BouwTotaal 3 - 2023

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 4 Bouwsector in het nauw door stagnatie nieuwbouw Hoewel de bouwsector aan het einde van 2022 nog een kwartaalgroei doormaakte van 2,3 procent, zijn de vooruitzichten voor 2023 minder gunstig. Mede door de gestegen rente valt de vraag naar nieuwbouw ver terug. De verduurzamingsopgave verzacht de pijn, waardoor de krimp in de bouwsector beperkt blijft. Installateurs en ingenieursbureaus zien hun productie wel groeien. Voor de hele bouwsector rekent ABN AMRO voor 2023 op een krimp van 1,5 procent. Bouwers kijken terug op een jaar waarin de markt snel veranderde. In januari 2022 hadden zij nog volop vertrouwen in de economische situatie. De bouw was gedurende de coronajaren goed door blijven draaien en de vraag naar bouwprojecten was, geholpen door de historisch lage rente, nog erg hoog. Hoe anders is het aan de start van dit jaar. De rente liep in 2022 fors op, waardoor een einde kwam aan een lange periode van goedkope financiering. Terughoudendheid bij consumenten en nieuwe ontwikkelingen in het stikstofdossier brachten extra onzekerheid. Dit alles had als resultaat een terugval in de vraag en het bouwtempo, tot uiting komend in een lagere vergunningverlening en minder verkochte woningen. De waarde van afgegeven vergunningen lag in 2022 voor woningbouw en utiliteitsbouw respectievelijk 6,5 en 2,5 procent lager dan in 2021. WONINGBOUW ONDER DRUK De vraag naar woningen is in één jaar behoorlijk afgenomen. De belangrijkste reden is de snel gestegen rente, waardoor opdrachtgevers terughoudender zijn en particulieren minder hypotheek kunnen krijgen bij de nog altijd hoge vraagprijzen. Daarnaast blijft de koopkracht van particulieren achter door de hoge inflatie. De verzekeraars zien daarnaast dat projecten waarvoor al een vergunning is afgegeven, worden ingetrokken vanwege te weinig animo. Een ander signaal voor de vraaguitval is het aantal verkochte nieuwbouwwoningen. Dat lag in 2022 ongeveer 28 procent onder het niveau van 2021. Naast vraaguitval spelen schaarste aan bouwlocaties en een trage vergunningverlening de woningbouw parten. De sterke ontwikkeling van de woningprijzen stuwde de afgelopen jaren ook de grondprijzen, waardoor investeerders voorzichtig zijn. Daar komt bovenop dat de bouwkosten nog altijd toenemen als gevolg van de energie- en grondstoffencrisis en loonstijgingen. Woningcorporaties hebben de ambitie om de komende jaren veel woningen te bouwen, maar wijzen tegelijk op beperkte toegang tot grondposities. Daar staat tegenover dat Minister de Jonge vorige week een nieuw wetsvoorstel aankondigde waarmee hij gemeenten kan dwingen dat er op specifieke locaties gaat worden gebouwd. De genoemde ontwikkelingen resulteren al met al in een lager bouwvolume voor de komende jaren. De daling wordt geremd door renovatie- en verduurzamingswerkzaamheden waar een steeds hogere vraag naar is. VERSCHUIVING IN UTILITEITSBOUW De bouw van nieuwe bedrijfspanden neemt de komende jaren af. De afgelopen vier kwartalen laten een afname van 3 procent zien in uitgaven aan nieuwe bedrijfspanden. Met name de bouw van nieuwe kantoorgebouwen en winkels daalt fors. Net als bij de woningbouw is de gestegen rente een belangrijke veroorzaker van de lagere investeringen. Maar ook de ontwikkeling naar meer thuiswerken en een gebrek aan beschikbare locaties voor onder meer logistiek vastgoed drukt de groei. De lagere investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen worden deels gecompenseerd door investeringen in verbouwingen aan bestaande bedrijfsgebouwen. Bedrijfshallen, loodsen, scholen en overige bedrijfsgebouwen worden de komende jaren volop toekomstbestendig gemaakt door verduurzaming. INSTALLATIEBOUW BLIJFT GROEIEN Het volume in de installatiesector groeide in 2022 met ongeveer 5 procent. Door de toenemende aandacht voor duurzame bouw en de energietransitie is steeds meer behoefte aan werktuigbouwkundige installaties, zoals warmtepompen en ventilatiesystemen. Het aantal geïnstalleerde warmtepompen nam in 2022 met 57 procent toe, zo blijkt uit het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2023. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) constateert ook een spectaculaire groei. De uitdaging voor de sector blijft het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel. De groei van installateurs wordt verder geremd door minder productie van nieuwbouwwoningen in de aankomende jaren. Desalniettemin wordt voor deze subsector nog een groei in 2023 en 2024 van respectievelijk 5,5 procent en 3,5 procent verwacht. ONTWIKKELINGEN ANDERE BRANCHES Door de snel gestegen rente maken opdrachtgevers voor bouwprojecten momenteel even pas op de plaats. Het heeft ervoor gezorgd dat de orderportefeuille van architecten in de tweede helft van 2022 ver terugviel van gemiddeld 7,4 maanden in juli tot 5,4 maanden in oktober. De omzetgroei in 2022 was tot en met het derde kwartaal 0,3 procent, terwijl de prijzen in deze periode met 3,5 procent stegen. Kortom, al in 2022 kromp het volume. Voor 2023 en 2024 verwacht ABN AMRO een moeilijke markt. De rente zal niet snel meer dalen naar het niveau van een jaar geleden, waardoor de vraag naar nieuwbouw voorlopig achterblijft. Daarnaast stijgen de bouwkosten naar verwachting door hoge energieprijzen en toegenomen personeelskosten. Ingenieursbureaus hebben te maken met een sterke groei, die naar verwachting aanhoudt in 2023 en 2024. Ingenieurs spelen een belangrijke rol in de vraagstukken en werkzaamheden rond de energietransitie, klimaatadaptatie en de optimale benutting van het schaarse grondgebied in Nederland. Bovendien opereren de grote ingenieursbureaus internationaal en profiteren ze ook daar van een gunstige markt. BOUWMATERIALEN STEEDS DUURDER De prijzen van bouwmaterialen zijn in 2022 ongekend hard gestegen. Eind 2022 werd voor een aantal materiaalgroepen weer een prijsdaling waargenomen, waaronder van staal en hout. Voor 2023 worden echter opnieuw behoorlijke prijsstijgingen verwacht. Enerzijds omdat voor veel materialen zoals isolatie, keramiek en beton veel energie benodigd is en anderzijds omdat de vraag naar specifieke materialen zoals hout sterk zal stijgen. In 2022 waren bouwmaterialenproducenten goed in staat om de hogere kosten door te berekenen aan afnemers. Dat kwam mede omdat de meeste bouwers nog volop opdrachten en een goede financiële positie hadden. Voor 2023 en 2024 wordt dit lastiger. De bouwactiviteit gaat afnemen en daarnaast zullen bouwbedrijven duurdere bouwmaterialen minder snel kunnen opbrengen. VERDELING VAN RISICO’S Nu de prognoses er voor veel subsectoren wat minder rooskleurig uitzien, doen ondernemers er goed aan om voldoende aandacht te blijven besteden aan risicomanagement. Zo zullen ontwikkelende aannemers in de woningbouw vaker voor de keuze staan om projecten qua fasering op te knippen, om zo de gewenste 70 procent voorverkoopscore te halen waarna de bouw kan starten. Ook kan het een keuze zijn om in de ontwerpfase de ambitie van een project bij te stellen. Dat betekent mogelijk een andere mix van type woningen, waarbij het toevoegen van iets goedkopere woningen het afzetrisico verkleint. Er zijn signalen dat deze praktijken al plaatsvinden. Met de inzet van prefabricage en industrialisatie kan er nog een extra bijdrage worden geleverd aan een betere betaalbaarheid van woningen. Aan alle spelers in de bouwketen zal om solidariteit worden gevraagd om in een afzwakkende bouwconjunctuur met elkaar voor bouwproductie te blijven zorgen. Dit kan voorkomen partijen onbeheersbare risico’s moeten nemen. Prijsstijgingen van bouwmaterialen kunnen bijvoorbeeld niet eenzijdig bij de aannemer komen te liggen en het vertragingsrisico door stikstof is vooral iets wat een opdrachtgever het beste kan dragen. 2022 2023 2024 Bouw +2,0% -1,5% -1,0% Woningbouw +2,0% -5,0% -4,0% Utiliteitsbouw +1,5% -3,0% -1,0% GWW -3,0% -3,0% -1,0% Installatiebedrijven +5,0% +5,5% +3,5% Architectenbureaus -3,0% -6,0% -1,0% Ingenieursbureaus +10,0% +6,0% +5,0% Bouwgroothandel +1,0% -2,5% -2,5% Hout- en bouwmaterialenhandelindustrie +4,5% -3,0% -2,0%

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=