5 NUMMER 10 - OKTOBER 2024 ACTUEEL COLUMN JOHAN OLTVOORT Ik werd geprikkeld door een bericht van het CBS dat de geplande hoeveelheid opgeleverde woningen niet gerealiseerd gaat worden in 2024. En CBS is niet de enige die deze berichten de wereld in zendt. Een paar gedachten wil ik delen zonder pretentie. Allereerst, er wordt gezegd dat er schaarste is aan bouwgrond. Even wat cijfers: als we in tien jaar 1.000.000 woningen willen bouwen die gemiddeld (grondgebonden en appartementen), 250 m2 grond vragen, dan hebben we 25.000 hectare grond nodig. Per jaar is dat 2.500 hectare. Dat zijn circa vijftig agrarische bedrijven per jaar. Nederland telt totaal 37.391 km2. Voor de woningbouw hebben we dan 0,67% van de totale grond van Nederland nodig in tien jaar. Dat moet toch mogelijk zijn? WAAR GA JE BOUWEN? Misschien moet er niet gebouwd worden op plekken waar de grond € 700,- per m2 kost, maar de helft. Dan heb je een budget van bijna 9 miljard per jaar! Dit kun je gebruiken voor de infrastructuur. Waarom willen mensen in een grote stad wonen? Is dat vanwege de voorzieningen? Dan zou je rondom wat grote steden woonplaatsen kunnen creëren die een directe spoorverbinding hebben en waarbij je, als voorbeeld, in 20 minuten van Emmen in Assen of Groningen bent. Dit geeft ook een stimulans om bij stations te gaan herontwikkelen. Op de begane grond winkels, horeca of medische voorzieningen en vanaf de eerste verdieping kantoren. Rondom de stations zijn dus de voorzieningen en de werkgelegenheid. Zorg wel dat het OV dan betaalbaar of gratis is. Inbreiden is vaak duur vanwege de grondprijzen en de hogere bouwkosten. Op dit moment zijn het vaak mensen in een hogere levensfase die wel zouden willen verhuizen, maar geen geschikte of op maat gemaakte woning kunnen vinden. Voor deze groep, waarvoor de markt door de vergrijzing steeds groter wordt, zou extra aandacht tot meer resultaat kunnen leiden. Doordat deze mensen verhuizen heeft dat namelijk een gevolg voor de andere groepen. Bouw je alleen voor starters dan verandert er niets in de keten. Alleen de onderste laag wordt aangevuld. Voor ouders en kinderen, of mensen in het algemeen die een wens hebben om voor elkaar te zorgen, zou er de mogelijkheid moeten zijn om dit te kunnen doen. Dit zou men kunnen stimuleren door regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en financiën te verruimen. Door deze samenvoeging komt er ook ruimte op de woningmarkt in diverse sectoren. Er zou in Nederland verder ruimte kunnen zijn voor een woonvorm tussen vakantiewoning, hotel en een huurwoning. Eenvoudige ingerichte woningen met maximaal drie kamers voor alleenstaande of alleenstaande ouder met één of twee kinderen. Betaalbare woningen per week te huur. Geen tijdelijke bouw maar wel eenvoudig met een wat minder comfortniveau als bijvoorbeeld een appartement. En dan maximaal vijftig woningen in een gebouw. Een oplossing voor expats, mensen in scheiding of mensen die in-between two houses zijn. Een paar gedachten. Er zijn er veel meer als we de beperkingen in ons hoofd loslaten. Johan Oltvoort Directeur Olbecon en Olcas Hij geeft maandelijks in BouwTotaal zijn visie op de rol van prefab in de bouw. Cijfers en planning Woning wordt verbouwd naar een woning met mantelzorg. Zo komt er weer een woning vrij voor een starter of doorstromer. Eén op acht Nederlanders heeft last van warmtepomp buren Eén op de acht Nederlanders wiens buren een warmtepomp hebben, zegt daar last van te hebben. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster, in het kader van Burendag dat op 28 september plaatsvond. Het gaat dan om geluidsoverlast die wordt veroorzaakt door de buitenunit. Die produceert geluid en veroorzaakt soms trillingen die door de buren als storend kunnen worden ervaren. Slimster adviseert mensen die een warmtepomp laten plaatsen hierover vooraf in gesprek te gaan met hun buren. Het goede nieuws is dat de overgrote meerderheid van de ‘warmtepompburen’ nauwelijks tot geen hinder heeft van het apparaat. Een kleine twaalf procent geeft echter aan hier wel ‘enigszins last’ van te ervaren. Een kleine groep, bijna één op de 130, stelt ‘veel last’ te hebben van de warmtepomp van de buren. HOEVEEL GELUID MAG WARMTEPOMP MAKEN? Dat de buitenunit van een warmtepomp geluid maakt is een gegeven. Maar dit mag in Nederland niet meer dan 45 decibel zijn op de erfgrens (’s nachts 40 dB). Dat is vergelijkbaar met het geluid dat een doorsnee koelkast produceert. Warmtepompproducenten mogen in de EU echter buitenunits op de markt brengen die maximaal 65 dB produceren. Wie een warmtepomp heeft waarvan de buitenunit meer dan 40 dB produceert, doet er dan ook goed aan deze niet te dicht bij de erfgrens te plaatsen. Volgens Marco Schuurman van Slimster kan veel ellende voorkomen worden door vooraf met de buren in gesprek te gaan. “Vaak is er al sluimerende irritatie tussen buren en is de komst van een warmtepomp ‘slechts’ de druppel die de emmer doet overlopen. Echter, geef je vooraf aan dat er een warmtepomp komt en dat je bij de plaatsing rekening houdt met eventuele geluidshinder, dan is de kans op klachten vele malen kleiner. En door te kiezen voor een warmtepomp die niet meer dan 40 dB produceert - voor veel moderne warmtepompen geldt dat - dek je jezelf bovendien in voor een eventuele rechtszaak.” WARMTEPOMPEN WORDEN STILLER Tot voor kort was de warmtepomp vooral in Scandinavische landen in trek. Daar woont men doorgaans aanzienlijk minder dicht op elkaar, waardoor het geluid van de buitenunit niet echt een ‘issue’ was. Maar nu steeds meer landen geluidsnormen instellen, worden nieuwe warmtepompen steeds stiller, wat de kans op overlast verkleint. Wie de kans op geluidshinder verder wil minimaliseren, kan overwegen speciale trillingsdempers of een geluidwerende omkasting te plaatsen, zo adviseert Slimster. Ook het geleidelijk opvoeren van de temperatuur, waardoor de warmtepomp niet op vol vermogen hoeft te draaien, kan hierbij helpen. De buitenunit van een warmtepomp. Foto: Slimster
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=