BouwTotaal 05 - 2024

NUMMER 5 | JAARGANG 21 | MEI 2024 PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND BOUWTOTAAL Circulair ontwerpen met baksteen Pag. 10 BEZOEK OOK DE WEBSITE WWW.BOUWTOTAAL.NL THEMA GEVEL Balkdragers Kolomvoeten Hoekijzers Houtskeletbouw Verborgen verbinders www.balkdragers.com Compleet assortiment houtverbinders TOPKWALITEIT ALUMINIUM DAK- EN GEVELPRODUCTEN

KOMO.® Kwaliteit zoals beloofd. Wkb? Een KOMO-certificaat levert kwaliteit en bewijs. Onder de nieuwe bouwwetgeving draait alles om aantoonbare kwaliteit. Producten en bouwprocessen met het KOMO-keurmerk hebben daarom de voorkeur. Want daarvan staat vast dat ze aan alle eisen voldoen. Keer op keer door onafhankelijke deskundigen getoetst. KOMO-certificaten leveren de bouwkolom extra voordelen: Ook vooraan staan in de Wkb? Laat uw product of proces nu certificeren. Kijk op: KOMO.NL DE CERTIFICAATHOUDER Een voorrangspositie in de keuze voor zijn product of proces. DE AANNEMER Een bewijs van geleverde kwaliteit. DE OPDRACHTGEVER Besparing op de kosten van de kwaliteitsborger.

3 NUMMER 5 - MEI 2024 ACTUEEL Duurzame gevels De gevels van gebouwen in Nederland worden steeds duurzamer. Nou kennen we natuurlijk al de oude en vertrouwde baksteengevel. Die is intrinsiek al duurzaam, want zo’n gevel kan wel eeuwen meegaan. Denk alleen al aan alle kastelen in ons land. En baksteen verouderd ook zo mooi, met een patinalaag van verwering. Maar de baksteenindustrie vindt dat het nog duurzamer kan. Zo zijn er tegenwoordig smalle gevelstenen met een breedte van 65 tot 70 mm, in plaats van de ‘normale’ 100 mm. Door deze afslanking vermindert het grondstof- en energiegebruik bij productie en is er ook nog eens minder mortel nodig. Maar er zijn ook bakstenen met perforaties of uithollingen, waardoor er minder materiaal nodig is. Denk maar aan de strengperssteen. Verder hebben we ook nog de dunne baksteenstrips. En wat te denken van de CO2-negatieve Pirrouet® gevelsteen van Vandersanden? In deze BouwTotaal volop aandacht voor de laatste ontwikkelingen bij de verdere verduurzaming van baksteen. AKKOORD In maart 2024 ondertekende Hugo de Jonge, minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties en Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het Akkoord Circulaire Geveleconomie. Een belangrijke stap richting de ambitie om ramen, deuren, kozijnen of een vliesgevel, na demontage weer onderdeel te maken van een gevel in een nieuw gebouw. We leggen uit wat er allemaal in dit Akkoord is afgesproken. Verder had ik een gesprek met VKG Keurmerk, de brancheorganisatie voor leveranciers en fabrikanten van kunststof kozijnen. Want bij duurzaam en circulair bouwen denken we eerder aan hout, dan kunststof. Dat is jammer, want de hedendaagse kunststof kozijnen scoren hoog op de duurzaamheidsladder. Wist je dat een PVC kozijn wel tien keer gerecycled kan worden? Uitgaande van een levensduur van 75 jaar, kan het kunststof dus wel 750 jaar in de keten blijven! Daarnaast wordt nu al 75% van de oude kozijnen door het VKG Recyclesysteem gerecycled. Het doel is zelfs 100 procent. Daarnaast nog veel meer wetenswaardigheden, zoals de constructieve gevel- en wandelementen van geopolymeerbeton die Heembeton maakt. Teveel om op te noemen, dus ik wens een iedere weer veel leesplezier! Ing. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal INHOUD COLUMN ING. FRANK DE GROOT 09 23 05 Column Snel Gebouwd Zelfs in Den Haag lekken de wanden 06 Snel gebouwd Sneller bouwen door kortere procedures 07 Actueel Den Haag Update en Bouwmonitor Thema Gevels 09 Gevels Integrale kwaliteit bij kunststof kozijnen 10 Gevels Circulair ontwerpen met baksteen 13 Gevels Dematerialisatie baksteengevels 15 Gevels Akkoord Circulaire Geveleconomie 17 Gevels Groen Nobelhorst met Pirrouet® CO2-negatieve gevelsteen 19 Gevels Halvering CO2-uitstoot zonder aanpassingen aan ontwerp 20 Gevels Productnieuws Gevels 21 Gevels Project in beeld: isolatie uitdagingen EN VERDER 23 Tools Vijftig jaar Makita in Nederland 24 Bouwfouten Wat is voldoende waterdicht? 25 Bouwkosten Loodstroken aanbrengen 27 Afbouw Tips Waterdichting bij tegelwerk 28 Afbouw Nieuws 29 Afbouw Praktijkoplossingen Blaasvorming gesausd stukadoorswerk 30 Productnieuws Nieuws over producten Invoering nieuwe MPG-norm uitgesteld De introductie van de nieuwe MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) norm wordt met tenminste zes maanden uitgesteld. Oorspronkelijk zou deze nieuwe norm op 1 januari 2025 van kracht worden, maar nu zal deze naar verwachting op 1 juli 2025 in werking treden. Het gaat onder meer om uitbreiding van het aantal impact categorieën van elf naar negentien. Ook de aanscherping van de MPG-eisen wordt minimaal een half jaar uitgesteld. Dat maakte minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken op 3 april 2024 bekend. In een brief van minister Hugo de Jonge op 4 oktober 2023 aan de Tweede Kamer was hij nog voornemens de MPG-eis per 1 januari 2025 te verlagen naar 0,5 voor nieuwe woningen en 0,85 en voor nieuwe kantoren. Er wordt tevens voor andere gebruiksfuncties een milieuprestatie-eis geïntroduceerd, zoals de onderwijsfunctie, zorgfunctie, verblijfsfunctie, winkelfunctie, kantoorfunctie en de industriefunctie. De minister kondigde in de brief verder aan om in samenhang met de milieuprestatie van gebouwen, normering te introduceren voor CO2-emissies die wordt veroorzaakt door de toepassing van bouwmateriaal. Daartoe gaan CO2-emissies zwaarder meewegen in de uitkomst van de milieuprestatie berekening. Daarnaast neemt het belang van CO2-emissies toe door de uitbreiding van het aantal milieu-impactcategorieën van elf naar negentien. Tot slot worden CO2-emissies in de nieuwe bepalingsmethode hoger geprijsd, waardoor de milieukosten stijgen. De nieuwe bepalingsmethode zou ook per 1 januari 2025 ingaan. UITSTEL Onlangs is de internetconsultatie afgerond voor het wijzigingsbesluit en de wijzigingsregeling met betrekking tot het aanscherpen en uitbreiden van de milieuprestatie-eis gebouwen. “In totaal heb ik ruim 100 reacties ontvangen, verdeeld over beide wijzigingsvoorstellen”, aldus de minister. Een belangrijke hoofdlijn uit de reacties is de brede steun voor zowel de aanscherping van de milieuprestatie-eisen voor woningen en kantoren als de uitbreiding naar andere gebruiksfuncties. Er is wel kritisch gereageerd op de uitbreiding van het aantal impactcategorieën in de herziene versie van de bepalingsmethode van elf naar negentien. Hierdoor is de toename van de milieubelasting van biobased bouwproducten, zoals houtbouw, hoger dan die van andere bouwproducten. Dit resulteert in een relatief minder gunstige milieuprestatiescore voor biobased bouwproducten ten opzichte van andere bouwproducten. Als oplossing stelt de minister nu voor om deze milieu-indicatoren minder zwaar mee te laten wegen in de berekening. Meerdere partijen geven aan dat de voorbereidingstijd voor partijen in de bouw voldoende moet zijn. Ze vragen om een langere periode tot inwerkingtreding van de wijzigingen. De minister is daarom voornemens de nieuwe bepalingsmethode en de aangescherpte MPG-eisen minimaal een half jaar uit te stellen.

VACATURE Ben jij klaar om de markt te veroveren en je stempel te drukken in de wereld van gevelisolatie? Alsecco zoekt energieke accountmanagers die hun sales vaardigheden willen inzetten om ons bedrijf naar een hoger niveau te tillen. Wie zijn wij? Alsecco is al 60 jaar een specialist in thermische gevelisolatie, geveltechniek en gevelafwerkingen. Wij bedienen een breed scala aan klanten - van innovatieve bouwbedrijven en gespecialiseerde applicatiebedrijven tot de prefab industrie, woningbouwverenigingen en architecten. We zijn onderdeel van DAW Nederland BV in Nijkerk, een rotsvaste organisatie met een enthousiast team, en onze moederorganisatie DAW SE is een top familiebedrijf dat in Duitsland tot de beste werkgevers behoort. Wat ga je doen? Als onze nieuwe accountmanager duik je in: Het opbouwen en versterken van relaties met onze diverse klantengroep. Het actief acquireren van nieuwe businesskansen en deze omzetten in resultaten. Het plannen en leiden van projecten, van de eerste meeting tot de laatste levering. Het creëren van slimme marktbewerkingsplannen en deze presenteren aan stakeholders. Het promoten van Alsecco met zoveel passie dat klanten niet om ons heen kunnen. Ben jij dit? Je hebt een technische interesse en bent altijd enthousiast om meer te leren. Je spreekt bouwtaal, oftewel bestekken en bouwtekeningen zijn jou niet vreemd. Je hebt een MBO/HBO niveau. Ervaring als accountmanager is top, kennis van gevelisolatie is een bonus! Je spreekt vloeiend Nederlands en voldoende Engels, en je presenteert overtuigend. Je bent zelfstandig, neemt je verantwoordelijkheid serieus en bent een geboren netwerker. Resultaten? Die boek je. Wat bieden wij? Een introductieperiode met grondige kennis van onze producten en technieken. Een salaris waar je blij van wordt, plus nog meer goede secundaire voorwaarden zoals een solide pensioen en eventueel een leasefiets. Een bedrijfsauto en moderne communicatiemiddelen. Een bonus die net zo hard groeit als jij presteert. Ruime zelfstandigheid en veelzijdigheid in je functie. Een team dat net zo dynamisch en gedreven is als jij. Klaar om de uitdaging aan te gaan? Neem contact op met Nicole Daatselaar via 033-247 50 14, of stuur je motivatie en CV naar nicole.daatselaar@dawnederland.nl. Wij horen graag van je! ACCOUNTMANAGER ALSECCO NEDERLAND T: +31 (0)174513094 E: info@tcvddool.nl I: www.tcvddool.nl WIJ STAAN AL BIJNA 85 JAAR VOOR: Een kostenefficiënt alternatief voor nieuwbouw Verhogen van uw bedrijfsruimte betrouwbaar flexibel snelheid innovatief l l l www.renovatietotaal.nl www.renovatietotaal.nl Olbecon is gespecialiseerd in prefab beton voor woning- en utiliteitsbouw. Wij hebben het proces van advisering, prijsvorming, engineering en logistiek in eigen hand hierdoor zijn de lijnen kort en is het contact direct. Welke vloer of prefab element kiest u? STIJGOORD 8 LOCHEM T. 0573 ‰ 222 300 INFOŽOLBECON.NL WWW.OLBECON.NL

5 NUMMER 5 - MEI 2024 ACTUEEL COLUMN JOHAN OLTVOORT Op het moment dat ik aan het mijmeren ben over hoe ik gevels aan waterdichtheid kan koppelen hoor ik op de radio de grootste opdrachtgever van Nederland zeggen dat een project dat in 2015 begroot is op 475 miljoen euro, waarschijnlijk in 2028 twee miljard euro gaat kosten. Er komen allerlei omstandigheden naar voren die niet van te voren bekend zouden zijn, zoals asbest, archeologische vondsten, een constructie die in een veel slechtere conditie is dan gedacht en het water dat vanuit de Hofvijver de kelders in loopt. U begrijpt vast wel dat ik doel op de renovatie/restauratie van het Binnenhof te Den Haag: het centrum van onze regering. De plek waar het land bestuurd wordt, waar wetten worden gemaakt, waar politiek wordt bedreven en waar veel kennis en ervaring zit. Vanuit de Achterhoek kijken we vol bewondering naar datgene wat men daar bedenkt en wat wij moeten gaan uitvoeren. Men heeft daar bedacht dat de overheid niet zelf meer de controle en handhaving van de uitvoering van bouwprojecten uitvoert, maar deze onderbrengt bij private partijen. Daarvoor moet een opdrachtgever een partij in de arm nemen die er, tegen betaling, voor gaat zorgen dat er gebouwd wordt zoals bedacht. Op deze manier denkt de overheid dat bouwfouten voorkomen kunnen worden. Het vertrouwen tussen de verschillende partijen is niet voldoende en de kwaliteit moet geborgd worden door procedures en contracten. Zelf denk ik dat er wat anders mis is. Om iets van goede kwaliteit te maken heb je voldoende budget nodig en mensen die het vak beheersen. Er wordt vaak gedacht dat een opdrachtgever gebaat is bij de laagste prijs. De vraag is of dat werkelijk zo is. Waarom wordt een opdrachtgever een lagere prijs voorgesteld dan wat de werkelijke kosten voor het uitvoeren van een project zijn? Is het dat men het echt niet weet of wil men de werkelijkheid niet zien? Is het belang om het project te maken groter dan de kosten reëel te onderzoeken? Oogt het project eenvoudig en kiest men op die gronden zonder de achtergrond te kennen? Of zijn de beslissers te opportunistisch? Dit geldt in het groot en ook in het klein. De basis om aan een project te beginnen moet goed zijn. Het budget moet voldoende zijn, de techniek moet kloppen en het werk moet naar behoren uitgevoerd kunnen worden. Dit is iets wat elke ondernemer in de bouw moet onderzoeken alvorens men aan het werk gaat. Dat doe je voor jezelf én voor de opdrachtgever. Johan Oltvoort Directeur Olbecon en Olcas Johan geeft maandelijks in BouwTotaal zijn visie op de rol van prefab in de bouw. Zelfs in Den Haag lekken de wanden Training Leidinggeven aan veilig werken Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) introduceert een nieuwe training voor operationeel leidinggevenden. Tijdens de training worden deelnemers voorbereid op de verantwoordelijkheden en uitdagingen die bij hun functie horen. De vaardigheden die daarbij horen worden tijdens de training geoefend. WAT IS SSVV? De Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) is een samenwerkingsverband van 24 (branche)organisaties uit de Nederlandse industrie. De missie is om werken in een risicovolle omgeving voor iedereen in de keten, van opdrachtverlening tot uitvoering, structureel veiliger en gezonder te maken. Voorbeelden van leden die een directe relatie hebben met de bouw- en infrasector: Bouwend Nederland, Cumela, Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken (NVAF), OnderhoudNL, Vereniging Samenwerkende Nederlandse Staalbouw (SNS), Techniek Nederland, Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB), Vereniging van Steiger-, hoogwerk- en betonbekistingsbedrijven (VSB), Vereniging Verticaal Transport (VVT) en Vereniging van Waterbouwers (VVW). Informatie: www.ssvv.nl of www.ssvvleiderschap.nl (opleidingsinfo). De nieuwe training is bedoeld voor operationeel leidinggevenden, zoals uitvoerders, voormannen, ploegleiders, preventiemedewerkers en voorlieden en voor iedereen die aanspreekpunt is voor veiligheid tijdens werkzaamheden voor collega’s, toezichthouders, management en externen. Tijdens de training oefenen deelnemers in herkenbare praktijksituaties en krijgen ze handvatten aangereikt voor hun werk als operationeel leidinggevende. Daarnaast worden vaardigheden ontwikkeld die de deelnemer versterken in zijn of haar leidinggevende rol. Het beschikken over vaardigheden is ook een belangrijke pijler en certificeringsvoorwaarde in de geplande update 6.1 van het VCA-schema van SSVV. TRAININGSDUUR De training ‘Leidinggeven aan veilig werken’ duurt 2,5 dag. Voor deelname moet een cursist in het bezit zijn van het diploma VOLVCA. Nadat de training met positief resultaat is afgerond, kan bijschrijving in het Centraal Diploma Register (CDR) plaatsvinden. Hierdoor is ook tijdens audits aantoonbaar dat de training ‘Leidinggeven aan veilig werken’ is gevolgd. De training ‘Leidinggeven aan veilig werken’ is een product van SSVV en wordt verzorgd door Gelling Publishing en Training en Learning and Development Academy. Uitgebreide informatie over de training en inschrijving is te vinden op de speciale website www.ssvvleiderschap.nl.  Foto: Rijksoverheid.nl. Man aangehouden voor fraude met VCA-examens VCA staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers. Om in Nederland bij een VCA-gecertificeerd bedrijf te kunnen werken is een VCA-diploma vereist. De Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV), eigenaar van het examenstelsel, heeft in deze zaak 1.300 VCA-diploma’s ongeldig verklaard. Daarnaast is de examinator op non-actief gezet en vervolgens ontslagen. Het onderzoek naar de fraude met examens richtte zich op een periode van begin 2019 tot begin 2021. De zaak kwam aan het licht via toezichthouder Stichting Examenkamer. Eind 2020 vond er bij een groep onvoldoende of niet Nederlands sprekende kandidaten een examen plaats. Op dat moment was er toezicht van de Examenkamer. De kandidaten zakten toen allemaal. Vijf dagen later was er weer een examen voor dezelfde groep, maar dit keer zonder toezicht. Alle kandidaten slaagden toen voor het examen. Dat examen werd vervolgens ongeldig verklaard en de kandidaten moesten opnieuw examen onder toezicht doen. Alle kandidaten zakten vervolgens weer. ANTWOORDEN AANWIJZEN Uit het onderzoek van de Opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie kwam naar voren dat de examinator de juiste antwoorden aanwees aan de kandidaten of zelf invulde tijdens de examens. De examinator werkte daarbij vermoedelijk nauw samen met de opleider. Deze opleider richtte zich specifiek op kandidaten die moeite hebben met leren of die de Nederlandse taal onvoldoende machtig waren en bood een alles-in-één pakket aan. Hij beloofde in zijn reclameslogan ook een slagingsgarantie. Dat is opvallend, want een opleider gaat niet over de uitslag van een examen. Een examinator hoort daarnaast onafhankelijk te zijn en niet samen te werken met een opleider. Werkgevers kunnen via de website van de SSVV het Centraal Diploma Register (CDR) raadplegen. Daar kan worden nagegaan of een VCA-diploma ongeldig is verklaard. Het register is openbaar.  Foto: Ben Mullins, Unsplash. De Opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie heeft een 62-jarige man uit Friesland aangehouden voor vermoedelijke fraude met examens voor VCA-diploma’s. Met een VCA-diploma laten werknemers in bepaalde sectoren zien basiskennis te hebben over veiligheid, gezondheid en milieu. De verdenking is dat de man als examinator juiste antwoorden aanwees aan kandidaten of deze zelf invulde tijdens examens.

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 6 SNEL GEBOUWD Sneller bouwen door kortere procedures Snel gebouwd De kracht van prefab Het proces voor de bouw van een woning - van initiatief tot realisatie – duurt nu gemiddeld tien jaar, waarvan de daadwerkelijke bouw gemiddeld slechts twee à drie jaar in beslag neemt. “Dat moet en kan sneller, met name in de planfase: er moet sneller worden vergund wat gebouwd kan worden, en sneller worden gebouwd wat vergund is”, aldus Hugo de Jonge, minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), in een brief op 20 maart 2024 aan de Tweede Kamer die een update geeft over de voortgang. VERKORTEN BEROEPSPROCEDURES Een vertragende factor zijn bezwaarprocedures. Zodra er beroep wordt ingediend, vertraagt de woningbouw vaak en lopen de projectkosten hoog op. Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting voorziet in het verkorten van beroepsprocedures. Zo doet de bestuursrechter binnen zes maanden uitspraak, wordt het beroep versneld behandeld en moeten de redenen van het beroep binnen de beroepstermijn zijn ingediend. Bij vergunningverlening komt er daarnaast één gang naar de rechter in plaats van twee. Zo is veel sneller duidelijk of een plan kan doorgaan. Ook moet de stem van de woningzoekende bij de belangenafweging en de uiteindelijke besluitvorming meer gehoor krijgen. Volgens de minister worden in de participatie, besluitvorming en in bezwaar- en beroepsprocedures over toekomstige woningbouwprojecten nu vaak tegenstanders gehoord en komen de woningzoekenden nauwelijks aan bod. Dat terwijl juist de stem en het belang van woningzoekenden hierin ook groot is. Begin april is samen met enkele initiatiefnemers gestart met landelijke initiatieven om tot een werkbare aanpak te komen. Daarnaast moeten we leren van goede lokale voorbeelden voor het ontwikkelen van beleid. PARALLEL PLANNEN Verder leidt het parallel plannen van de activiteiten in de planfase van de woningbouw in veel gevallen tot een efficiëntere werkwijze en kortere totale doorlooptijd. Hiermee kan de planfase mogelijk worden verkort van zes jaar naar twee jaar. Vier woningbouwin de uitvoering. Tot slot moet verkend worden op welke wijze jong talent het beste kan worden opgeleid en worden behouden, bijvoorbeeld door middel van traineeships en mentorconnecties. INDUSTRIEEL BOUWEN Naast de noodzakelijke acties voor een efficiëntere werkwijze, wil de minister ook innovatieve bouwwijzen beter benutten. Conceptueel bouwen levert bijvoorbeeld voordelen zoals een verhoging van de arbeidsproductiviteit, kansen voor verkorting van de bouw- en proceduretijd, hogere bouwkwaliteit en op termijn ook lagere bouwkosten. Ook leidt het tot een schonere en meer circulaire bouw en tot betere milieu- en energieprestaties. Daarnaast biedt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen mogelijkheden voor verdere standaardisatie van de bouwtechnische toetsing via eenmalige toetsing van woningbouwconcepten. Standaardisatie is verder gewenst voor het opschalen van industriële woningbouw. Dit gebeurt langs vier sporen. Ten eerste de ambitieuze en stapsgewijze verhoging van de landelijke wettelijke eisen, zoals de Milieuprestatie eis gebouwen. Het tweede spoor is het niet in werking laten treden van de mogelijkheid om lokaal af te wijken van de landelijke wettelijke eisen over de energieprestatie en milieuprestatie van gebouwen. Het derde spoor is het maken van afspraken over een beperkt aantal duurzaamheidsindicatoren met een duidelijk tijdspad, in lijn met en in voorbereiding op nationale beleidsdoelen en Europese ontwikkelingen. De inzet op het stimuleren van biobased bouwen en het maken van afspraken over duurzaam materiaalgebruik in het bouwmaterialenakkoord vormen het vierde spoor. Uiteindelijk moeten al deze maatregelen leiden tot een versnelling van de woningbouw. De minister besluit de brief met: “Ik reken erop dat medeoverheden en corporaties ook de verantwoordelijkheid blijven nemen voor de versnelde realisatie van woningen, waarbij vooral de bouw van flexwoningen de snelste wijze is om het woningtekort te verkleinen.” Nederland heeft bijna één miljoen woningen nodig tussen 2022 en 2031. Om dat mogelijk te maken versterkt de overheid de regie op de volkshuisvesting. Ook is gestart met het versnellen van processen en procedures in de woningbouw. Vooral in de planfase is tijdwinst te behalen om sneller woningen te kunnen bouwen. Met het plan ‘Versnellen processen en procedures woningbouw’ zijn vijf actielijnen opgestart. projecten in Sassenheim, Alphen aan den Rijn, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven, en drie grootschalige gebiedsontwikkelingen in Utrecht, Dordrecht en Tilburg worden sinds eind 2023 als pilot in opdracht van het ministerie van BZK intensief begeleid door Fakton (platform van ondernemingen dat complexe financiële, strategische en ontwikkelvraagstukken begeleidt in het domein van ruimte, vastgoed en energie). Deze gemeenten, de betrokken ontwikkelaars en het Rijk passen samen het principe van parallel plannen in de praktijk toe, en ontwikkelen een werkwijze die in de nabije toekomst breder gaat worden ingezet. De minister noemt in de brief de pilot in het Novexgebied Spoorzone Den Bosch. Hier zijn plannen ontwikkeld voor circa 475 woningen waarvan 80% betaalbaar. Er is een stroomversnelling bereikt door in een compact projectteam van de gemeente en BrabantWonen, gelijktijdig te werken aan een stedenbouwkundig ontwerp, een plan voor grondexploitatie, milieuonderzoeken, contractering en een aanvraag voor de Woningbouwimpuls. Het resultaat is dat binnen vier maanden na de start van de pilot de uitgangspunten voor het project door het college zijn vastgesteld en het participatietraject is gestart. De komende periode worden de plannen verder uitgewerkt met als beoogd doel een start bouw 1 januari 2026. Dat betekent een versnelling van minimaal één tot anderhalf jaar op de genoemde onderdelen. De voorlopige conclusie is dat de werkwijze van parallel plannen een ‘nieuwe norm’ stelt. VERSTERKEN UITVOERINGSCAPACITEIT Tekorten in de uitvoeringscapaciteit in de planfase zijn al langere tijd een knelpunt bij het realiseren en versnellen van de woningbouw. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een combinatie van een krappe arbeidsmarkt enerzijds en de grote woningbouwopgave met bijbehorende toenemende complexiteit anderzijds. Ook worden ambtelijke capaciteitstekorten vaak genoemd als vertragingsfactor in de woningbouw. Met IPO en VNG heeft de minister een plan van aanpak opgesteld om op korte termijn alvast acties te ondernemen om de uitvoeringscapaciteit te versterken. Denk aan het regionaal samenbrengen van capaciteit: het initiëren of ondersteunen van regionale samenwerking gericht op duurzame versterking van de uitvoeringscapaciteit en uitvoeringskracht. Ook moeten we meer kijken naar geslaagde praktijkvoorbeelden via bijvoorbeeld de regionale versnellingstafels, waarbij marktpartijen en gemeenten hebben samengewerkt. Voor nieuwe wet- en regelgeving en beleid in de woningbouw moet er verder meer aandacht worden besteed aan voorbeelddocumenten en standaardisatie  Naast de noodzakelijke acties voor een efficiëntere werkwijze, wil de minister ook innovatieve bouwwijzen beter benutten, zoals industriële woningbouw. Foto: Plegt-Vos.  Een vertragende factor zijn bezwaarprocedures. Zodra er beroep wordt ingediend, vertraagt de woningbouw vaak en lopen de projectkosten hoog op.  Foto: Laurens Kuipers. WEBO.

7 NUMMER 5 - MEI 2024 ACTUEEL Den Haag update Nieuws vanaf het Binnenhof EERSTE KWARTAAL OMGEVINGSWET RUSTIG VERLOPEN Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet gaat over de ruimte waarin mensen wonen, werken en ontspannen. Deze nieuwe wet voegt oude wetten samen en bevat regels voor wat er buiten te zien, horen en ruiken is. Het eerste kwartaal is over het algemeen rustig en stabiel verlopen. Dat meldt Hugo de Jonge, Minister BZK, in een brief aan de Tweede Kamer. De conclusie dat het eerste kwartaal over het algemeen rustig is verlopen wordt mede onderbouwd vanuit de monitoring van het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet), de signalen en vragen die bij het IPLO (Informatiepunt Leefomgeving) binnenkomen en de signalen vanuit de betrokken bestuurlijke partners. Op basis van de beschikbare informatie merkt de minister graag op dat initiatiefnemers het Omgevingsloket goed kunnen vinden, in het eerste kwartaal waren er 591.882 unieke bezoekers. In het Omgevingsloket worden vergunningen, meldingen en informatieverzoeken ingediend. In het eerste kwartaal ging het om 38.969 vergunningaanvragen, 32.043 meldingen en 11.380 informatieplichten. De eerste procedures in de planketen zijn gestart. De capaciteit van de Landelijke Voorziening van het DSO (DSO-LV) is ruim voldoende voor het huidige gebruik. Uit de huidige cijfers blijkt dat het DSO-LV stabiel werkt. De beschikbaarheid van het Omgevingsloket voldoet ook aan de gestelde normen. Totaal waren er meer dan 1,4 miljoen sessies en 591.882 unieke bezoekers. Verder lezen we in de brief dat zoals gebruikelijk bij grote wijzigingen het werken met de nieuwe Omgevingswet en de bijbehorende techniek van het DSO in de praktijk vragen oproept. Vragen vanuit voornamelijk bevoegd gezagen en het bedrijfsleven worden door het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) en betrokken partners binnen de afgesproken termijnen beantwoord. In de cijfers is er zoals verwacht een verschuiving te zien in de inhoudelijke onderwerpen van de vragen. Voorafgaand aan de inwerkingtreding werden vooral vragen gesteld over de voorbereiding. In het eerste kwartaal gaan de vragen met name over het daadwerkelijke gebruik van het DSO en het toepassen van de wet- en regelgeving in de praktijk. Daarnaast was het overgangsrecht een veel voorkomend onderwerp in de vragen in januari, februari en maart. Vanaf maart ziet het IPLO een verschuiving optreden van vragen met betrekking tot het overgangsrecht naar het werken met de (nieuwe) instrumenten uit de Omgevingswet. Frank de Groot Hoofdredacteur BouwTotaal  frank@handelsuitgaven.nl BOUW KRIMPT, IT-SECTOR GROEIT STERK Maurice van Sante ING Research  maurice.van.sante@ing.com Voor 2024 verwacht ING Research voor de meeste bedrijfssectoren een lichte groei. Verdere digitalisering en de uitrol van generatieve AI zorgen voor aanhoudende groei in de IT-sector. Hierdoor blijft ook de groei in 2025 hoog, van 2,5 naar zelfs 3%. Voor de horeca is de verwachting dat de volumes dit jaar beperkt toenemen. Hogere personeelskosten maken prijsverhogingen in cafés en restaurants noodzakelijk. De bouw laat dit jaar de grootste krimp zien, voornamelijk doordat er fors minder bouwvergunningen zijn afgegeven en er minder nieuwbouw is verkocht. Positief is dat de industriële productie de bodem lijkt te hebben bereikt. Deelreeksen van de inkoopmanagersindex voor nieuwe orders en gerealiseerde productie wijzen voor het eerst in meer dan een jaar tijd weer op aantrekkende activiteit. GROTE KRIMP BOUW Voor dit jaar verwachten we voor de bouwproductie de grootste krimp sinds 2013. Volumecijfers van de totale bouwproductie over eind 2023 en begin 2024 laten namelijk al een daling zien. Dit zijn nog de naweeën van hogere bouwkosten en de hogere rente waardoor ook overbruggingskosten stegen en nieuwbouwwoningen minder aantrekkelijk werden. De woningmarkt trekt echter weer aan en ook de nieuwbouwverkopen nemen sinds eind 2023 weer toe. In het begin van de keten, bij projectontwikkelaars, stijgen omzetten al. Door de lange doorlooptijden in de bouw, duurt het echter enige tijd voordat dit ook in de totale bouwproductie tot uiting komt. Tegenwicht voor de krimp in de bouw dit jaar biedt de infrasector waarvoor we voor 2024 een minimale groei verwachten. Veel grote infraprojecten staan op ‘hold’ vanwege stikstofproblematiek, maar de renovatie van infrastructuur en investeringen in het elektriciteitsnet nemen wel toe. We verwachten BOUWMONITOR B&U voor 2025 weer een licht herstel in de bouw (+1,0%), mits de woningnieuwbouw verder aantrekt. Belangrijk daarbij is dat de vergunningverlening voor nieuwbouw geen roet in het eten gooit en binnen enkele maanden weer gaat toenemen. Dataviewer: is dak geschikt voor zonnepanelen? Is uw dak of parkeerplaats geschikt voor plaatsing van zonnepanelen? De nieuwe dataviewer van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) brengt kansrijke daken en parkeerplaatsen in heel Nederland in beeld. De viewer geeft aan of een dak nu al mogelijk geschikt is voor zonnepanelen. Of geschikt te maken is, door bijvoorbeeld het versterken van het dak. Zo kunnen dakeigenaren, installateurs of aanbieders van zonnepanelen eenvoudig kansen voor zonnepanelen op daken zien. Zo’n 50% van het oppervlakte van daken en parkeerplaatsen in Nederland is beschikbaar voor het opwekken van zonne-energie met panelen. Dat is 725 km2. Deze daken en parkeerplaatsen hebben genoeg ruimte om zonnepanelen te plaatsen. En er schijnt genoeg zonlicht op de panelen. Van deze oppervlakte is 8% direct geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen. In de andere gevallen moeten er eerst belemmeringen worden opgelost. Denk hierbij aan het oplossen van netcongestie (overbelasting van het elektriciteitsnet) of daken eerst constructief aanpassen. Op 319 km2 (44% van het oppervlak) moeten meerdere punten (belemmeringen) opgelost worden om panelen te kunnen plaatsen. BEKIJK PER LOCATIE Een gebruiker kan in de viewer de locatie van een pand intypen en ziet gelijk of het dak geschikt is of niet. Door in te zoomen op de kaart laat de viewer ook de kansrijke daken in de buurt zien. Er wordt meteen duidelijk welke belemmeringen er zijn. Voorbeelden van belemmeringen zijn: • dakconstructie is niet sterk genoeg; • aparte dakvorm of dakramen; • aanwezigheid van asbest. Zijn er belemmeringen? Dan kan de eigenaar, installateur of aanbieder van zonnepanelen hiervoor een oplossing zoeken. De viewer zorgt er hiermee voor dat daken sneller geschikt kunnen worden gemaakt voor het opwekken van zonne-energie met panelen. GETEST OP VAKBEURZEN RVO testte de viewer eind maart 2024 op de vakbeurzen Solar Solutions en Green Heating Solutions. Bezoekers van de beurs konden kennis maken met de viewer en waren erg enthousiast. “Mooi om in mijn buurt te zien waar de kansrijke daken en belemmeringen zitten en leuk dat we deze tool makkelijk zelf kunnen bedienen op een groot scherm”, was een veel gehoorde reactie. De viewer gebruiken? Ga naar www.rvo.nl/ onderwerpen/zonne-energie/geschikte-daken

Open ruimte met het Lamaxa L50 Lamel: Een klasse apart. Meer informatie: www.warema.nl/l50 / Motorbestuurde dosering van de zoninstraling / Afstandsbediening van daklamellen, verlichting, warmtestralers, enz.

9 NUMMER 5 - MEI 2024 THEMA GEVELS Integrale kwaliteit bij kunststof kozijnen Wie kunststof kozijnen koopt bij een lid van VKG Keurmerk, krijgt garantie op het totaalsysteem, dus inclusief beglazing, hang- en sluitwerk en montage. Verder is er het VKG Recyclingsysteem dat zorgt dat kunststof kozijnen na demontage weer als grondstof dienen voor nieuwe kozijnen. “Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat de Total Cost of Ownership na 25 jaar ongeveer de helft is van houten kozijnen”, zegt ir. Albert Zegelaar, directeur VKG Keurmerk. BouwTotaal vroeg naar de laatste ontwikkelingen en dan komen er toch verrassende eigenschappen van kunststof kozijnen naar voren. TEKST: ING. FRANK DE GROOT BEELD: VKG KEURMERK, TENZIJ ANDERS VERMELD Wie kent ze niet: de grote, witte kunststof kozijnprofielen met enkel glas uit de jaren tachtig van de vorige eeuw? “Tja, het zijn geen fraaie kozijnen, maar ze zijn wel onderhoudsarm en duurzaam. Die generatie komt nu massaal vrij bij renovatieprojecten. Via het VKG Recyclingsysteem gaan ze naar een recyclingpartner, die er grondstof voor nieuwe kozijnen van maakt. De huidige generatie nieuwe kunststof kozijnen bestaat al voor circa 25% uit recyclaat. Daarmee hebben we ons doel voor 2030 in het Akkoord Circulaire Geveleconomie (zie elders in deze uitgave, red.) nu al gehaald. In 2050 moet het aandeel recyclaat in nieuwe kozijnen zijn gestegen naar 50%”, aldus Albert Zegelaar. Inmiddels worden bij 65% van de renovatieprojecten al kunststof kozijnen toegepast. “De huidige generatie kent slanke profielen, bijzondere verbindingen, kan zelfs met houtnerfstructuur worden geleverd en is geschikt voor triple-beglazing.” CIRCULARITEIT Het hoge aandeel recyclaat in nieuwe kozijnen geeft al aan dat de branche sterk inzet op recycling. Albert: “Recyclaat is tegenwoordig zelfs goedkoper dan virgin materiaal door de hoge olieprijzen. Dat is natuurlijk een grote stimulans om recyclaat te gebruiken bij de productie van nieuwe kozijnen. Daarnaast kunnen we zelfs al bepaalde kleuren scheiden, zoals wit. Daar zie je niets van in nieuwe witte kozijnen. De andere kleuren resulteren in een grijze fractie. Door co-extrusie zijn we in staat om de binnenzijde van kunststof kozijnen te maken van recyclaat en de buitenzijde van virgin materiaal in de gewenste kleur. Alleen als je een kozijn doorzaagt, zie je de grijze binnenlaag.” Maar circulariteit is natuurlijk ook gebaat bij losmaakbaarheid: “Kunststof kozijnsystemen worden altijd demontabel bevestigd met stelkozijnen. Daarbij passen we ook een droog beglazingsysteem toe met kliklijsten met rubber. We gebruiken dus geen kitten.” Bij een renovatieproject van een VKG Keurmerklid waarbij kunststof kozijnen vrijkomen wordt een container geplaatst door een recyclingbedrijf. Bij kleinere projecten kan men de kozijnen naar de VKG-fabrikant in de buurt brengen. VG Glas (Vakgroep GLAS van Bouwend Nederland) plaatst een container voor het glas. Tijdens de recycling wordt het kunststof gescheiden van onder meer metaal en rubber. Hang- en sluitwerk gaat terug naar een lid van Algemene Branchevereniging Hang- en Sluitwerk (VHS), die mede het Akkoord Circulaire Geveleconomie hebben ondertekend. INTEGRALE AANPAK De kwaliteit van een kunststof kozijn is ook afhankelijk van het hang- en sluitwerk, beglazing en montage. Om integrale kwaliteit te kunnen garanderen bestaan de leden niet alleen uit fabrikanten en profielleveranciers. Ook leveranciers van glas, roosters en panelen en hang- en sluitwerk zijn lid, alsmede leveranciers van andere gevelproducten, zoals ventilatiesystemen, dorpels, stelkozijnen, zonwering, raamdecoratie, insectenwering, deurpanelen, lijmen, kitten en purschuimen en zelfs machines voor productie van kozijnen. “Samen beheersen we de volledig invulling van de gevelopeningen. Je kunt nog zo’n goed product hebben, uiteindelijk bepaalt de zwakste schakel de eindkwaliteit”, zegt Albert. Ook handig voor de kwaliteitsborger die onder de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) op basis van VKG Keurmerk alleen nog een vinkje hoeft te zetten dat de kozijnen voldoen aan de bouwregelgeving. Albert: “De VKG Kwaliteitseisen & Adviezen vormen de basis van de kwaliteitsborging voor de kunststof kozijnen. De hierin opgenomen voorschriften en richtlijnen voldoen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving en andere Nationale en Europese regelgeving. Daarbij werken we veel met KOMO-kwaliteitsverklaringen.” Montage vindt alleen plaats door een montageploeg waarin tenminste één monteur is gecertificeerd. De oplevering van de kozijnen gebeurt altijd door de monteur. Er wordt steeds meer gewerkt met de VKG Opleverapp, waarin ook foto’s zijn te vinden die tijdens de montage zijn gemaakt. Handig voor de kwaliteitsborger en achteraf als er eventueel problemen zijn. Om de kwaliteit te garanderen worden er door VKG Keurmerk ook regelmatig al of niet aangekondigde controles uitgevoerd bij de productie en montage. Tevens worden processen en onderdelen getoetst. DUURZAAMHEID Kunststof kozijnen hebben lang een slechte naam gehad op het gebied van milieu-eigenschappen. “Maar dat beeld is volstrekt achterhaald”, zegt Albert. “De levensduur heeft een grote milieu-impact. Een PVC kozijn kan wel tien keer gerecycled worden. Uitgaande van een levensduur van 75 jaar, kan het kunststof dus wel 750 jaar in de keten blijven! Daarnaast wordt nu al 75% van de oude kozijnen door het VKG Recyclesysteem gerecycled. Het doel is zelfs 100 procent. Dan blijft het kunststof dus lange tijd binnen de kringloop. We zijn er alert op dat het recyclaat niet deels wegstroomt naar de buizenindustrie. Je kunt van een PVC-kozijn wel een buis maken, maar van een buis kun je geen kozijn meer maken.” Volgens de VKG-directeur is de milieubelasting van kunststof kozijnen over de gehele levensduur zelfs verglijkbaar of zelfs iets beter dan hout: “Dat klinkt wellicht vreemd, maar je moet wel alle aspecten meewegen. We hebben dat uitgebreid laten onderzoeken. Zo zijn er geen schilderbeurten nodig om de pakweg zeven jaar. En voordat een omgehakte boom is vervangen door een gelijkwaardig exemplaar dat evenveel CO2 opvangt, ben je ook veertig jaar verder. Het gebruikte kunststof kun je verder veel langer in de keten houden, door recycling.” De isolatiewaarde van kunststof kozijnen is door de ingebouwde isolatiekamers hoog. Albert: “Een kunststof kozijn heeft over het algemeen een lage U-waarde doordat deze is voorzien van meerdere isolatiekamers die afgedicht zijn. Er zijn zelfs al vijfkamersystemen. Naast de U-waarde speelt ook de dichting een belangrijke rol. Waar raamvleugel en raamkader van kunststof profielen samenkomen, worden ze op drie plaatsen gedicht. De buitendichting doet als eerste zijn werk en houdt neerslag en kou buiten. De middendichting zorgt voor water- en windkering en tot slot zorgt de binnendichting voor geluidsisolatie.” BETAALBAAR Kwaliteit kent een prijs, horen we vaak. Maar Albert wil tot slot wel kwijt dat kunststof kozijnen zelfs voordeliger zijn dan houten kozijnen, met een goede kwaliteit: “Wij hebben de kosten van kunststof en houten kozijnen over vijf verschillende woningtypen laten uitrekenen, over een periode van 25 jaar. Dan blijkt het kunststof kozijn na 25 jaar circa de helft goedkoper! Dat komt natuurlijk mede doordat er geen onderhoud nodig is, behalve een keer bewassen. Maar ook in aanschaf zijn kunststof kozijnen vaak al voordeliger. Het kunststof kozijn is dus voor veel projecten een aantrekkelijke optie.”  De kwaliteit van een kunststof kozijn is ook afhankelijk van het hang- en sluitwerk, beglazing en montage.  Een PVC kozijn kan wel tien keer gerecycled worden! Foto: Deceuninck.

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 10 Circulair ontwerpen met baksteen Nederland werkt aan de transitie naar een volledig circulaire economie in 2050. In een kringloopeconomie is er nauwelijks afval door hergebruik van producten en (eindige) grondstoffen. Een zeer lange levensduur maakt ons ook minder afhankelijk van grondstofwinning. Baksteengevelwerk kan door de lange levensduur en mogelijkheden tot recycling en hergebruik een goede bijdrage leveren aan circulair bouwen.  Sporthal Elzenhagen met circulaire ontwerpstrategie: gevel: 1. Optimalisatie, 2. Kwaliteit en onderhoud gebouw en 4. Losmaakbaarheid en herbruikbaarheid. Architectenbureau LIAG. Foto: John Lewis Marshall. TEKST: ING. FRANK DE GROOT EN VERENIGING KONINKLIJKE NEDERLANDSE BOUWKERAMIEK (KNB) Circulair ontwerpen begint met de ambitie een duurzamer gebouw te realiseren. Daarbij hebben de in de ontwerpfase gemaakte keuzes grote invloed op het (eind)resultaat. Maar hoe te zorgen dat de juiste keuzes worden gemaakt? En hoe zorgen we dat alle betrokkenen bij het ontwerpproces dezelfde doelen delen en dezelfde oplossing nastreven? De in juni 2023 gepubliceerde Leidraad Circulair ontwerpen 2.0, ‘Werkafspraken voor een circulaire bouw’, van Platform CB’23 geeft hierbij richting en inspiratie op basis van bestaande inzichten en helpt om afspraken vast te leggen. Wie baksteen legt naast de meetlat van de zeven circulaire ontwerpstrategieën uit de Leidraad Circulair Ontwerpen 2.0 komt tot verrassende inzichten. BAKSTEENGEVELS ZIJN CIRCULAIR Baksteengevels leveren een goede bijdrage aan circulair bouwen. Waarom? Allereerst wordt de Nederlandse baksteen voornamelijk gemaakt van een oneindige, hernieuwbare en lokaal beschikbare grondstof, namelijk ons eigen rivierklei. De duurzame kleiwinning gaat hand in hand met het creëren van nieuwe leefgebieden voor planten en dieren en hoogwaterveiligheid. Daarnaast heeft baksteen een uitzonderlijk lange levensduur, zonder noemenswaardig onderhoud. Dat geeft grote mogelijkheden tot het geven van toekomstwaarde aan een gebouw. In combinatie met een efficiënt productieproces geeft de lange levensduur een lage milieu-impact en dus gunstige MKI-waardes (milieukosten). Afhankelijk van product en toepassing, zijn de keramische producten aan het einde van de gebouwlevensduur herbruikbaar of recyclebaar. Door gebruik van moderne mortels en lijmen is hergebruik van bakstenen wel lastig geworden. De hedendaagse mortels en lijmen dragen weliswaar bij aan de toegenomen kwaliteit van metsel- en tegelwerk, maar laten zich niet meer zo gemakkelijk van het keramiek verwijderen. Metselbaksteen wordt naar de huidige stand van de techniek daarom veelal vermalen tot granulaat en gerecycled in nieuwe keramische producten, ingezet als grond- of zandvervanger of als toeslagstof in bouwmaterialen. Voor de productie van nieuwe baksteen kan bijvoorbeeld tot 25% gebakken keramisch materiaal worden toegevoegd. Naar metselwerkpuin is verder veel vraag als funderingsmateriaal onder (snel-)wegen. Bij kleinschalige toepassing kunnen oude bakstenen van mortel worden ontdaan en opnieuw gebruikt. Er zijn inmiddels producten en initiatieven die het hergebruik van baksteen verder optimaliseren door de toepassing van droogstapeltechniek of het gebruik van aangepaste mortels. ZEVEN ONTWERPSTRATEGIEËN Terug naar de leidraad. Deze onderscheidt zeven circulaire ontwerpstrategieën, onderverdeeld in de thema’s: Voorkomen, Toekomstwaarde, Materiaalwaarde en  Mooie nieuwe natuur na kleiwinning. Foto: KNB.  Voorbeeld hergebruik van baksteen. Ons’ Lieve Heer op Solder met circulaire ontwerpstrategie gevel. Felix Claus Dick van Wageningen Architecten. Foto: John Lewis Marshall.

11 NUMMER 5 - MEI 2024 THEMA GEVELS Optimaliseren. Samen vormen de zeven een compleet beeld van de mogelijke circulaire ontwerpkeuzes. Bij een specifiek bouwproject zal het ontwerpteam een combinatie maken van relevante ontwerpstrategieën en zo tot een maatstrategie komen. De zeven ontwerpstrategieën zijn: 1. Preventie (thema: voorkomen en optimaliseren); 2. Ontwerpen voor kwaliteit en onderhoud (thema toekomstwaarde); 3. Ontwerpen voor adaptiviteit (thema toekomstwaarde); 4. Ontwerpen voor losmaakbaarheid en herbruikbaarheid (thema toekomstwaarde); 5. Ontwerpen met hergebruikte delen van bouwwerken (thema materiaalwaarde); 6. Ontwerpen met secundaire grondstoffen (thema materiaalwaarde); 7. Ontwerpen met hernieuwbare grondstoffen (thema materiaalwaarde). gebouwen blijken populair voor hergebruik door hun fraaie uitstraling en lange (rest) levensduur van de gevels. Zelfs enige verwering van baksteen wordt gezien als een mooie patinalaag, waardoor de tekening van de steen versterkt wordt en het gebouw een ‘doorleefd’ uiterlijk krijgt. Naast ‘voorkomen’ kan de ontwerpstrategie preventie ook gericht zijn op het efficiënter en ‘optimaler’ ontwerpen. Dat kan door na te gaan of bepaalde gebouwfuncties, bouwdelen en producten daadwerkelijk nodig zijn om zo overbodige zaken te elimineren. Zijn gangbare oplossingen te vervangen door alternatieven met minder materiaalgebruik? Denk daarbij voor baksteen aan de diverse mogelijkheden tot dematerialisatie, zoals toepassing van baksteen met gaten of frogs, smalle baksteen, baksteenstrips of klampmetselwerk (zie artikel ‘Dematerialisatie baksteen’ in deze BouwTotaal). Dematerialisatie met gelijmde gevelproducten kan echter weer leiden tot een niet eenvoudig te demonteren gevelopbouw. Dat past minder goed bij de ontwerpstrategie Losmaakbaarheid & Hergebruik. 2. Ontwerpen voor kwaliteit en onderhoud Een fraai ontworpen gebouw, dat ook past in zijn omgeving, heeft meestal een langere levensduur dan een gebouw dat we ‘lelijk’ vinden. Vaak worden gebouwen met gemetselde gevels ‘gekoesterd’; belanghebbenden hechten veel waarde aan dergelijke gebouwen. Hierdoor is een goed ontwerp dus ook duurzamer. Uiteraard speelt niet alleen de esthetische waarde een rol. Ook de bruikbaarheid, toepassing van robuuste onderhoudsarme producten en goede detailleringen zijn belangrijk. Indien de gebruikte bouwproducten een zeer lange technische levensduur hebben, is vervanging niet nodig. Baksteen heeft een lange levensduur, is onderhoudsarm en beschermt objecten tegen weer, wind, brand en geluid. De ontwerpmogelijkheden met baksteen zijn onuitputtelijk. Als bij een gebouw frequent veranderingen in gebruikseisen te verwachten zijn, is een combinatie met Ontwerpen voor adaptiviteit en Ontwerpen voor losmaakbaarheid en herbruikbaarheid noodzakelijk. 3. Ontwerpen voor adaptiviteit Ontwerpen voor adaptiviteit of aanpasbaarheid maakt mogelijk dat een bouwwerk aan verschillende toekomstscenario’s met andere wensen en eisen kan voldoen. Dit kan op verschillende schaalniveaus, in verschillende tijdspannen en tussen verschillende functies plaatsvinden, zoals door veranderende gebruikers, seizoenen en eisen. Adaptiviteit verlengt de levensduur van het bouwwerk, ook bij veranderende eisen. 4. Ontwerpen voor losmaakbaarheid en herbruikbaarheid Uitgangspunt bij deze strategie is dat materialen tijdens of na gebruik op eenvoudige wijze en zonder schade kunnen worden geoogst voor zo hoogwaardig mogelijk hergebruik. Een mooi voorbeeld is de voorgevel van het opleidingscentrum voor praktijkgericht onderwijs Bouwmensen in Doetinchem. Een groot deel van die nieuwe voorgevel is in 2017 uitgevoerd met een baksteen droogstapelsysteem in de kleur antraciet. Deze stenen kwamen uit de gevel van Vakschool Het Diekman in Enschede. De sportzaal in die school is getransformeerd naar klaslokalen en dat vroeg uiteraard om extra gevelopeningen. Hierdoor kwamen er 6.000 onbeschadigde stenen vrij, die zijn hergebruikt in Doetinchem. Het ultieme voorbeeld van circulair bouwen. De losmaakbare uitvoering van het huidige ontwerp kan er dus in de toekomst voor zorgen dat het aandeel hoogwaardig herbruikbare elementen ten opzichte van secundaire grondstoffen toeneemt. Ook baksteenmetselwerk gerealiseerd met kalkmortel past binnen deze strategie. 5. Ontwerpen met hergebruikte delen van bouwwerken Het ontwerpen met hergebruik van delen van bouwwerken, al dan niet na bewerking, spaart primaire grondstoffen. Bakstenen hebben een lange technische levensduur en zijn goed in meerdere levenscycli herbruikbaar. Dat kan door hergebruik van de baksteengevel(delen) tot hergebruik van de baksteen. De beschikbaarheid hiervan is nog beperkt. 6. Ontwerpen met secundaire grondstoffen Het ontwerpen met secundaire grondstoffen draait om de inzet van eerder gebruikte grondstoffen en materialen of reststromen van een ander productsysteem. De secundaire grondstoffen vervangen primaire grondstoffen en dragen zo bij aan bescherming van grondstofvoorraden. Diverse reststromen vanuit andere productsystemen vinden hun weg naar de baksteenindustrie. Gebruikt keramiek kan prima als secundaire grondstof worden toegepast bij de productie van nieuwe keramische producten. Het secundair materiaal moet wel voldoende beschikbaar en homogeen zijn en de vervoersafstanden niet te groot. Enkele fabrikanten bieden gevelbakstenen aan met een hoog gehalte gerecycled materiaal. 7. Ontwerpen met hernieuwbare grondstoffen Ontwerpen met gebruik van zoveel mogelijk bouwmaterialen van hernieuwbare bron vermindert het gebruik van eindige, niet-hernieuwbare grondstoffen en de eventuele uitputting ervan. Het draagt hiermee direct bij aan bescherming van materiaalvoorraden. Een hernieuwbare grondstof kan van zowel abiotische als biotische oorsprong zijn. Voorbeelden van hernieuwbare hulpbronnen zijn: bomen in bossen, grassen in grasland, schelpen en klei uit de Nederlandse rivierdelta (sedimenten). Voordeel van baksteen is dat de primaire grondstof klei ruim voorradig is en rivierklei bovendien ook nog eens hernieuwbaar. Klei wordt continu via de rivieren aangevoerd en afgezet in de uiterwaarden. Dit is ook vastgelegd in de CB’23 leidraden, de Handreiking Circulaire Gebouwen Milieulijst 2024 van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het in opdracht van de Nationale Milieudatabase in januari 2023 gepubliceerde Agrodome-rapport ‘Hernieuwbare grondstof en materiaal voor de bouw’.  Hergebruikte gevelstenen met circulaire ontwerpstrategie: 5. Hergebruik, 1. Preventie – optimalisatie en 2. Kwaliteit en onderhoud gebouw: 3. Adaptiviteit. Marc Koehler Architects. Foto: John Lewis Marshall.  Voorbeeld droogstapelsysteem project. Foto: Wienerberger.  Hergebruik gevels te Nijmegen. Foto: KNB.  Voorbeeld ontwerpen met secundaire grondstoffen: 360 Degrees aan de Grasweg in Amsterdam. Architect: Studioninedots Amsterdam. Geselecteerd sloopafval is geüpcycled naar hoogwaardige bakstenen. Foto: John Lewis Marshall.  De nieuwe voorgevel van het opleidingscentrum voor praktijkgericht onderwijs Bouwmensen in Doetinchem is in 2017 uitgevoerd met een baksteen droogstapelsysteem in de kleur antraciet. Deze stenen kwamen uit de gevel van Vakschool Het Diekman in Enschede. Foto: Frank de Groot. We toetsen baksteengevelwerk hierna aan de zeven ontwerpstrategieën. 1. Preventie De strategie ‘preventie’ richt zich in eerste instantie op het ‘voorkomen’ van nieuwbouw. Denk hierbij aan het hergebruik van bestaande gebouwen in een nieuwe functie (transformatie). Juist volledig gemetselde

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=