS VOORBIJ Maurice van Sante ING Research  maurice.van.sante@ing.com DALING OMZETGROEI BEGIN 2024 NA FLINKE STIJGING IN 2023 In het eerste kwartaal van dit jaar daalde de omzet in de installatiebranche licht met -1% gevolgd door slechts een minimale groei in het tweede kwartaal. In 2022 en 2023 liet de sector nog een enorme omzetgroei zien van meer dan 10% in beide jaren. Dit werd vooral gedreven door de enorme vraag naar energiebesparende maatregelen. Nu energieprijzen weer gedaald zijn (maar niet naar oude niveaus van voor de energiecrisis), is deze vraag afgenomen. Daarnaast is ook de vraag uit de nieuwbouw afgenomen door de gedaalde woningbouwvolumes . LICHT HERSTEL VAN ORDERPOSITIES Sinds eind 2023 neemt de tevredenheid van installateurs over hun orderpositie echter weer toe. De werkvoorraad is in het tweede kwartaal van dit jaar ook weer gestegen naar 11,8 maanden werk ten opzicht van 11,2 in dezelfde periode een jaar eerder. Installateurs die actief zijn in de nieuwbouw van woningen zijn over het algemeen nog wel negatief. Maar ook zij zien het laatste half jaar de orderpositie weer verbeteren. Installateurs in de renovatie- en onderhoudsmarkt zijn over het algemeen (nog) positief in het tweede kwartaal. De enquête is echter voor het uitkomen van hoofdlijnenakkoord afgenomen. Het is mogelijk dat hun orderposities negatief worden beïnvloed door het voornemen om de salderingsregeling voor zonnepanelen zonder afbouw af te schaffen vanaf 2027. Daarnaast speelt mee dat een (hybride) warmtepomp bij vervanging van een cv-ketel per 2026 niet meer verplicht is. AANTREKKENDE NIEUWBOUW EN STRUCTURELE VRAAG NAAR VERDUURZAMING We verwachten dat installateurs vanaf 2025 zullen profiteren van de verwachte groei van BOUWMONITOR B&U de nieuwbouwproductie in de woningbouw. Wel zorgt het nieuwe beleid uit het hoofdlijnenakkoord er waarschijnlijk voor dat de vraag naar verduurzamingsmaatregelen, zoals warmtepompen en zonnepanelen, op korte termijn afneemt. Op de lange termijn verwachten we dat deze vraag echter wel hoog blijft, vanwege de klimaatdoelstelling van energieneutraliteit in 2050. Periodieke keuring publieke gebouwen  Ingenieursbureau Iv voert periodieke inspecties uit in Feyenoordstadion De Kuip. Openbare gebouwen waar meer dan 5.000 mensen kunnen samenkomen, moeten vanaf 1 juli 2024 periodiek worden gekeurd op constructieve veiligheid. De wettelijke verplichting is opgenomen in Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De wetswijziging komt niet uit de lucht vallen. Door incidenten in bijvoorbeeld voetbalstadions is de urgentie en noodzaak voor veilige publieke gebouwen flink toegenomen. Denk aan de instorting van een deel van het dak van de Grolsch Veste in Enschede (7 juli 2011) en het AFAS Stadion in Alkmaar (10 augustus 2019) en een tribune-element in De Goffert in Nijmegen (17 oktober 2021). Daarom is een periodieke keuring van de constructieve veiligheid van publieke gebouwen vanaf 1 juli verplicht. De beoordeling moet worden uitgevoerd door een onafhankelijke, deskundige partij die niet betrokken was bij het oorspronkelijk ontwerp en moet plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van een Registerontwerper of Registertoetser B in het Constructeursregister. Bevoegd gezag zal erop toezien dat de beoordeling ook daadwerkelijk plaatsvindt. VOOR WELKE GEBOUWEN? De periodieke keuring wordt gefaseerd ingevoerd. In de eerste fase gaat het om gebouwen die na 1950 zijn gebouwd (of verbouwd) en die bestemd zijn voor minimaal 5.000 personen. Het betreft gebouwen uit gevolgklasse 3 (conform NEN-EN 1990). Dat zijn gebouwen met een bijeenkomstfunctie, een onderwijsfunctie, een sportfunctie of overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer. Hieronder vallen onder andere concertzalen, theaters, stadions, tribunes, bioscopen, evenementenhallen, sporthallen, gebedshuizen, onderwijsgebouwen, winkels en/of winkelcentra en stationsgebouwen. Uiteindelijk zullen ook beheerders van gebouwen waar 500 personen tegelijkertijd kunnen verblijven, de periodieke keuring moeten ondergaan. Deze fase wordt pas verder ontwikkeld na evaluatie van de nu komende keuringsronde. Belangrijk bij de beoordeling is NTA (Nederlandse Technische Afspraak) 8790 ‘Periodieke beoordeling betrouwbaarheid van constructieve veiligheid van bestaande bouwwerken’. Deze NTA heeft een risico-gestuurde aanpak. Daarbij wordt gekeken naar de kans op bezwijken van een constructieonderdeel en de gevolgen ervan. Er moet zowel een initiële beoordeling als een periodieke beoordeling plaatsvinden. De initiële beoordeling voor gebouwen voor fase 1 moet zijn uitgevoerd vóór 1 juli 2025. De frequentie van de periodieke beoordeling is afhankelijk van het risico en varieert tussen de drie en de tien jaar.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=