BouwTotaal 5 - 2021
23 NUMMER 5 / MEI 2021 THEMA BRANDVEILIGHEID rook zich ook van het ene naar het andere appartement kan verplaatsen (al dan niet via de inpandige gang); het afgaan van een rookmelder kan daarom ook wijzen op een brand buiten de eigen woning. Het devies blijft echter vooralsnog: vluchten als het mogelijk is. Omdat de CO die bij een brand vrijkomt, zich kan verspreiden naar plaatsen waar geen zichtbare rook is, hebben naast rookmelders ook CO-melders een rol in het verbeteren van de brand- en vluchtveiligheid. Hierbij blijft het advies om, wanneer een CO-melder in alarm komt, naar buiten te gaan. woongebouw verspreiden. Bovendien is het reservoir van een mobiele watermistinstalla- tie op een gegeven moment uitgeput en dan zal de brand weer oplaaien tot het moment dat de brandweer kan blussen. Idealiter zou er in elke ruimte waar brand kan ontstaan een mobiele watermistinstallatie aanwezig moeten zijn of moet er in de gehele woning gekozen worden voor een ander blussysteem (bijvoorbeeld een waterleidings- prinkler of woningsprinkler). Sluiten van de deur Het onderzoek uit 2019 heeft het al bestaande inzicht versterkt dat het bij brand in een woongebouwmet inpandige gangen essentieel is dat de voordeur van de betreffende woning naar de gang na ontvluchting zo snel mogelijk weer gesloten wordt. Hiermee wordt in belangrijke mate een verdere verspreiding van rook naar de gang beperkt, zodat deze voor iedereen langere tijd beschikbaar blijft als vluchtweg. Ook wordt hiermee de rookverspreiding naar de overige appartementen beperkt - mits andere bewoners de voordeur gesloten houden - waardoor deze bewoners langer veilig in hun eigen woning kunnen blijven. Het zorgdragen voor de zelfsluitendheid van deuren (al dan niet met vrijloopdrangers), is iets dan vanuit BVL gepromoot zou kunnen worden bij gebouweigenaren (bij verhuur) of verenigingen van eigenaren (bij koopappar- tementen). Per 1 juli 2021 gaan trouwens in nieuwe gebouwen strengere eisen gelden tegen rookverspreiding die zijn afgestemd op de Europese classificatie Sa en S200. Woningtoegangsdeuren in woongebouwen moeten zowel bij nieuwbouw en verbouw hieraan voldoen. Daarnaast moeten deze deuren zelfsluitend worden uitgevoerd. Koolstofmonoxide Vanuit BVL wordt er al langer aandacht besteed aan de risico’s van CO. Wat minder algemeen bekend is, is dat met name synthetisch meubilair bij brand zorgt voor het vrijkomen van grote hoeveelheden CO en dat deze CO zich buiten het betreffende appartement door het woongebouw kan verspreiden naar inpandige gangen en an- dere appartementen. CO kan daarbij verder komen en zich anders verspreiden dan de zichtbare rook. In een appartement dat op het zicht vrij is van rook, kunnen daarom toch gevaarlijke concentraties CO aanwezig zijn na een brand in een ander appartement in hetzelfde woongebouw. Aangezien CO een reukloos en onzichtbaar gas is, kan dit alleen met behulp van een CO-meter of CO-melder vastgesteld worden. Voor BVL kan dit een extra argument zijn om te stimuleren dat mensen zorgdragen voor werkende CO-mel- ders in hun woning. Ouderen en kwetsbaren Van ouderen en mensen met fysieke of mentale beperkingen is al langer bekend dat zij een verhoogde kans hebben om slachtof- fer van brand te worden. De experimenten in Oudewater hebben laten zien dat brand in een woongebouw waar ouderen en (andere) kwetsbare mensen wonen, extra risico’s met zich meebrengt. Ook laten de experimenten zien dat het nemen van maatregelen de veiligheid van een gemiddelde bewoner- spopulatie kan verbeteren, maar dat deze verbetering niet altijd voldoende is voor (zeer) kwetsbare mensen. Bij kwetsbare groepen kunnen de vluchtmogelijkheden en overleefbaarheid alleen verhoogd worden door een combinatie van bron- en effect- maatregelen. (Niet) vluchten Het uitgangspunt dat vaak in het kader van BVL wordt gecommuniceerd, is dat mensen hun huis verlaten bij brand of bij een ver- hoogde concentratie CO. De experimenten van de Brandweeracademie veranderen vooralsnog niets aan dit uitgangspunt: indien vluchten mogelijk is, is dit nog steeds de beste optie. Veilig vluchten is ook nog steeds het uitgangspunt van de Nederlandse brandveiligheidsregelgeving. De experi- menten hebben echter aangetoond dat een inpandige gang binnen korte tijd zozeer gevuld kan zijn met rook en dat er daardoor zulke hoge concentraties CO kunnen hangen, dat veilig vluchten uitgesloten is. In dat geval blijft er geen andere optie over dan in het eigen appartement te blijven. Het is daarbij van belang om een plek in de woning op te zoeken die zoveel mogelijk gevrijwaard is van rook en waar zoveel mogelijk verse lucht aanwezig is. Een balkon kan in veel gevallen een geschikte plek zijn. Hier kan vervolgens gewacht worden tot het gevaar geweken is of totdat de brandweer in de gelegenheid is om de bewoners te evacueren. INTEGRALE CONCLUSIES De experimenten die de Brandweeracademie gedaan hebben nogmaals bevestigd dat een relatief kleine brand in modern meubilair met een synthetische schuimvulling in zeer korte tijd tot een enorme rookproductie en rookverspreiding leidt. Ondanks het feit dat sommige maatregelen behoorlijk effectief bleken te zijn, bleek alleen een combinatie van maatregelen voldoende te zijn om de veiligheid voor alle bewoners te garanderen (ook van de meest kwetsbare). Dit gold in ieder geval voor de combinatie van het be- perken van synthetisch materiaal in meubilair en het sluiten van de deur. Ook de combinatie van de aanwezigheid van een werkende watermistinstallatie en het sluiten van de deur leverde een significante verbetering op van de veiligheid voor alle bewoners. Hierbij moet wel gezegd worden dat het aanpakken van de bron, dus van de rookontwikkeling in het meubilair, uiteindelijk het meest effectief is. Individuele maatregelen kunnen daarbij de veiligheid van alle bewoners verhogen. Daarommoet brandveiligheid in een woon- gebouw worden gezien als een collectieve verantwoordelijkheid. Zolang er in apparte- menten branden kunnen ontstaan met een zeer heftige rookontwikkeling, blijven alle andere maatregelen in zekere zin ‘dweilen met de kraan open’. Het lectoraat Brandpreventie stelt zich op het standpunt dat vluchten bij brand het uitgangspunt blijft, conform de Nederlandse brandveiligheidsregelgeving. De experimen- ten in Oudewater hebben echter laten zien dat er zich situaties kunnen voordoen waarbij het simpelweg niet mogelijk is om veilig te vluchten, doordat de gang waardoor gevlucht moet worden gevuld is met dikke rook. Wanneer een bewoner van een woongebouw dit constateert bij het openen van zijn of haar voordeur, is het zaak dat hij of zij zo snel mo- gelijk deze voordeur weer sluit en een plek in huis opzoekt waar hij of zij veilig gedurende enige tijd kan verblijven. In veel gevallen zal dit het balkon zijn. Hier kan hij of zij wachten tot de brandweer de situatie onder controle heeft gebracht of totdat hij of zij geëvacueerd wordt. Literatuur: • Groot de, Frank, ‘Hoe voorkom ik rook- verspreiding in een gebouw?’, BouwTotaal nummer 5, mei 2020. • Groot de, Frank, ‘Rookbeheersing essen- tieel voor veiligheid’, BouwTotaal nummer 7/8, augustus 2020 . De corridor en woonruimtes waren voor de metingen volgepropt met meetapparatuur. De bordjes met cijfers zijn de zichtmeters. Test zichtlengte en hoogte rookbasis. Het lectoraat Brandpreventie stelt zich op het standpunt dat vluchten bij brand het uitgangspunt blijft, conform de Nederlandse brandveiligheidsregelgeving. Bij kwetsbare groepen kunnen de vluchtmogelijkheden en overleefbaarheid echter alleen verhoogd worden door een combinatie van bron- en effectmaatregelen. Foto: Flashphoto.nl. Watermistinstallatie Bij de experimenten van de Brandweeraca- demie is een mobiele watermistinstallatie opgesteld op enige afstand van de brand. Bij een watermistinstallatie wordt het water on- der hoge druk door de sproeikoppen gestuurd, waardoor waternevel ontstaat. Doordat watermist uit veel meer en veel kleinere druppeltjes water bestaat dan de druppels van een sprinklerinstallatie, is het koelende oppervlak veel groter. Ondanks de minder op- timale (maar wel realistische) plaatsing, bleek de watermistinstallatie een behoorlijk groot verschil te kunnen maken in de intensiteit van de brand en daarmee in de rookverspreiding. Hierdoor namen de vluchtmogelijkheid en de overleefbaarheid voor bewoners aanzienlijk toe. De effectiviteit van de watermistinstalla- tie is echter wel gekoppeld aan het sluiten van de deur van het appartement. Wanneer deze deur gesloten wordt na ontvluchting, blijkt de watermistinstallatie de brand te kunnen do- ven. Wanneer de deur open blijft staan, is de brand weliswaar minder intens en produceert minder rook dan zonder watermistinstallatie, maar de rook zal zich nog steeds door het
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=