BouwTotaal 11 - 2022

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 40 Richtlijnen lijmen en egaliseren op anhydriet gietdekvloer Steeds vaker zien we in zowel woning- als utiliteitsbouw calciumsulfaatgebonden gietdekvloeren, waaronder bijvoorbeeld de bekende anhydriet vloeren. Deze vloeren zijn een goed alternatief voor zandcement dekvloeren en vormen een prima ondergrond voor diverse vloerafwerkingen. Voor een optimaal resultaat gelden wel enkele belangrijke voorwaarden. Samen met Forbo Eurocol geven we afbouwtips. Hoe kun je altijd een perfecte vloerafwerking bereiken? TEKST EN BEELD: FORBO EUROCOL VLOERVERWARMING We beginnen met een vloer met vloerverwarming. Die wordt steeds populairder doordat de warmtepomp in opkomst is. Op de constructievloer kan een calciumsulfaatgebonden gietdekvloer worden aangebracht op een dunne tussenlaag en/of isolatie met vloerverwarming. Op deze vloerverwarmingleidingen moet de dekking van de gietdekvloer minimaal 25 mm bedragen. Voordat de vloerafwerking wordt aangebracht moet de vloerverwarming in bedrijf zijn geweest. Deze eerste opwarming moet worden uitgevoerd middels het opstartprotocol. Door het opstarten van de vloerverwarming kan de droogtijd van de vloer aanzienlijk worden verkort omdat het restvocht uit de verharde dekvloer wordt verdreven. OPSTARTPROTOCOL • Het activeren van het vloerverwarmingssysteemmag op zijn vroegst plaatsvinden zeven dagen nadat de gietdekvloer is aangebracht. • De aanvangstemperatuur op dag 1 moet worden ingesteld op 20 °C. Bij het opstoken moet de watertemperatuur met maximaal 5 °C per dag worden opgevoerd. • Nadat de maximale bedrijfstemperatuur (40 °C) is bereikt, moet deze gedurende drie dagen worden aangehouden. • Daarna moet de watertemperatuur worden afgebouwd met maximaal 5 °C per dag tot de oorspronkelijke waarde vóór het opstoken. • Geadviseerdwordt ook deze oorspronkelijkewaarde vervolgens weer drie dagen aan te houden. • Het activeren van de vloerverwarming draagt bij aan de droging van de vloer. Indien na het doorlopen van bovenstaand protocol het restvochtgehalte van de vloer nog te hoog is, kan de procedure worden herhaald. VOCHTPERCENTAGE  Meten vochtgehalte. Allereerst moet met behulp van een CM-Gerät het vochtpercentage in de gietdekvloer te worden vastgesteld. Om tot een exacte vaststelling van het vochtpercentage te komen, zal er gemeten moeten worden met een hoeveelheid verzamelde mortel van 50 gram. Men moet zich ervan overtuigen, dat in een later stadium het vastgestelde vochtpercentage in de gietdekvloer niet kan oplopen door vochttransport vanuit de constructievloer of welke zijde dan ook. Het maximaal toegestane restvocht-percentage is voor de verwerking van: Tapijt: max. 1,0 % Naaldvilt: max. 1,0 % Linoleum: max. 0,5 % Homogene PVC: max. 0,5 % Cushion vinyl: max. 0,5 % Rubber: max. 0,5 % Kurkparket: max. 0,5 % VOCHTSCHERM Het is mogelijk onder calciumsulfaatgebonden gietdekvloeren een vochtschermmiddels toepassing van een dampdichte PE-folie (één of tweelaags) tot langs de zijkanten aan te brengen. Dit verhindert dat vocht uit de draagvloer in de dekvloer kan komen. In een goed geventileerde ruimte bedraagt de droogtijd van de calciumsulfaatgebonden gietdekvloer circa één week per 10 mm dikte tot een dekvloer van circa 40 mm dik. Dikkere dekvloeren drogen relatief langzamer. In de praktijk zal dan ook een vochtmeting pas na circa vijf weken nut hebben, afhankelijk van het type vloerafwerking, relatieve luchtvochtigheid, temperatuur en ventilatie. TOPLAAG Het oppervlak van de calciumsulfaatgebonden gietdekvloer moet nu beoordeeld worden. De hecht- en druksterkte kwaliteit van de vloer moet voldoen aan de eisen overeenkomstig de CUR-aanbeveling 107 ‘Gietvloeren met calciumsulfaat als bindmiddel’ (voorheen 62). Indien de toplaagconditie niet optimaal is, bijvoorbeeld door aanwezigheid van een calciumcarbonaathuidje of andere onsterke lagen, dan de gietdekvloer schuren of borstelen. De vloerlegger/ tegelzetter beoordeelt zelf of de conditie van de toplaag in orde is. Ook indien de gietdekvloer reeds door de applicateur is geschuurd, moet alsnog worden nagegaan of dit goed is uitgevoerd. Een eenmaal geaccepteerde ondervloer valt verder onder verantwoording van de vloerlegger/tegelzetter. Bij twijfel aan de kwaliteit van de sterkte van de toplaag kan de fabrikant van de gietdekvloer een officiële meting uitvoeren. Deze beoordeelt de gietdekvloer middels een genormeerde huidtreksterkte proef. Een handig hulpmiddel om zelf de sterkte van de toplaag te beoordelen,  Vloer schuren.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=