BouwTotaal 05 - 2024

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 6 SNEL GEBOUWD Sneller bouwen door kortere procedures Snel gebouwd De kracht van prefab Het proces voor de bouw van een woning - van initiatief tot realisatie – duurt nu gemiddeld tien jaar, waarvan de daadwerkelijke bouw gemiddeld slechts twee à drie jaar in beslag neemt. “Dat moet en kan sneller, met name in de planfase: er moet sneller worden vergund wat gebouwd kan worden, en sneller worden gebouwd wat vergund is”, aldus Hugo de Jonge, minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), in een brief op 20 maart 2024 aan de Tweede Kamer die een update geeft over de voortgang. VERKORTEN BEROEPSPROCEDURES Een vertragende factor zijn bezwaarprocedures. Zodra er beroep wordt ingediend, vertraagt de woningbouw vaak en lopen de projectkosten hoog op. Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting voorziet in het verkorten van beroepsprocedures. Zo doet de bestuursrechter binnen zes maanden uitspraak, wordt het beroep versneld behandeld en moeten de redenen van het beroep binnen de beroepstermijn zijn ingediend. Bij vergunningverlening komt er daarnaast één gang naar de rechter in plaats van twee. Zo is veel sneller duidelijk of een plan kan doorgaan. Ook moet de stem van de woningzoekende bij de belangenafweging en de uiteindelijke besluitvorming meer gehoor krijgen. Volgens de minister worden in de participatie, besluitvorming en in bezwaar- en beroepsprocedures over toekomstige woningbouwprojecten nu vaak tegenstanders gehoord en komen de woningzoekenden nauwelijks aan bod. Dat terwijl juist de stem en het belang van woningzoekenden hierin ook groot is. Begin april is samen met enkele initiatiefnemers gestart met landelijke initiatieven om tot een werkbare aanpak te komen. Daarnaast moeten we leren van goede lokale voorbeelden voor het ontwikkelen van beleid. PARALLEL PLANNEN Verder leidt het parallel plannen van de activiteiten in de planfase van de woningbouw in veel gevallen tot een efficiëntere werkwijze en kortere totale doorlooptijd. Hiermee kan de planfase mogelijk worden verkort van zes jaar naar twee jaar. Vier woningbouwin de uitvoering. Tot slot moet verkend worden op welke wijze jong talent het beste kan worden opgeleid en worden behouden, bijvoorbeeld door middel van traineeships en mentorconnecties. INDUSTRIEEL BOUWEN Naast de noodzakelijke acties voor een efficiëntere werkwijze, wil de minister ook innovatieve bouwwijzen beter benutten. Conceptueel bouwen levert bijvoorbeeld voordelen zoals een verhoging van de arbeidsproductiviteit, kansen voor verkorting van de bouw- en proceduretijd, hogere bouwkwaliteit en op termijn ook lagere bouwkosten. Ook leidt het tot een schonere en meer circulaire bouw en tot betere milieu- en energieprestaties. Daarnaast biedt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen mogelijkheden voor verdere standaardisatie van de bouwtechnische toetsing via eenmalige toetsing van woningbouwconcepten. Standaardisatie is verder gewenst voor het opschalen van industriële woningbouw. Dit gebeurt langs vier sporen. Ten eerste de ambitieuze en stapsgewijze verhoging van de landelijke wettelijke eisen, zoals de Milieuprestatie eis gebouwen. Het tweede spoor is het niet in werking laten treden van de mogelijkheid om lokaal af te wijken van de landelijke wettelijke eisen over de energieprestatie en milieuprestatie van gebouwen. Het derde spoor is het maken van afspraken over een beperkt aantal duurzaamheidsindicatoren met een duidelijk tijdspad, in lijn met en in voorbereiding op nationale beleidsdoelen en Europese ontwikkelingen. De inzet op het stimuleren van biobased bouwen en het maken van afspraken over duurzaam materiaalgebruik in het bouwmaterialenakkoord vormen het vierde spoor. Uiteindelijk moeten al deze maatregelen leiden tot een versnelling van de woningbouw. De minister besluit de brief met: “Ik reken erop dat medeoverheden en corporaties ook de verantwoordelijkheid blijven nemen voor de versnelde realisatie van woningen, waarbij vooral de bouw van flexwoningen de snelste wijze is om het woningtekort te verkleinen.” Nederland heeft bijna één miljoen woningen nodig tussen 2022 en 2031. Om dat mogelijk te maken versterkt de overheid de regie op de volkshuisvesting. Ook is gestart met het versnellen van processen en procedures in de woningbouw. Vooral in de planfase is tijdwinst te behalen om sneller woningen te kunnen bouwen. Met het plan ‘Versnellen processen en procedures woningbouw’ zijn vijf actielijnen opgestart. projecten in Sassenheim, Alphen aan den Rijn, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven, en drie grootschalige gebiedsontwikkelingen in Utrecht, Dordrecht en Tilburg worden sinds eind 2023 als pilot in opdracht van het ministerie van BZK intensief begeleid door Fakton (platform van ondernemingen dat complexe financiële, strategische en ontwikkelvraagstukken begeleidt in het domein van ruimte, vastgoed en energie). Deze gemeenten, de betrokken ontwikkelaars en het Rijk passen samen het principe van parallel plannen in de praktijk toe, en ontwikkelen een werkwijze die in de nabije toekomst breder gaat worden ingezet. De minister noemt in de brief de pilot in het Novexgebied Spoorzone Den Bosch. Hier zijn plannen ontwikkeld voor circa 475 woningen waarvan 80% betaalbaar. Er is een stroomversnelling bereikt door in een compact projectteam van de gemeente en BrabantWonen, gelijktijdig te werken aan een stedenbouwkundig ontwerp, een plan voor grondexploitatie, milieuonderzoeken, contractering en een aanvraag voor de Woningbouwimpuls. Het resultaat is dat binnen vier maanden na de start van de pilot de uitgangspunten voor het project door het college zijn vastgesteld en het participatietraject is gestart. De komende periode worden de plannen verder uitgewerkt met als beoogd doel een start bouw 1 januari 2026. Dat betekent een versnelling van minimaal één tot anderhalf jaar op de genoemde onderdelen. De voorlopige conclusie is dat de werkwijze van parallel plannen een ‘nieuwe norm’ stelt. VERSTERKEN UITVOERINGSCAPACITEIT Tekorten in de uitvoeringscapaciteit in de planfase zijn al langere tijd een knelpunt bij het realiseren en versnellen van de woningbouw. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een combinatie van een krappe arbeidsmarkt enerzijds en de grote woningbouwopgave met bijbehorende toenemende complexiteit anderzijds. Ook worden ambtelijke capaciteitstekorten vaak genoemd als vertragingsfactor in de woningbouw. Met IPO en VNG heeft de minister een plan van aanpak opgesteld om op korte termijn alvast acties te ondernemen om de uitvoeringscapaciteit te versterken. Denk aan het regionaal samenbrengen van capaciteit: het initiëren of ondersteunen van regionale samenwerking gericht op duurzame versterking van de uitvoeringscapaciteit en uitvoeringskracht. Ook moeten we meer kijken naar geslaagde praktijkvoorbeelden via bijvoorbeeld de regionale versnellingstafels, waarbij marktpartijen en gemeenten hebben samengewerkt. Voor nieuwe wet- en regelgeving en beleid in de woningbouw moet er verder meer aandacht worden besteed aan voorbeelddocumenten en standaardisatie  Naast de noodzakelijke acties voor een efficiëntere werkwijze, wil de minister ook innovatieve bouwwijzen beter benutten, zoals industriële woningbouw. Foto: Plegt-Vos.  Een vertragende factor zijn bezwaarprocedures. Zodra er beroep wordt ingediend, vertraagt de woningbouw vaak en lopen de projectkosten hoog op.  Foto: Laurens Kuipers. WEBO.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=