PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 28 Remontabel bouwen met kanaalplaatvloeren Een mooi voorbeeld van remontabel bouwen is de uitbreiding van Phoenix Contact in Zevenaar. De ambitie van de overheid is om de gehele gebouwde omgeving voor 2050 circulair te maken. Een tussendoel is 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken in 2030. Demontage, ontmanteling, hergebruik en dynamische wensen van gebruikers, zijn termen die aangeven waar het naartoe gaat. Opmerkelijk genoeg ontbreekt één essentiële term: remontabiliteit. Dat is een optimale vorm van hergebruik, waarbij materialen na het demonteren in hun oorspronkelijke vorm worden geremonteerd in een nieuw project. VBI heeft een visie ontwikkeld op remontabel bouwen en heeft inmiddels ook al losmaakbare kanaalplaatvloeren geleverd voor remontabele projecten. TEKST: ING. FRANK DE GROOT BEELD: VBI Er komen steeds meer prikkels om circulair te ontwerpen, bouwen en slopen. In de eerste plaats moet bij nieuwbouw een milieuprestatie van 0,8 (woningen) of 1,0 (kantoorgebouwen) worden behaald. Die milieuprestatie zal richting 2030 - de minister werkt aan versnelling hiervan naar 2025 - waarschijnlijk steeds strenger worden. Daardoor wordt ook circulair bouwen een noodzaak om de schaduwkosten beperkt te houden. Maar er zijn ook andere prikkels, zoals de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die vanaf 1 januari 2024 in werking treedt en ervoor zorgt dat de milieuprestatie duidelijk aangetoond moet worden bij oplevering. Verder wordt een woning of utiliteitsgebouw gewoon meer waard als deze een goede milieuprestatie heeft en bij veel hypotheekverstrekkers neemt daardoor de leenruimte toe of wordt de hypotheekrente verlaagd. Het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en Prorail hebben verder de ambitie dat zij vanaf 2030 al hun opdrachten 100% circulair aanbesteden. Maar ook private partijen zullen dat in toenemende mate gaan doen om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Verder zijn er financiële prikkels, zoals belastingvoordelen via de MIA\Vamil. Denk hierbij aan investeringen die bijdragen aan een circulaire economie of klimaatadaptatie. Tot slot is circulariteit van belang bij certificering van duurzaam vastgoed volgens BREEAM-NL en GPR Gebouw. Genoeg redenen dus om vanaf nu circulair te ontwerpen, inkopen, bouwen en slopen. VISIE OP CIRCULAIR BOUWEN VBI vindt remontabel bouwen een belangrijk onderdeel van circulair bouwen. Peter Musters, Adviseur Bouwconcepten bij VBI en gespecialiseerd in circulaire economie en CO2-reductie, legt uit: “Circulariteit draait om het principe dat de producten van nu de grondstoffen van later zijn; afval bestaat niet in de circulaire economie. Producten, materialen en grondstoffen behouden waarde.” Het circulaire denken kent volgens Peter veel dimensies. “Hoe minder grondstoffen en energie ik nodig heb om mijn materialen te produceren, hoe lager mijn CO2-uitstoot.” Vanuit die gedachte is het Grondstoffenakkoord van 2017 tot stand gekomen, waarin de bouw als één van de vijf thema’s is opgenomen. Daarnaast is er het ‘Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023’. Maar ook de betonsector zelf staat niet stil. Zo zijn er diverse initiatieven voor efficiëntere productie, waarbij minder energie en grondstoffen nodig zijn. Zo’n initiatief is het Betonakkoord uit 2018 waarin zes doelstellingen tot 2030 zijn geformuleerd. Eén van de doelstellingen is minimaal 30% CO2-reductie ten opzichte van 1990, waarbij gestreefd wordt naar 49% en actueel zelfs 55-60%. Een tweede belangrijke doelstelling betreft het 100% hoogwaardig hergebruiken van vrijkomend beton. REMONTABILITEIT: ONTWERPEN MET OOG OP HERGEBRUIK Hoogwaardig hergebruiken van beton kan alleen als betonnen elementen in de sloopfase weer ongeschonden zijn terug te winnen. We spreken dan van remontabiliteit. Dat is de ultieme vorm van hergebruik; het demonteren van materialen én bij voorkeur in hun oorspronkelijke vorm remonteren. Peter: “De beste optie blijft natuurlijk om een gebouw langdurig in stand te houden. Maar als je dan toch gaat demonteren, zorg dan voor remontabiliteit. Over remontabiliteit moet je al in de ontwerpfase nadenken. Ontwerpen met een bouwbreedte van n x 1.200 mm is aanbevolen.” Om de montagesnelheid te behouden, maar ook vanuit het oogpunt van optimaal waardebehoud, is het belangrijk om het aantal pasplaten te minimaliseren. Peter merkt op: “Daarnaast wil je geen gestorte druklaag, want dan moet je de vloeren later los zagen. Daarvoor in de plaats zal soms een dikkere kanaalplaat nodig zijn. VBI ontwikkelt hiervoor momenteel de AVU50 als alternatief voor de AVU40 met druklaag. Verder is een eenvoudige stapelstructuur van belang, het opsplitsen van kolommen per verdieping, geïntegreerde torsievrije liggers en het toepassen van remontabele en bereikbare verankeringen (indien noodzakelijk). Hierdoor kun je ook na decennia de vloerdelen eenvoudig en herbruikbaar uit het gebouw demonteren.” VOORUIT DENKEN Om de kans op herbruikbaarheid in de toekomst te vergroten - en daarmee waarde te behouden - kun je iets meer capaciteit en draagvermogen aan de vloeren en draagstructuur toevoegen. Peter: “Hierdoor neemt de kans toe dat ze ook aan toekomstige eisen kunnen voldoen. Of je gebruikt later dezelfde dimensionering bij een kortere overspanning. Voorgespannen kanaalplaatvloeren kun je namelijk probleemloos afkorten voor het opvolgende leven.” Hij vervolgt: “Als je gebruikte kanaalplaten toe wilt passen in een project moet je eigenlijk al pakweg twee jaar van te voren weten dat er kanaalplaatvloeren gaan vrijkomen bij Bij het project Phoenix Contact is de uitbreiding remontabel. Dat houdt in dat de elementen, waaronder de staalconstructie en de kanaalplaten, losmaakbaar zijn en dus weer uit elkaar gehaald kunnen worden. De gebouwstabiliteit wordt verzorgd door op diverse plaatsen windverbanden tussen kolommen en onder de vloeren toe te passen, wat goed past bij het remontabele karakter.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=