BouwTotaal 01/02 - 2024

9 NUMMER 1/2 - FEBRUARI 2024 THEMA WKB WELKE VOORDELEN BIEDT DE WKB? Er is nog veel weerstand bij aannemers ten aanzien van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Zo is men bevreesd voor hogere kosten, extra administratie, intensievere controle en grotere aansprakelijkheid voor verborgen gebreken. Maar gelukkig zijn er juist veel voordelen te behalen!  Foto: KOMO. Natuurlijk is het wennen aan het werken onder de nieuwe Wkb, maar het biedt aannemers ook veel voordelen: ◼ Fors lagere faalkosten. Afwijkingen van de bouwregelgeving worden door controle van de kwaliteitsborger eerder ontdekt. Hierdoor neemt ook de kans op bouwfouten af. Wie wil dat nu niet: minder fouten maken? ◼ Gegevens ontwerp hoef je niet meer vroegtijdig aan te leveren bij gemeente. Onder de Wkb doe je een bouwmelding bij de gemeente, voordat met de bouw mag worden begonnen. Met de bouwmelding geef je aan op welke locatie een bouwactiviteit uitgevoerd gaat worden en hoe de kwaliteitsborging is geregeld. Aan de melding moeten verder een risicobeoordeling van de bouwactiviteit en een borgingsplan worden toegevoegd. Een bouwmelding kan worden gedaan via het Omgevingsloket en moet uiterlijk vier weken voor de start van de bouwactiviteit worden gedaan. ◼ Mogelijk doorlooptijdverkorting vergunningsproces. In het nieuwe proces controleert de gemeente alleen nog maar op ruimtelijke eisen, zoals welstand en bestemming. Omdat de kwaliteitsborger het proces continu toetst aan de bouwregelgeving, hoef je dus niet te wachten op beslissingen van de gemeente ten aanzien van de technische bouwactiviteiten. Na afronding van de werkzaamheden moet je een gereedmelding doen. Wie zijn werk goed doet, kan snel door! ◼ Toetsen van de kwaliteitsborger zijn afgestemd op bouwproces; dat biedt efficiencyvoordeel. Ook al omdat je van te voren een risicobeoordeling moet maken en borgingsplan zijn verrassingen bijna uitgesloten. ◼ Extra set ogen werkt ‘disciplinerend’. Je bent toch geneigd om zorgvuldiger te werken als je weet dat je wordt gecontroleerd. ◼ Kennis inbreng kwaliteitsborger werkt kwaliteitsverhogend. Een kwaliteitsborger weet uit ervaring waar er problemen kunnen ontstaan. ◼ Rapportage kwaliteitsborger is ook bewijsvoering met betrekking tot aansprakelijkheid. Alles wordt immers vastgelegd, ook vaak met beeld. en aanwezigheid van bepaalde installaties. ◼ Informatie aanleveren aan kwaliteitsborger, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan bouwregelgeving. ◼ De aannemer moet bij oplevering een consumentendossier aan de consument/ opdrachtgever overhandigen. Hierin staat informatie over wat er gebouwd is en kan de opdrachtgever nagaan of hij/zij ook datgene heeft gekregen wat is afgesproken. Daarnaast krijgt de opdrachtgever informatie over hoe om te gaan met de installaties die in het werk aanwezig zijn en de wijze waarop deze installaties en overige onderdelen van de bouw onderhouden moeten worden. Wat verandert er nog meer? ◼ Bij aanneming van bouwwerken is (en blijft) de aannemer na inwerkingtreding van de Wkb aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Hiervan kan niet ten nadele van de particuliere opdrachtgever worden afgeweken. In andere gevallen kan hier alleen van worden afgeweken indien dit contractueel is overeengekomen. ◼ De uitspraak over het voldoen aan de bouwregelgeving verschuift van ontwerp naar gereed product. Er is een opleveringsverklaring nodig van de kwaliteitsborger voor gereedmelding bij de gemeente en ingebruikname van het gebouw. ◼ De 5%-regeling voor de woningbouw gaat veranderen. Het komt neer op vrijgave van de laatste 5% op expliciet aangeven van de consument/opdrachtgever. De bouwer moet daarom het moment van oplevering duidelijk communiceren aan de consument/opdrachtgever. ◼ De aannemer heeft bij woningbouw een informatieplicht en moet de consument/ opdrachtgever informeren over de wijze van verzekeren voor gebreken en afbouw. WAT ZIJN GEVOLGKLASSEN? De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt als eerste ingevoerd voor bouwactiviteiten die vallen in gevolgklasse 1 (laag risico). Het streven is nu, dat na vijf jaar het stelsel van de Wkb wordt uitgebreid naar overige gevolgklassen 2 en 3. Maar wat houden die gevolgklassen eigenblijk in? GEVOLGKLASSE 1: WAT VALT HIERONDER? Bouwen en verbouwen van de volgende gebruiksfuncties valt volgens artikel 2.17 van het Bbl onder gevolgklasse 1: 1. een niet in een woongebouw gelegen grondgebonden woonfunctie, niet zijnde een woonfunctie voor zorg of een woonfunctie voor kamergewijze verhuur, en nevenfuncties daarvan; 2. een woonfunctie en nevenfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk een drijvend bouwwerk betreft; 3. een niet in een logiesgebouw gelegen grondgebonden logiesfunctie; 4. een industriefunctie en nevengebruiksfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk uit niet meer dan twee bouwlagen bestaat; 5. een industriefunctie als nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie, voor zover gelegen in een bijbehorend bouwwerk van niet meer dan twee bouwlagen; 6. een bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde voor een infrastructurele voorziening bestemd voor langzaam verkeer, voor zover niet gelegen over een rijks- of provinciale weg en met een te overbruggen afstand van niet meer dan 20 meter; of 7. een ander bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde dat niet hoger is dan 20 meter, met uitzondering van een infrastructurele voorzieningen bestemd voor verkeer anders dan bedoeld onder f en bouwwerken met een waterkerende functie. Er zijn ook enkele uitzonderingen. Een bouwactiviteit van niet onder gevolgklasse 1 als: ◼ Het een monument betreft. ◼ Voor het gebruik een melding brandveilig gebruik nodig is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een industriefunctie met meer dan 150 werkplekken. ◼ Voor het gebruik een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit nodig is. ◼ De constructieve veiligheid of de brandveiligheid via een gelijkwaardige oplossing is opgelost of voor de omvang van de brandcompartimenten gebruik gemaakt is van de rekenregels voor grote brandcompartimenten (NEN 6060 / NEN 6079). BOUWSECTOR Dit betekent dat voor de bouwsector – vrij vertaald - grondgebonden eengezinswoningen, waterwoningen, grondgebonden logeergebouwen (vakantiehuizen en dergelijke) en bedrijfsgebouwen van maximaal twee bouwlagen onder gevolgklasse 1 vallen. Infrasector In de infrasector vallen fiets- en voetgangersbruggen met een maximale overspanning van 20 meter en niet gelegen boven een rijks- of provinciale weg, onder gevolgklasse 1. Dat geldt ook voor GSM-masten, keermuren, nutsbouwwerken, reclamezuilen, windmolens, duikers, leidingstelsels en dergelijke, die niet hoger zijn dan 20 meter. Een groot deel van deze bouwwerken is echter, net als nu, vergunningsvrij. Voorbeelden zijn een ondergronds buis- en leidingstelsel (duiker), bouwwerken ten behoeve van verkeersgeleiding of tijdelijke constructies bij bouwprojecten, zoals een damwand. Voor deze bouwwerken hoeft straks ook geen kwaliteitsborger ingeschakeld te worden. GEVOLGKLASSEN 2 EN 3 De exacte beschrijving van gevolgklassen 2 en 3 is nog niet definitief. Deze gevolgklassen blijven vooralsnog het reguliere publieke traject volgen van vergunningverlening, toezicht en handhaving van bevoegd gezag. Globaal kunnen we wel zeggen: ◼ Gevolgklasse 2. Kans op maatschappelijke of persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hierbij valt te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen, woongebouwen tot 70 meter hoogte. ◼ Gevolgklasse 3. Kans op aanzienlijke maatschappelijke of persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Denk aan metrostations, ziekenhuizen, sporthallen, stadions en gebouwen hoger dan 70 meter.  Foto: Spaansen Bouwsystemen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=