BouwTotaal 01/02 - 2022

21 NUMMER 1/2 / FEBRUARI 2022 THEMA ISOLATIE INFORMATIE OVER DE AUTEUR: Kees van der Linden is zelfstandig adviseur onder de naam AaCee Bouwen en Milieu. Hij adviseert op het gebied van Bouwfysica, Binnenmilieu, Installaties in de context van Duurzaamheid. De website www.milieucentraal.nl geeft veel informatie voor de aanpak van ventilatie bij woningen. De website www.klimapedia.nl geeft achterliggende technische informatie. Kijk ook vooral op de pagina ‘Publicaties’. Kijk ook eens bij https://eerstehulpbijventilatie.nl/. Het hele artikel met nog een aantal verwijzingen naar websites die nog meer informatie bieden op dit gebied is ook te vinden op https://klimapedia.nl/publicaties/ventileren-voor-dummies/. lengte denken, omdat daar ook vaak gaas in is aangebracht en je dan eigenlijk wel 600 cm2 (opening met gaas) nodig hebt. Deze maat voor de openingen zorgt ervoor dat er ook bij weinig wind (2 m/s) toch voldoende lucht binnenkomt. Vaak zal het echter harder waaien en dan is het dus heel belangrijk dat de opening kleiner kan worden gemaakt: een schuifmogelijkheid in de roosters en een ‘traploze’ bediening van de klepraampjes. Veelal is de bediening van de klepraampjes niet meer dan ‘open/dicht’. Dat schiet dus niet op. Zodra het tocht doet men dan het raam dicht en pas als het onfris gaat ruiken doet men het weer open. Het is daarom nodig dat er een zodanige bediening is dat de raampjes ook half open kunnen staan of maar op 10% open. Één ding om te onthouden is verder heel belangrijk: lucht kan alleen een vertrek binnenkomen als het er ook weer ergens uit kan. Dat betekent dat het niet echt helpt als je alleen een rooster open zet in één buitengevel van een vertrek. Denk aan een doorzonkamer in een rijtjeshuis. Alleen aan de voorgevel iets open zetten helpt niet. Ook aan de achtergevel moet er een net zo grote opening aanwezig zijn. Als de wind op de voorgevel staat stroomt de lucht vandaar door het vertrek naar de achtergevel en gaat daar weer naar buiten. Als de wind andersom staat gaat ook de luchtstroom andersom. Ook bij andere plattegronden dan doorzonkamers moet men aan dit principe denken. Dan moet de lucht van een kamer aan de ene gevel kunnen doorstromen naar een kamer aan de andere gevel. Daarvoor kunnen roosters worden aangebracht in deuren of tussenwanden. In plaats van doorstromen naar een andere gevel is het natuurlijk ook heel effectief als de lucht kan doorstromen naar één van de ruimten (keuken, badkamer, toilet) waar andere voorzieningen voor luchtafvoer aanwezig zijn (ventilatiekanalen). Daarvoor zijn bewust aangebrachte kieren (circa 10 mm hoog, bij de badkamer 20 mm) onder de tussendeuren een handige oplossing. SCHOORSTEENEFFECT Verder is het goed te weten dat behalve door winddruk op de gevel er ook een verticale kracht aanwezig is, vaak het ‘schoorsteeneffect’ genoemd. Als de lucht in huis warmer is dan buiten, wat in het stookseizoen doorgaans het geval is, is die lucht ook lichter dan de lucht buiten. Als er dan beneden en boven iets open staat, duwt als het ware de zwaardere buitenlucht de lucht van beneden naar boven door het huis. In huizen tot aan circa 1975 treft men ook vaak bouwkundige verticale ventilatiekanalen aan in keuken en toilet van de begane grond naar boven het dak. Bij de meeste huizen van na 1975 is er zoals gezegd vaak al mechanische afzuiging van keuken, badkamer en toilet aanwezig en ook in oudere huizen zijn inmiddels vaak ventilatoren aangebracht op de bestaande kanalen. ENERGIEVERLIES Bij de diverse vormen van natuurlijke ventilatie treedt behoorlijk wat energieverlies op, doordat de van buiten komende lucht wordt opgewarmd tot kamertemperatuur. In moderne huizen wordt inmiddels doorgaans mechanische balansventilatie toegepast. Toevoer en afvoer van lucht naar de verschillende vertrekken gebeurt via kanalen, meestal metalen buizen met een diameter van 120-150 mm. Het grote voordeel hiervan is dat de hoeveelheid per vertrek kan worden afgesteld en continu geregeld op de feitelijke behoefte. Hierdoor wordt er niet meer geventileerd dan nodig is én wordt er door toepassing van warmterugwinning een zeer aanzienlijke energiebesparing bereikt (zie www.milieucentraal.nl/energie-besparen/ ventilatie/balansventilatie/). Om dit in een bestaande woning aan te brengen is het inschakelen van een installatie adviseur of een installateur met de juiste ervaring noodzakelijk. INTERACTIE VENTILATIE EN VERWARMINGSSYSTEEM Zoals eerder gezegd worden ventilatieroosters en klepraampjes doorgaans op minimaal 1,8 meter boven de vloer geplaatst en in beginsel boven een radiator. Dit werkt echter alleen bij een traditionele CV installatie waarbij de maximale aanvoertemperatuur naar de radiatoren ’s winters doorgaans 90 °C is en de retourtemperatuur 70 °C. Door de warme radiator ontstaat er een opgaande stroomwarme lucht die voorkomt dat de binnenkomende koude lucht naar beneden valt. Doordat de warme en koude lucht zich mengen wordt tocht voorkomen. Bij moderne verwarmingssystemen, waarbij het warmwater niet geleverd wordt door een gasketel maar bijvoorbeeld door een warmtepomp, is de aanvoertemperatuur maar circa 50 °C. Ook wordt er tegenwoordig vaak vloerverwarming toegepast in plaats van radiatoren. In beide gevallen is de opgaande warme luchtstroom die hierboven werd beschreven afwezig of in ieder geval niet sterk genoeg. Dat betekent dat er andere manieren moeten worden gevonden om tochtverschijnselen te voorkomen. Roosters en klepraampjes moeten zo mogelijk nog hoger, vlak onder het plafond, en niet te dicht bij de zitplaatsen zitten en in ieder geval goed geregeld kunnen worden. Bij voorkeur moeten ze zelfs zelfregelend zijn. Maar een echt goede situatie ontstaat in feite pas als de toevoerlucht wordt voorverwarmd. Bij mechanische balansventilatie kan dat eenvoudig worden geregeld. Maar bij bestaande woningen is het aanbrengen van mechanische ventilatie vaak erg ingrijpend. Er bestaan ook decentrale ventilatie units met warmteterugwinning waarbij de toevoerlucht wordt voorverwarmd. En eventueel zelfs met extra verwarming. Deze units kunnen aan de gevel van de woonkamer en eventueel andere kamers worden geplaatst. Zie bijvoorbeeld: www.milieucentraal.nl/ energie-besparen/ventilatie/slim-en-energiezuinig-ventileren/. Dit laat zien dat bij het isoleren van huizen, overgaan op een warmtepomp of verwarmingsnet als warmtebron ook heel goed naar het totaal systeem van gebouw en installatie moet worden gekeken. Een integrale aanpak is nodig. Daarvoor moet een goede adviseur of een aannemer/installateur met veel ervaring worden ingeschakeld.  Het is zeer de moeite waard om een CO2-meter aan te schaffen om daarmee in de gaten te houden of er voldoende wordt geventileerd. Foto: Bresser.  Één ding om te onthouden is heel belangrijk: lucht kan alleen een vertrek binnenkomen als het er ook weer ergens uit kan. Dat betekent dat het niet echt helpt als je alleen een rooster open zet in één buitengevel van een vertrek. Foto: MBI.  Controle ventilatiesysteem.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=