BouwTotaal 12 - 2023

9 NUMMER 12 / DECEMBER 2023 ACTUEEL Den Haag update Nieuws vanaf het Binnenhof WETSVOORSTEL COLLECTIEVE WARMTE Om klimaatverandering tegen te gaan moeten Nederlandse woningen en gebouwen in 2050 aardgasvrij zijn. In de komende jaren moet er daarom veel gebeuren om zo’n 2,6 miljoen extra aansluitingen op collectieve warmtesystemen te verwezenlijken als alternatief voor gas. Met het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw) staat de groei en verduurzaming van deze collectieve warmtesystemen centraal. Belangrijke uitgangspunten zijn hierbij om burgers zo veel mogelijk zekerheid te bieden, collectieve warmte te verduurzamen en de inrichting en sturing van collectieve warmtesystemen te moderniseren. Zo zorgt de wet voor bescherming van consumenten tegen onnodig hoge tarieven. Ook biedt de wet meer transparantie en komen toekomstige warmtebedrijven voor meer dan 50% in handen van (lokale) overheden. Op deze manier is er meer publieke sturing die bijdraagt aan de duurzaamheid, betaalbaarheid en leveringszekerheid van de warmtelevering aan huishoudens en bedrijven. VAN HET GAS AF “Als we betaalbare en duurzame warmte willen voor Nederlandse burgers en bedrijven dan moeten we van het gas af”, zegt Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie. “Het regelen van extra aansluitingen op collectieve warmtesystemen is dan een belangrijke voorwaarde. Met de Wet collectieve warmte kunnen we hiermee aan de slag: we zetten consumenten centraal en vergroten de publieke sturing bij de uitvoering van deze transitie. Zo dragen we bij aan de betaalbaarheid, duurzaamheid en leveringszekerheid voor alle huishoudens en bedrijven.” De Wcw raakt aan belangen van burgers, bedrijven, lokale overheden en warmtebedrijven. Daarom is input van deze betrokkenen meegenomen bij het opstellen van het wetsvoorstel, onder andere via verschillende stakeholderbijeenkomsten, een internetconsultatie en de mogelijkheid voor koepels om te reageren op conceptvoorstellen. Het wetsvoorstel zoals dat voor advies aan de Raad van State is aangeboden is sinds 23 november openbaar. Na advisering van de Raad van State zal het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden worden. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal  frank@handelsuitgaven.nl PROBLEMEN VOOR IN KETEN BIJ NIEUWBOUW FLINK VOELBAAR Maurice van Sante ING Research  maurice.van.sante@ing.com Woningbouwprojecten hebben last gehad van de terugvallende woningmarkt door onder andere de hogere rente, hoge bouwprijzen, tekort aan bouwgrond en vaak complexe projectontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat het bouwvolume onder druk staat. Voorin de keten is dit al duidelijk voelbaar. Het aantal bouwvergunningen is teruggelopen en ook de omzetten bij projectontwikkelaars lopen terug. Lichtpuntjes zijn er ook. Zo zijn de afgelopen drie maanden de huizenprijzen weer aan het stijgen en namen de verkopen nieuwbouw in september en oktober weer toe. PERSONEELSTEKORTEN STRUCTUREEL, MAAR NEMEN WEL AF Veel bouwbedrijven geven nog aan dat ze productiebelemmeringen hebben door personeelstekorten, al is dit wel afgenomen. Waren eerder bij 25% van de bouwondernemers urgente personeelstekorten, in oktober was dit nog slechts bij 10% het geval. Ook het aantal bedrijven dat verwacht nog nieuw personeel aan te nemen is flink gedaald tot 4%. Bouwbedrijven sorteren daarmee waarschijnlijk al voor op minder werkzaamheden in 2024. MATERIAALTEKORTEN EN PRIJSVERHOGINGEN ZO GOED ALS VERDWENEN De materiaaltekorten zijn het afgelopen jaar flink afgenomen, doordat ook internationale handelsketens na de coronacrisis weer op gang zijn gekomen. Ook de toelevering van bouwmaterialen (van vooral technische componenten) is hierdoor weer verbeterd, waardoor bouwbedrijven minder productiebelemmeringen kennen door bouwmaterialen die BOUWMONITOR B&U niet (op tijd) geleverd kunnen worden. Door de afnemende schaarste van bouwmaterialen stijgen de prijzen minder hard. Ook de, in sommige segmenten, afnemende vraag zet hierbij de prijzen onder druk. Geef klimaatkwetsbare wijken prioriteit Klimaatrisico’s zijn nu nog nauwelijks ingeprijsd, waardoor woningen met hogere klimaatrisico’s zelden een prijskorting hebben bij woningaankopen. Hierdoor drukken de lasten van potentiële klimaatschade in de toekomst onevenredig zwaar op kopers, terwijl bij huizenbezitters onderwaarde dreigt, wat kan leiden tot een restschuld. Dat concludeert ABN AMRO in de studie ‘Stapeling klimaatrisico’s en financiële draagkracht op de woningmarkt’, die 28 november werd gepubliceerd. In het ABN AMRO-rapport wordt voor het eerst inzichtelijk gemaakt op welke locaties in Nederland klimaatrisico’s zich opstapelen en de financiële kwetsbaarheid van bewoners hoog is. Uit het onderzoek blijkt dat in 90 kwetsbare wijken twee of meer risico’s zich opstapelen. Voor deze analyse zijn voor het eerst data van drie belangrijke bronnen gecombineerd: 1. De Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Deze dataset bevat gegevens van alle adressen en gebouwen in Nederland. Door een filter toe te passen op de functie ‘Wonen’ kunnen alle woningen in Nederland geselecteerd worden. 2. Data van het CBS zijn gebruikt om wijk- en buurt gegevens te koppelen aan alle woningen in Nederland. Door middel van een koppeling op woningniveau bieden wijk- en buurtstatistieken inzichten in de risico’s van wijken. 3. De Klimaateffectatlas is een open platform met klimaatdata. Het Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen is eveneens een open platform dat kaartlagen specifiek voor overstromingen beschikbaar stelt. De klimaatrisico-kaarten voor overstromingsrisico én funderingsrisico zijn geografisch op basis van de coördinaten van elke woning gekoppeld. Hierdoor is voor alle woningen vast te stellen welke huizen wél en géén klimaatrisico hebben. KWETSBAARHEID KLIMAATRISICO’S Wijken die in de analyse als ‘klimaatkwetsbaar’ zijn aangemerkt, zijn gebieden waar de kans groot is dat bewoners klimaatrisico’s onvoldoende kunnen dragen. In zo’n wijk heeft meer dan 10 procent van de woningen een middel- of groot fysiek klimaatrisico (overstroming, fundering of verduurzaming), een gemiddelde WOZ-waarde lager dan 350.000 euro en is het gemiddeld huishoudinkomen lager dan 35.000 euro. Zulke wijken bevinden zich veelal in steden en in het noorden en westen van Nederland. Hier zijn veel landelijke gebieden op veen- of kleigronden die bij langdurige droogte gemakkelijk uitdrogen. In het geval van overstromingen liggen de meest kwetsbare wijken langs de Maas. Daar liggen de WOZ-waarde en het gemiddeld inkomen lager dan in de rest van Nederland en is het percentage inwoners dat een eigen huis bezit relatief hoog. HERSTELFONDS KLIMAATSCHADE De gevolgen van klimaatverandering kunnen de waarde van panden op specifieke locaties geleidelijk doen afnemen. “Het geaggregeerde beeld van Nederland laat zien dat de problemen lang niet overal spelen, maar dat er wijken zijn waar de risico’s stapelen. Hier is maatwerk vereist - zoals een herstelfonds voor klimaatschade waarin ook de verduurzaming kan worden aangepakt”, zegt Bram Vendel, Econoom Woningmarkt bij ABN AMRO. “Onze studie maakt voor het eerst inzichtelijk waar de meest klimaatkwetsbare wijken in Nederland liggen. Maar voor heel Nederland geldt dat de fysieke klimaatrisico’s – in tegenstelling tot verduurzaming - nauwelijks een rol spelen bij de aankoop van een woning. Dit vertraagt het aanpassingsproces en het herstelvermogen om de schade te beperken. Het is daarom cruciaal om het bewustzijn van klimaatrisico’s bij alle partijen te vergroten. Bijvoorbeeld door de draagkracht voor schadeherstel van kopers onderdeel te maken van het hypotheekgesprek.” Overheid, eigenaren en financiële instellingen zouden volgens ABN AMRO samen prioriteit moeten geven aan de klimaatkwetsbare wijken, te beginnen in de negentien klimaatkwetsbare wijken waar meer dan 70 procent van de panden in particulier eigendom is.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=