BouwTotaal 6 - 2023

21 NUMMER 6 / JUNI 2023 THEMA BRANDVEILIGHEID Gewijzigde eisen deuren in Extra Beschermde Vluchtroutes In de markt is al geruime tijd discussie over de brandklasse voor deuren bij toepassing in Extra Beschermde Vluchtroutes (EBV’s). GND Garantiedeuren heeft bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) het verzoek ingediend de eisen die de bouwregelgeving stelt aan de brandklasse van binnendeuren aan te passen. Na een uitgebreide risicoanalyse is besloten de eisen voor een groot deel van de deuren in EBV’s te wijzigen naar brandklasse D. De wijziging zal naar verwachting vanaf 1 januari 2024 in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) worden meegenomen. TEKST: FRANK DE GROOT BEELD: GND Voor binnendeuren die grenzen aan een EBV geldt de eis van brandklasse B volgens EN 13501-1 ‘Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen’. De standaard houten deuren (denk aan woningtoegangsdeuren) voldoen niet aan brandklasse B. Deze brandklasse B staat al vanaf 2003 in het Bouwbesluit. Sinds die tijd zijn de reguliere houten deuren in de praktijk altijd toegepast in EBV’s. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de 5% uitzonderingsregel voor de brandklasse, of van een beoordeling op basis van gelijkwaardigheid. Op de prestatie zelf werd niet getoetst. Volgens GND is er recent meer behoefte om wettelijk te regelen dat ook brandklasse D volstaat voor deze binnendeuren. Denk daarbij ook aan de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die op 1 januari 2024 in werking treedt. Daarbij moet de kwaliteitsborger toetsen of een nieuw bouwwerk aan de bouwregelgeving voldoet. ONDERZOEK In opdracht van BZK is naar aanleiding van het verzoek van GND door Nieman/DGMR een onderzoek uitgevoerd. Op basis van een uitgevoerde risicoanalyse is het volgens Nieman/DGMR acceptabel om de brandklasse B te verlagen naar brandklasse D voor het beweegbare deel van deuren in een EBV die regelmatig voor verkeer van personen worden gebruikt. Er is met deze verlaging slechts een zeer klein verschil in brandrisico. Ook wordt hiermee meer aangesloten bij de lagere eisen voor binnendeuren in andere Europese landen. Het betreft de deuren op de route vanuit een gebruiksgebied, een toiletruimte of een badruimte naar de ruimte waardoor de EBV voert. Tevens betreft het deuren op de route tussen een besloten ruimte waardoor een EBV voert en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte. In de ruimte waardoor een EBV voert kunnen ook deuren voorkomen van bijvoorbeeld meterkasten of werkkasten die niet regelmatig worden geopend. Bij deze deuren is er een reële kans dat brandbare objecten bij of tegen die deuren worden geplaatst en is volgens Nieman/ DGMR een verlaging van de brandklasse niet wenselijk. Benadrukt wordt dat het plaatsen van brandbare objecten in EBV’s slechts zeer beperkt is toegestaan in de regelgeving. Vooral omdat er een reële kans is op het niet naleven hiervan, kan de eis in deze situaties niet worden verlaagd van brandklasse B naar D. De verlaging van de brandklasse geldt verder alleen bij EBV’s en niet bij beschermde vluchtroutes (BV). Nieman/ DGMR geeft aan dat beschermde vluchtroutes altijd binnen een brandcompartiment liggen en dat de kans op brand in zo’n route groter is dan bij EBV’s die geheel buiten een brandcompartiment liggen. AANPASSING BBL Vanaf 1 januari 2024 volgt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) het Bouwbesluit 2012 op. Het nieuwe vijfde lid van artikel 3.31 en het nieuwe derde lid van artikel 4.43 van het Bbl regelen dat in afwijking van het eerste lid van die artikelen het beweegbare deel van een deur in een EBV aan brandklasse D (voor nieuwbouw) of 4 (voor bestaande bouw) mag voldoen in plaats van aan de strengere brandklassen B en 2. BEPALING BRANDKLASSE DEUREN De eis (brandklasse D) wordt gesteld aan het beweegbare deel van een deur. Dit betreft het deurblad zonder het kozijn. Het deurblad is een constructieonderdeel. De eisen voor de brandklasse worden in Bouwbesluit 2012 gesteld op het niveau van constructie-onderdelen. De bepaling van de brandklasse moet dus voor het toetsen aan de prestatie-eis (ook) zijn uitgevoerd op het deurblad en niet op het geheel van deurblad met kozijn. Voor binnendeuren is de Europese productnorm EN 14351-2 gepubliceerd. Deze norm geeft (in tabel ZA) twee opties voor de bepaling van de brandklasse: een optie voor complete deursets en een optie voor (constructie-)onderdelen. De nieuwe eis is daarmee dus niet belemmerend voor de toepassing van deze Europese norm, die overigens nog niet valt onder de werking van de verordening bouwproducten. Het is aan het bevoegd gezag om eventueel akkoord (gelijkwaardigheid) te gaan met een bepaling van de brandklasse op het geheel van deur met kozijn. WHITEPAPER GND heeft een whitepaper uitgebracht met een toelichting waarom de eisen zijn aangepast en wat de wijzigingen inhouden. Tevens gaat de whitepaper in op de gevolgen voor nieuwbouw en bestaande bouw en zijn ter verduidelijking een aantal voorbeelden van veel voorkomende plattegronden opgenomen. Je kunt de whitepaper downloaden: https://gnd.nl/whitepaper/ WAT IS EEN EXTRA BESCHERMDE VLUCHTROUTE? Ieder gebouw heeft vluchtroutes, zodat bij brand een veilige plaats bereikt kan worden. Een extra beschermde vluchtroute (EBV) ligt per definitie niet in een brandcompartiment. Het doel van een extra beschermde vluchtroute is het veilig kunnen vluchten buiten een subbrandcompartiment. De uitgang van het subbrandcompartiment is daarbij tevens de uitgang van het brandcompartiment. Een EBV mag in principe niet door een trappenhuis voeren.  Woongebouw. Bij nieuwe woongebouwen hebben gemeenschappelijke gangen de status ‘Extra Beschermde Vluchtroute’. Dit betekent dat voor woongebouwen binnendeuren in die gangen, die regelmatig worden gebruikt voor verkeer van personen, zodra de wetgeving van kracht is brandklasse D volstaat en voor deuren van bijvoorbeeld meterkasten of werkkasten grenzend aan deze gemeenschappelijke gangen nog wel brandklasse B blijft gelden. Dit als weergegeven in deze afbeelding.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=