BouwTotaal 5 - 2020

THEMA BRANDVEILIGHEID 15 weren, zodat als de brand achter de gevelbekleding langs omhoog kruipt, de brandweer daar niets tegen kan doen. Kortom, de gevel moet op grote hoogte inherent bestand zijn tegen de reëel mogelijke ontstekingsscenario’s: ook zonder hulp door de brandweer mag bij die scenario’s geen snelle brandvoort- planting over een grote oppervlakte en hoogte plaatsvinden. De reëel mogelijke scenario’s zijn: 1. uitslaande vlammen uit raam woning; 2. brandende vuilcontainer op de be- gane grond tegen de gevel aan. Vluchtroutes vol rook Door de hitte sprongen op hogere verdiepingen de ramen en sloeg de brand naar binnen. Door onder andere het vluchten van bewoners (zowel via de trap als de liften) kwamen trappenhuis en hallen vol te staan met rook, die door de ontoereikende rook/warmte-afvoer niet adequaat kon worden verwerkt. Mede daardoor en het niet of moeizaam kunnen bereiken van de droge blus- leiding, kon de brandweer op grotere hoogte ook vrijwel niet van binnenuit blussen. Bouwbesluit 2012 Het Bouwbesluit stelt eisen aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) tussen ruim- ten, bepaald volgens NEN 6068. Voor geveldelen tot 2,5 meter en boven de 13 meter ten opzichte van meetniveau is bij nieuwbouw brandklasse B volgens NEN-EN 13501-1 voorgeschreven, voor overige geveldelen een klasse C of D. De bijdrage aan de brandvoortplanting van een constructie wordt bepaald in de SBI-test (Single Burning Item, NEN-EN 13823). Deze test bepaalt de eigenschappen van een product, of van een gevelsysteem opgebouwd uit één of meer gevelproducten, zo veel mogelijk in hun werkelijke toepassing. Het brandgedrag van een bouwproduct aan de binnenzijde van een geventileerde spouw kan echter sterk afwijken van het brandgedrag van datzelfde product aan de vrije buitenzijde. Dat komt door het vermogen van een brand aan de gevel, de trek in de spouw en de interactie met overige materialen in en aan de overzijde van de spouw. Het gedrag in de spouw is met de standaard testmethode niet goed te bepalen, om- dat niet alle openingen naar de spouw in de proefopstelling kunnen worden opgenomen. De bijdrage aan de brandvoortplanting van een gevelconstructie wordt in de SBI-test bepaald met een proefstuk waarin de gevelopbouw, binnen de beperkingen van de proefstukomvang, zo goed mogelijk is nagebootst. Helaas geldt dat niet voor de aansluitingen op aangrenzende constructieonderdelen in de gevel, zoals een raamkozijn. Dit laatste is belangrijk waar deze aanslui- tingen in de praktijk verbindingen zijn met de buitenlucht. Het zijn dan vaak de plaatsen waar vlammen de constructie in en uit kunnen. Voor een realistische klassering zouden de aansluitingen daarom in het proefstuk van een test moeten worden opgenomen, en wel zo dat zij door de testbrand worden belast. Deze effecten zijn één reden waarom een gevel die is samengesteld uit klas- se B-producten nog geen constructie hoeft op te leveren met een B-klasse. Optellen brandklassen? Redeneren vanuit de brandklasse van elk product apart kan door de ge- schetste problematiek gemakkelijk tot de verkeerde conclusie leiden: „ B plus B is B? Een gemakkelijk brandbare PE-folie bijvoorbeeld kan, als die redelijk dun is, klasse B halen omdat de vrijkomende warmte klein is. In een gevelcon- structie met de folie tussen andere klasse B brandbare componenten kan de brandende folie de overige producten aansteken, waardoor meer warmte vrijkomt dan bij de beproeving van de afzonderlijke producten, en de combinatie slech- ter scoort dan B. „ A1 plus E is A1? Een gevelconstruc- tie met een gemetseld buitenblad zonder openingen naar de achter- liggende spouw en gemakkelijk brandbare isolatie erachter. Het buitenblad schermt achterliggende componenten zo goed af voor de brand, dat zij bij blootstelling aan de voorzijde niet kunnen bijdragen aan de brandvoortplanting. Dat kan echter geen A1 opleveren, omdat voor A1 ook alle lagen van een gelaagd product apart aan een eis moeten voldoen. Het gevelpakket kan wel gemakkelijk voldoen aan B. „ A1 plus E is E? Een gevelconstructie met een gemetseld buitenblad met openingen naar de spouw erachter, en gemakkelijk brandbare isolatie erachter. Het buitenblad schermt achterliggende componenten niet goed af voor de brand, zodat zij kunnen bijdragen aan een snelle brandvoortplanting. A1 plus E kan dus ook E zijn. „ A1 plus A2 is B? Een gevelconstruc- tie samengesteld uit A1- en A2-pro- ducten levert een B-klasse gevel of beter; daarvoor is geen test nodig. Conclusies Het Bouwbesluit stelt eisen aan de brandklasse voor ‘een zijde die grenst aan de buitenlucht’. Dit wordt niet zel- den geïnterpreteerd als: ‘de buitenzijde van de gevel moet aan een minimale brandklasse voldoen’. Bij een geven- tileerde spouwgevel gaat deze vlieger niet op, omdat niet alleen de buiten- schil, maar ook de spouwmaterialen in contact staan met de buitenlucht. Wanneer een brand via de openingen de spouw bereikt, kunnen spouwma- terialen mee verbranden en tot een grotere warmteontwikkeling leiden. Het afkeurcriterium voor een bepaalde klasse wordt eerder bereikt. Dat maakt de classificatie op brandvoortplanting een constructie-eigenschap en geen materiaaleigenschap zoals veel bouw- kundigen en leveranciers van bouwma- terialen denken. DGMR is van mening dat de wettelijke eisen voor hoog-risico gebouwen zouden moeten worden aangepast, bijvoorbeeld door een ‘maatwerk SBI- test’ te eisen en voor de hoogste risico’s zelfs een grote schaal test. Welke ge- bouwen dat betreft, is nader te bepalen. Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) pleit in de Essentiële Bouwkundige Controlepunten 2020 ook voor een systeemtest op grote schaal, zoals de Engelse ‘BS8414’. Deze test met een hoogte van minimaal 8 meter en een vermogen van circa 3000 kW (SBI-test is slechts 30 kW!). ‘Op korte termijn wordt dit hopelijk een Europese test’, aldus BBN. De gedachte hierachter is dat bij een geteste hoogte van 8 meter het be- haalde resultaat ook mag gelden voor meerdere verdiepingen (zonder hoogte beperking). Het classificatie document omschrijft de opbouw van het systeem waarbij opgemerkt moet worden dat de in het werk aangebrachte gevel overeen moet komen met de geteste gevelop- bouw dus inclusief aansluitingen, door- voeren, bevestiging en de positie van de cavity barriers. Het gebruik van producten met een brandgedrag (op materiaalniveau) van enkel A1 en A2 is geen garantie dat de gevel, laat staan het gehele gebouw brandveilig is. Brandoverslag via de gevelopeningen, en branddoorslag via grote openingen die vroeg in de brand ontstaan kunnen ook bij toepassing van alleen klasse A1 producten tot snelle branduitbreiding en daarmee tot gevaarlijke situaties leiden. Brand- veiligheid is afhankelijk van veel meer factoren dan de gevelmaterialen alleen. Voor een inschatting (geen bewijs!) van de brandklasse van een gevelsysteem zijn de volgende vuistregels te geven: „ Isolatie en gevelbekleding, allebei klasse B, geeft een gevelconstruc- tie van misschien klasse B, maar mogelijk slechts klasse C. „ Isolatie klasse A met gevelbekle- ding klasse B, geeft waarschijnlijk een gevelconstructie klasse B. „ Hetzelfde geldt voor isolatie klasse B en gevelbekleding klasse A! Informatie over de auteurs: Ing. Frank de Groot is hoofdredacteur van BouwTotaal. Ir. P.H.E. (Peter) van de Leur is adviseur bij DGMR. Ing. Gert-Jan van Leeuwen is kwartiermaker bij het Instituut voor Bouwkwaliteit en voormalig directeur van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland. Ook is hij auteur van de artikelenserie over Grenfell Tower in Bouwkwaliteit in de Praktijk. Dit artikel is een bewerking van het artikel ‘Optellen brandklassen gevelproducten vraagt visie’, in Bouwkwaliteit in de Praktijk nummer 1, 2020. Brandklasse volgens NEN EN 13501-1* Bijdrage aan brand Brandbaarheid A1/A1 fl Geen enkele Niet-brandbaar A2/A2 fl Nauwelijks Vrijwel niet-brandbaar B/B fl Zeer beperkt Heel moeilijk brandbaar C/C fl Beperkt Brandbaar D/D fl Hoog Goed brandbaar E/E fl Zeer hoog Zeer brandbaar F/F fl Buitengewoon hoog Buitengewoon brandbaar * fl is de brandklasse voor vloeren.  Detail A. Het brandgedrag van de gevel was veel slechter dan verwacht op basis van de brandklasse B die in de planningsfase was voorzien.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=