BouwTotaal 4 - 2021

PLATFORM VOOR HEEL BOUWEND NEDERLAND 20 HAUT: hoogste hybride houten woontoren Eind februari 2021 kon op 73 meter hoogte de vlag worden geplaatst voor het bereiken van het hoogste punt van de woontoren HAUT in Amsterdam. Hiermee is dit project officieel de hoogste hybride houten woontoren ter wereld. BouwTotaal sprak projectmanager Jeroen Dun- nebacke van bouwer J.P. van Eesteren B.V. Welke uitdagingen kom je tegen bij de realisatie van een houten woontoren van 73 meter? TEKST: FRANK DE GROOT BEELD: J.P. VAN EESTEREN B.V. EN ZWART- LICHT (ARTIST IMPRESSIONS) Toegegeven: HAUT is niet de hoogste houten toren ter wereld. In Oostenrijk en Noorwe- gen staan zelfs houten torens met een hoogte van circa 85 meter. Maar die zijn multifuncti- oneel en bevatten onder meer ook kantoor- en hotelruimten. Dus mag HAUT zich bij oplevering in het vierde kwartaal van dit jaar de hoogste hybride houten woontoren ter wereld noemen. En die staat toch maar mooi in Nederland en is ook gebouwd door een Nederlands bouwbedrijf. “Uiteraard is dit ook voor mij een bijzonder project. De organisatie is wel vergelijkbaar met een hoogbouwproject met traditionele constructie, maar een houten constructie stelt toch wel andere eisen. In dit project wordt maar liefst 2.800 m 3 hout verwerkt. Dat is toch wel indrukwekkend”, aldus pro- jectmanager Jeroen Dunnebacke. PROJECTBESCHRIJVING HAUT is een initiatief van projectontwikke- laar Lingotto, Team V Architectuur en Arup. Het project heeft een BREEAMOutstan- ding ontwerpcertificaat, de hoogste graad in duurzaamheid. De woontoren heeft 21 verdiepingen en biedt plaats aan 52 luxe appartementen, met energie-opwekkende gevels. Eind 2018 is de bouw van dit iconi- sche gebouw aan de Amstel in Amsterdam gestart. Voor de constructie wordt in totaal 2.800 kuub vurenhout gebruikt uit Oostenrijk. Dat betekent dat er zo’n 2,0 miljoen kg CO 2 wordt vastgelegd. Dat compenseert het stroom- verbruik van ruim 2.000 huishoudens. Ander leuk feitje: er is ongeveer maar twee uur nodig om in de Oostenrijkse bossen 2.800 m 3 weer aan te laten groeien! Oostenrijk is namelijk voor 50% bedekt met bos. Het hout voor HAUT wordt gewonnen in duurzame productiebossen van Mayr-Melnhof. Het hout heeft een PEFC certificaat, een onaf - hankelijk Europees keurmerk ter bevorde- ring van duurzaam bosbeheer. Mayr-Melnhof gebruikt 95% vurenhout voor haar totale productie. Het hout wordt ver- zaagd en milieuvriendelijk verlijmd tot platen Cross Laminated Timber (CLT). Dunnebacke vertelt: “De platen CLT zijn maximaal 12 meter lang, 3 meter hoog en 30 cm dik. Na de productie gaan de CLT-platen per efficiënt beladen vrachtwagen op weg naar Amster- dam. Ze maken nog een tussenstop bij de fa- briek van de firma Brüninghoff in Duitsland, vlakbij de Nederlandse grens. Brüninghoff zorgt voor de gedetailleerde prefabricatie ten behoeve van HAUT. Daarna worden de maatwerkwanden en -vloeren naar Amster- dam vervoerd en zorgt Brüninghoff voor de montage op de bouwplaats.” HOOFDCONSTRUCTIE De hoofddraagconstructie is hybride: deze bestaat uit een kern van beton, hybride vloe- ren en houten wanden. Voor de stabiliteit is ook de eerste verdiepingsvloer in beton uit- gevoerd. Verder zijn gevelvullende houtske- letbouwelementen met veel glas toegepast. Onder het gebouw bevindt zich een tweel- aagse parkeergarage met 58 parkeerplaatsen en technische ruimten, bereikbaar via twee autoliften. “Wij zeggen altijd: materiaal moet je naar zijn kracht inzetten. Je moet niet krampachtig proberen om bijvoorbeeld de hele woontoren van hout te maken, als dat leidt tot zware overdimensionering”, zegt Dunnebacke. “In de fundering zat wel een uitdaging. Door de aanwezigheid van een verholen ‘theore- tisch’ dijklichaam deels onder het gebouw en kabels en leidingen, ligt de parkeergarage deels verschoven onder het gebouw. De punt van de toren die uit het gebouw steekt ligt daardoor niet boven de parkeerkelder en heeft daarom een eigen fundering.” De betonnen kern is opgetrokken met klim- kisten. “Het alternatief was prefab houten elementen. Maar die kern moet grote trek- krachten kunnen opvangen. De constructeur heeft berekend dat we dan zoveel stalen verbindingsstrippen nodig zouden hebben dat de CO 2 -winst in rook zou opgaan.” De vloeren hebben een hybride constructie: deze zogenoemde timber-concrete vloeren bestaan uit 160 mm CLT + 80 mm beton. Hierop ligt dan nog een zwevende dekvloer van 120 mm. Per verdieping zijn dertig vloe- relementen van 6 x 2,5 meter toegepast. “De vraag is natuurlijk waarom de vloeren niet volledig van hout zijn. Maar voor de geluidsis- olatie in combinatie met de schijfvorming is bij dit gebouw de betonnen tussen- laag nodig. Via koppelstaven in de houten deklaag worden de vloeren gekoppeld. Daarna worden de naden waterdicht afgestort. Daarnaast zijn de balkons aan de vloeren opgehangen en dat vraagt ook extra stabiliteit en ruimte om de trekwapening van de balkons op te nemen. Verder is de vloer- rand in de gevel op iedere verdieping voorzien van een betonnen sierlijst van Microbeton en die moet je dus ook aan de vloeren ophangen. Tot slot willen we trillingen voorkomen, doordat het gebouw vlakbij de spoorlijn ligt naar Station Amsterdam Amstel.” De verspringende balkons zijn opgebouwd uit een staalconstructie met cellenbeton bal- konvloer. Waarom niet de keuze voor hout? “We passen in deze woontoren kruislaaghout bouwdelen toe. Die delen wil je liever binnen de thermische schil hebben, om ze tegen weer en wind te beschermen. Vooral bij hoogbouw kunnen de houten constructies namelijk gaan werken en dat wil je niet bij een woontoren van 73 meter: constructief en esthetisch niet. Tijdens de bouw zorgen we er ook voor dat de houtconstructie niet te lang aan regen wordt blootgesteld. Toch is er aan de buitenzijde wel degelijk hout te zien, omdat we de onderzijde van de balkons en uitstekende constructiedelen hebben voorzien van hout.” AFBOUW De toekomstige bewoners beleven het hout, doordat de houten onderzijde van de vloe- ren, oftewel de plafonds van de woningen, in het zicht blijft. Ook in de trappenhuizen en verkeersruimten is veel hout te zien. Dat is niet het geval bij de houten wanden, omdat daar voorzetwanden zijn gebruikt voor onder  De toekomstige bewoners beleven het hout, doordat de houten onderzijde van de vloeren, oftewel de plafonds van de woningen, in het zicht blijft. Dat is niet het geval bij de houten wanden – die op de foto nog zijn te zien - omdat daar voorzetwanden komen voor onder meer brandveiligheid en het weg- werken van het leidingwerk.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=