BouwTotaal 6 - 2025

27 NUMMER 6 - JUNI 2025 INNOVATIE & INSPIRATIE Bouwfouten Bouwkundige blunders BOUWFOUTEN Alles behalve lekker warm… Een jong gezin had al meerdere klusappartementen bewoond. De vader was zelf niet erg handig en moest steeds gebruik maken van aannemers en klussers voor al zijn gewenste aanpassingen. Enigszins moegestreden van al dat ‘gedoe’ werd besloten voor een nieuwbouwappartement te gaan. In plaats van weinig isolatie, verwarming op gas en radiatoren, naar veel isolatie, verwarming met een warmtepomp en vloerverwarming. Volgens de projectontwikkelaar moest dat alleen maar meer comfort geven tegen minder kosten. De koop werd gesloten. TEKST: ING. S. DEN OUDEN BUREAU VOOR BOUWPATHOLOGIE TE MONTFOORT WWW.BOUWPATHOLOGIE.NL rond het vriespunt. De vrouw des huizes zat in de avond op de bank met een kleed over haar benen en voor de kinderen een extra deken in bed. Opnieuw werd een klacht gemeld. De aannemer en installateur gaven aan het maximale uit de installatie te hebben gehaald en wilden niet meer langskomen. Via de verzekering kon een technisch onderzoek worden uitgevoerd. ONDERZOEK Bij het onderzoek ter plaatse is de fysieke installatie van de verwarmingsinstallatie gecontroleerd en in orde bevonden. Enige afwijking was dat er één zonnecollectorpaneel op het dak minder was geïnstalleerd dan de aanbevolen vier. Alle onderdelen bleken verder correct geïnstalleerd en correct te functioneren. Er bleek sprake van een lucht/ water warmtepomp van 5 kW gecombineerd met drie zonnecollectorpanelen op het dak. De warmte werd via hydraulisch neutrale verdelers onderverdeeld over begane grond en eerste verdieping en een aparte verdeling voor berging en bijkeuken. De verdelers op de eerste verdieping ten behoeve van de slaapkamers waren voorzien van een naregeling per ruimte via een regelbalk. In de woonkamer was de hoofdregeling aanwezig die de warmtepomp aanstuurde. Bij de installateur werden de ontwerp- en capaciteitsberekeningen opgevraagd. Na enig tegenstribbelen werd een berekening ontvangen. Bij controle van de warmteverliesberekening bleek dat het verlies in één van de slaapkamers groter was dan het vermogen van de vloerverwarming kon leveren bij de ingestelde en aangenomen aanvoertemperatuur van 35 graden. Tevens bleek het totaal aan warmteverlies (transmissie en ventilatie) groter te zijn dan het vermogen van de warmtepomp inclusief verwarmingselement. Bij de berekende buitentemperatuur van -10 graden Celsius en de volgens de ISSO aangehouden ontwerpbinnentemperaturen zou de woning niet op temperatuur gehouden kunnen worden. Het tekort aan vermogen voor verwarming treedt al op rond de 0 graden. ANALYSE & CONCLUSIE Uit het onderzoek is gebleken dat de installatie die in de woning is geïnstalleerd juist functioneert. Middels berekening van het verlies versus het vermogen blijkt het vermogen van de warmtepomp te klein. Uit een indicatieve berekening blijkt reeds bij 0 graden Celsius buiten te weinig vermogen van de warmtepomp, inclusief elektrisch verwarmingselement. Daarnaast blijkt in één van de slaapkamers sprake van onvoldoende verwarmingsvermogen van de vloerverwarming om het warmteverlies van de slaapkamer zelf te compenseren. Beide zijn ontwerpfouten, geen installatiefouten. HERSTEL In deze situatie is gekozen voor een nieuwe warmtepomp met een groter vermogen. In de slaapkamer is gekozen voor een extra elektrische radiator. Ter compensatie van het hoger elektraverbruik heeft de installateur drie extra pv-panelen geïnstalleerd op het dak van de woning. Dit was met de aanwezige omvormer het maximaal toelaatbare. Was het probleem daarmee geheel opgelost? Helaas niet. Het jonge gezin kon maar moeilijk wennen aan de tragere reactie van de warmtepomp op snelle weersveranderingen en de ‘andere’ warmte van vloerverwarming en het niet ‘even’ de thermostaat omhoog kunnen doen. Het gezin is na twee jaar opnieuw verhuisd naar een oudere woning met gasketel. Oplevering van de nieuwe woning vond plaats in het begin van de zomer, waardoor de verwarming niet nodig was tot de eerste winter. Bij de oplevering en in de documentatie van de woning werd vermeld dat ze de thermostaat op de gewenste temperatuur moesten instellen en er dan niet meer aankomen. De warmtepomp en vloerverwarming zouden verder zelf alles regelen. Na de eerste koudere nacht bleek het in de woning killer te worden. De thermostaat werd niet bijgesteld. Na de derde nacht bleek de woning weer goed op temperatuur te zijn met uitzondering van de slaapkamers. Daar waren ook thermostaten aanwezig die enkele graden hoger konden worden ingesteld. Ondanks het hoger instellen van de slaapkamerthermostaten werd het daar slechts 17 tot 18 graden, in plaats van de gewenste 20 graden. Dus bij de aannemer een klacht ingediend over de verwarming. EERSTE OPLOSSING De aannemer heeft de klacht direct doorgemeld aan de installateur, die een afspraak maakte. De installateur heeft de debietinstellingen op de verdelers van de vloerverwarming gewijzigd en ging weer weg. Volgens hem lag het niet aan de warmtepomp maar aan de verdeling van de warmte over de woning. De thermostaat in de woonkamer was een hoofdregeling en die in de slaapkamers een naregeling. De woonkamer kwam snel op temperatuur, waardoor de thermostaat geen warmte meer vroeg aan de warmtepomp, terwijl de slaapkamers nog niet waren opgewarmd. Vol goede moed werden de volgende koude dagen afgewacht. De situatie leek verbeterd, maar nog bleef de temperatuur in de slaapkamers 1,5 graad achter. Daarnaast was het ook minder behaaglijk in de woonkamer. De temperaturen buiten lagen inmiddels  Installatie op zolder.  Luchtwater warmtepomp.  Verdeling begane grond.  Verdeling eerste verdieping.  Verdeling berging en bijkeuken.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=