PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 14 CO2-discussie rond beton mist objectiviteit Betoncentrale Grevelingen. “Het CO2-profiel van beton is laag in vergelijking met andere bouwmaterialen, maar door de enorme vraag naar beton en daarmee naar cement levert de productie van cement een forse bijdrage aan de totale CO2-emissie”, zegt ir. Edwin Vermeulen MBA, Adviseur Techniek en Regelgeving Betonhuis. De noodzakelijke verlaging van de CO2-emissie zal volgens hem moeten worden gerealiseerd door een breed scala aan nieuwe cementsoorten en door CO2-afvang. Maar dat vraagt wel de nodige technologische ontwikkelingen. TEKST: ING. FRANK DE GROOT BEELD: BETONHUIS Met onder meer de komst van de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) in het Bouwbesluit en de Milieu Kosten Indicator (MKI)-score in de GWW-sector, is de aandacht voor onder meer de CO2-uitstoot van cementproductie toegenomen. Ook het Klimaatakkoord, waarin onder meer staat dat we in 2030 bijna de helft minder broeikasgassen mogen uitstoten dan 1990, speelt daarbij een rol. Edwin Vermeulen zal als laatste ontkennen dat er veel CO2 vrijkomt bij de productie van cement, maar de discussie mist vaak elke realiteit: “Veruit het grootste deel van het bouwvolume bestaat uit beton, in Nederland zelfs 80 procent. Dan is het ook logisch dat er veel cement nodig is. Maar als we een vergelijking maken op gebouwniveau dan is de MPG van een betonconstructie vergelijkbaar met die van andere bouwmaterialen.” Portlandcement wordt gemaakt door onder meer kalksteen te verhitten. Hierbij komt CO2 vrij. “Wist je dat jaarlijks wereldwijd ongeveer 1,5 km³ kalksteen nodig is? Dit is een enorme hoeveelheid, maar kalksteen is gelukkig onbeperkt beschikbaar. Kalksteen is overigens vrijwel volledig biologisch gevormd door skeletten van plankton; jaarlijks wordt in de oceanen zo’n 5 miljard ton kalksteen gevormd, waarbij CO2 wordt vastgelegd. Dat is meer dan voor de cementproductie wordt gewonnen.” DUURZAAM BETON De betonbranche zet vol in op het verder verlagen van de CO2-footprint. Betonfabrikanten met het CSC keurmerk garanderen de duurzame productie van beton. Voor de infrasector wordt de Beoordelingsrichtlijn K 11002 ‘Geneneren van Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’ gebruikt. Betonproducerende bedrijven hebben de mogelijkheid om de emissie van de hoeveelheid CO2 structureel te verlagen. Om deze reductiemaatregelen mogelijk te maken, wordt per betonfabriek de gemiddelde CO2-uitstoot gemeten aan de hand van een monitoringstool. Edwin wijst ook op de gunstige eigenschappen van beton in de gebruiks- en sloopfase: “Beton is door zijn accumulerende vermogen uitstekend geschikt voor de energietransitie. We willen namelijk toe naar lage temperatuur verwarmingssystemen die zijn te combineren met een warmtepomp. Voorbeelden zijn vloerverwarming of betonkernactivering. Vooral bij betonkernactivering wordt het accumulerende vermogen van beton optimaal benut: de vloer wordt ‘thermisch actief’ gemaakt. Het systeem voorziet in leidingen die aan de onderzijde van de vloer liggen, met een dekking van circa 40 mm. Groot voordeel van betonkernactivering is dat bij verwarming een aanvoertemperatuur van 23 tot 28°C volstaat. Voor koeling is water van 14 tot 18°C voldoende. Je haalt dus een zeer hoog rendement met de warmtepomp.” Ook de circulariteit van een gebouw is van groot belang. “Door aanpasbaar en losmaakbaar te bouwen past beton in de Circulaire Economie. Prefab betonnen elementen zijn in een latere fase weer eenvoudig te demonteren en bij voorkeur weer her te gebruiken. Maar je kunt ook recyclebaar bouwen als er bijvoorbeeld geen herbestemming voor de betonnen elementen is te vinden. Dan moeten we denken aan het breken van beton tot betongranulaat, Betongranulaat is dan weer te gebruiken als grindvervanging in beton.” Volgens Edwin is het jammer dat bepaalde door het Bouwbesluit aangewezen normen rekenen met een gebouwlevensduur van maximaal 75 jaar: “In beton kun je een gebouw dusdanig circulair ontwerpen dat bepaalde gebouwdelen wel 150 jaar meegaan. Beton heeft namelijk geen last van kwaliteitsverlies. Waaromwordt daar niet mee gerekend? Dan kom je tot een nog betere milieuscore. Feitelijk is dat een gemiste kans.” GEOPOLYMEERBETON Ondanks de relativerende cijfers, blijft er natuurlijk CO2 vrijkomen bij de productie van cement. Waarom dan het cement niet vervangen door een ander bindmiddel? “Dat is veel lastiger dan men denkt. Geopolymeerbeton hoor ik dan gelijk. Het bindmiddel bestaat daarbij meestal uit – ook voor regulier cement geschikte – grondstoffen zoals hoogovenslak en poederkoolvliegas en een alkalische activator. Geopolymeren kunnen bijdragen aan een CO2-reductie. Voorwaarde hiervoor is wel dat er geen gebruik wordt Jaarlijks wordt in de oceanen zo’n 5 miljard ton nieuw kalksteen gevormd, waarbij CO₂ wordt vastgelegd. Dat is meer dan voor de cementproductie wordt gewonnen.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=