15 NUMMER 5 - MEI 2025 ACTUEEL Spouwankers: alom bekend en toch gaat het geregeld mis Spouwankers worden al decennialang gebruikt in de bouw. Toch gaat er nog steeds het nodige mis. Zoals het gebruik van verzinkte spouwankers, krom buigen van spouwankers, te weinig spouwankers en onvoldoende inlegdiepte in de mortel. Spouwankers hebben twee verschillende functies. Ze brengen de windlast op het buitenblad over naar de hoofddraagconstructie, maar dienen ook om de isolatie in de spouw op zijn plek te houden. Die constructieve functie wordt nog wel eens uit het oog verloren. Arjan van Termeij van Gebroeders Bodegraven (GB) heeft twee heel duidelijke richtlijnen voor het gebruik van spouwankers: “Gebruik altijd spouwankers RVS 316 of gelijkwaardig en laat de hoeveelheid berekenen!” SCHADE EN SCHANDE Het verzinkte spouwanker is nog altijd verkrijgbaar op de markt. “Maar door de inwerking van vocht en vorst heeft een buitenmuur een milieuklasse MX 3.2. Dat betekent dat je daar alleen RVS316 of gelijkwaardig mag toepassen. Inmiddels is in diverse schadegevallen gebleken dat de verzinkte spouwankers die voorheen werden toegepast, niet voldoen. De bouw is door schade en schande wijs geworden, maar toch zijn er nog verwerkers die kiezen voor een verzinkt spouwanker. Dat kan eigenlijk alleen in een droge binnenmuur.” Natuurlijk zijn RVS spouwankers duurder dan verzinkte spouwankers, erkent Van Termeij. “Dat geldt zeker als je een doos spouwankers koopt. Maar als je het uitrekent per vierkante meter metselwerk – inclusief steen, mortel, isolatie en arbeid – dan scheelt het praktisch niets.” BEREKENEN Voor de bepaling van het benodigde en aantal spouwankers is er een algemene richtlijn: minimaal vier per vierkante meter. “Maar als je hoger gaat bouwen dan een standaard woning of aan de kust in windgebied I zit, moet je het gewoon laten berekenen.” Dat geldt bijvoorbeeld ook voor afstanden tot de hoek van een muur en andere onderbrekingen en bijzonderheden. Let er daarbij wel op dat met de juiste windbelasting wordt gerekend. “De windbelasting op een spouwmuur is een ander getal dan de windbelasting op een gebouw.” Overigens verwacht Van Termeij dat onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen vaker naar de berekening van spouwankers zal worden gevraagd. UITVOERING Wat Van Termeij in de praktijk geregeld ziet gebeuren, is dat spouwankers niet ver genoeg in de mortel worden gelegd. Ook worden soms te lange spouwankers gebruikt. “In plaats van haaks om te zetten worden ze dan krom gebogen. Als je daarbij ook nog het ene spouwanker naar links laat buigen en het andere naar rechts, dan gaan er ongeoorloofde spanningen optreden in het metselwerk.” Datzelfde geldt voor spouwankers waarmee het buitenblad soms aan kozijn wordt verankerd. “Kozijnen bevestig je aan het binnenblad en laat je vrij bewegen van het buitenblad.” Voor berekeningen en advies rondom spouwankers kun je terecht bij GB, terwijl ook constructeurs steeds vaker de hiervoor benodigde berekeningen leveren. Snel verdiend Fiscaliteit & subsidie EVEN VOORSTELLEN: SCAB ACCOUNTANTS EN ADVISEURS Deskundig zijn, eenvoudig doen. Dat is Scab. Sinds 1973 zijn we er door en voor de bouw. Wij ondersteunen ondernemers uit de bouw en aanpalende sectoren op het gebied van accountancy, fiscaal advies, loonadministratie en personeelsadvies. Dat maakt ons met recht dé bouwspecialist binnen onze branche. Scab verzorgt daarom met veel plezier vier keer per jaar de financiële rubriek voor BouwTotaal. Kijk voor meer info op scabadvies.nl. gen. Hierdoor is de woning feitelijk minder waard dan de ‘theoretische’ leegwaarderatio aangeeft. WETSVOORSTEL TEGENBEWIJSREGELING De huidige wetgever heeft naar aanleiding van de uitspraken van de Hoge Raad het wetsvoorstel ‘tegenbewijsregeling werkelijk rendement in box 3’ ingediend bij de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel is een tegenbewijsregeling voor box 3 geregeld, waarbij deels wordt gekeken naar het werkelijke rendement in plaats van een forfaitair rendement. Je mag echter geen rekening houden met kosten. Met dit wetsvoorstel kun je aantonen dat je daadwerkelijke rendement veel lager ligt dan het forfaitaire rendement waarmee je normaliter te maken krijgt. Slaag je in dat bewijs, dan wordt je box 3-heffing lager. In ons artikel ‘Nieuwe tegenbewijsregeling in box 3: wat betekent dit voor ondernemers in de bouw?’ vertellen we meer over deze regeling (Ga naar www.scabadvies.nl?#nieuws en klik op pagina 2). Dit wetsvoorstel is nog in ontwikkeling en wordt de komende tijd verder uitgewerkt. ALTERNATIEF OP BASIS VAN UITSPRAAK HOGE RAAD Heb jij verhuurde woningen in box 3? Dan bestaat er naast de wet en het wetsvoorstel, een interessant alternatief in de rechtspraak. In een arrest heeft de Hoge Raad namelijk bepaald dat onder omstandigheden bij een verhuurde woning een andere, lagere waarde in aanmerking kan worden genomen dan de wettelijke forfaits. Heb je bijvoorbeeld bewijs dat de waarde van je verhuurde woning substantieel afwijkt van de uitkomst van de huidige leegwaarderatioregeling, dan kun je op basis van dit arrest proberen een lagere waarde te bepleiten. Hierbij moet je wel beschikken over sterk en overtuigend bewijsmateriaal, zoals een taxatierapport van het pand. De Hoge Raad oordeelde in dit arrest dat de WOZ-waarde rekening houdend met de leegwaarderatio, vooropstaat. Maar leiden de wettelijke regels voor jou tot een onredelijke uitkomst en kun je met feiten en omstandigheden aantonen dat de werkelijke waarde 10% lager ligt dan het wettelijk systeem? In dat geval kan de Belastingdienst niet zomaar blijven vasthouden aan het forfait. Hoewel dit geen garantie geeft op succes, biedt het wel handvatten om in discussie te gaan over de waardering van je vastgoed. KEUZEVRIJHEID VOOR BELASTINGPLICHTIGE Als vastgoedondernemer hoef je je niet per se te houden aan de wettelijke waardering op basis van de leegwaarderatio. Jij hebt namelijk de vrijheid om het voor jou meest gunstige waarderingssysteem te kiezen. Er zijn momenteel drie methodes waar je gebruik van kunt maken: 1. Het wettelijke systeem. Hierbij neem je de WOZ-waarde als uitgangspunt en pas je – indien van toepassing – de leegwaarderatio toe. Dit is de standaardmethode die de Belastingdienst hanteert. 2. Het nog niet aangenomen wetsvoorstel tegenbewijsregeling werkelijk rendement in box 3. Onder het voorgestelde box 3-stelsel wordt het mogelijk om aan te tonen dat het daadwerkelijke rendement op je verhuurde woning lager is dan het forfait. Lukt dat, dan kan het werkelijke rendement als grondslag dienen. Let wel, dat je in dit geval naar de totale bezittingen en schulden moet kijken in box 3. 3. Het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2015:812). Op basis van deze uitspraak mag je aantonen dat de waarde van het verhuurde pand, ondanks de WOZ-waarde en leegwaarderatio, feitelijk lager is. Bijvoorbeeld omdat het pand vrijwel onverkoopbaar is of door contractuele beperkingen sterk in waarde is gedaald. Je moet dit wel onderbouwen met objectief en controleerbaar bewijs, zoals een deskundigentaxatie. Deze keuzevrijheid betekent dat jij zélf kunt beoordelen welk systeem voor jouw specifieke situatie het meest gunstig uitpakt. Zeker bij langdurige verhuur, lage huuropbrengsten of marktomstandigheden die tot waardedruk leiden, kan het fiscaal voordeliger zijn om buiten de standaard leegwaarderatio te denken. CONCLUSIE Verhuur jij woningen in box 3? Dan loont het om verder te kijken dan alleen naar de standaard WOZ-waardering. De leegwaarderatio biedt een mooi vertrekpunt, maar je hebt meer mogelijkheden. Met het wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 en het arrest van de Hoge Raad in de hand kun je onderbouwd kiezen voor een lagere waarde. Kijk welke methode het meeste oplevert. Laat je goed begeleiden en onderbouw je keuze met feiten. Zo optimaliseer je niet alleen je aangifte, maar ook je rendement. Meer weten? Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of mail naar rameziane@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=