43 NUMMER 11 - NOVEMBER 2024 AFBOUW PRAKTIJKOPLOSSINGEN Onderzoek naar blaasvorming in polyurethaan gietvloer PRAKTIJKOPLOSSINGEN DOOR TECHNISCH BUREAU AFBOUW In deze rubriek ‘Afbouw Praktijkoplossingen’ geeft Technisch Bureau Afbouw (TBA) in iedere uitgave van BouwTotaal een oplossing aan van praktijkproblemen in de afbouwsector. TBA geeft deskundig en onafhankelijk technisch advies en ontwikkelt daarnaast normen, richtlijnen en brochures. Ook ondersteunen ze sociale partners in de afbouw. Ga voor meer informatie naar www.tbafbouw.nl. Op www.tbafbouw.nl/publicaties vind je alle andere normen, richtlijnen en brochures. Verder zijn er ook kennispapers die de afbouwer informeren over de mogelijke risico’s in zijn werk. De blazen zijn duidelijk zichtbaar in de PU-gietvloer. In een nieuw bedrijfspand is circa 2,5 jaar geleden een kunststof vloerafwerking (polyurethaan gietvloer) aangebracht. In deze vloerafwerking was plaatselijk blaasvorming opgetreden. De aanvrager had het Technisch Bureau Afbouw (TBA) gevraagd naar de oorzaak van de optredende blaasvorming in de vloerafwerking en hoe dit te herstellen. TEKST: DRS. PHILIP OVERDUIN, TECHNISCH BUREAU AFBOUW BEELD: RENÉ RIEBORN, TECHNISCH BUREAU AFBOUW Vloerendeskundige René Rieborn van TBA heeft het project met de probleemvloer bezocht: “In 2020 had de aanvrager de nieuwbouw van het laboratorium gerealiseerd. Onderdeel van deze nieuwbouw was het aanbrengen van een kunstharsgebonden vloerafwerking (pu-gietvloer) op de cementgebonden dekvloer in het gehele laboratorium. Ik herinner me dat de constructievloer een aan de onderzijde geïsoleerde kanaalplaat vloer betrof, met een geventileerde kruipkelder. De constructievloer was voorzien van een circa 50 mm dikke cementgebonden dekvloer. Er waren geen watervoerende leidingen in de dekvloer opgenomen.” AANBRENGEN VAN DE VLOER Na voldoende doorharding werd de dekvloer gecontroleerd op restvocht, dat 2,5% bedroeg. Vervolgens werd de cementgebonden dekvloer geschuurd en stofvrij gemaakt, waarna een epoxy primer en schraplaag werden aangebracht. Daarna werd de polyurethaan gietvloer in de gewenste kleurstelling aangebracht, gevolgd door een transparante polyurethaan topcoating. De nieuwbouw heeft een totaal oppervlak van circa 1.100 m². OORZAAK VAN DE BLAASVORMING “Ruim 2,5 jaar na oplevering, in september 2023, constateerde de opdrachtgever plaatselijk blaasvorming in de aangebrachte vloerafwerking”, vertelt René. “Er was een lekkende leiding achter een keukenblok die inmiddels was vastgedraaid. Mogelijk heeft deze lekkage langere tijd geduurd. Bij inspectie bleek dat de polyurethaan gietvloer in een lichtgrijze kleurstelling op één plek, circa 7 x 7 meter, een zeer grote hoeveelheid blazen vertoonde. Het openen van een blaas toonde duidelijk dat deze met vocht was gevuld.” DIAGNOSE EN HERSTELADVIES De schade, bekend als ‘osmose’, kan ontstaan wanneer een dampdichte toplaag, een semipermeabel membraam, zouten in de ondervloer en vocht aanwezig zijn. René: “In dit geval was de lekkage de bron van het vocht. Omdat de blaasvorming pas na circa 2,5 jaar optrad, moest er sprake zijn van een lekkage. Zou de gietvloer zijn aangebracht op een dekvloer met een te hoog restvochtpercentage, dan zou de blaasvorming vrijwel direct zijn opgetreden.” “Voor een duurzaam herstel moet eerst worden vastgesteld dat er geen vochtaanvoer meer in de dekvloer aanwezig is”, adviseert René. “Als er twijfel is, is het verstandig om een lekdetectiebedrijf in te schakelen. De polyurethaan gietvloer in het gebied met blazen moet tot op de cementgebonden dekvloer worden verwijderd. Hierna moet de dekvloer goed drogen, eventueel met een bouwdroger. Het restvochtpercentage moet ruim onder de 3,0 % komen. Wanneer de dekvloer voldoende droog is, kan de gietvloer worden hersteld. Er kan echter altijd een licht kleurverschil zichtbaar blijven tussen het bestaande en herstelde deel van de vloer.” Een lekkende leiding achter een keukenblok heeft geleid tot de blaasvorming in de vloer. Nadat een gaatje is geprikt in een blaas, komt het vocht er al uit.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=