BouwTotaal 09 - 2020

13 NUMMER 9 / SEPTEMBER 2020 ACTUEEL Slimme ramen besparen tot 22% energie Het gebruik van energiezui- nige slimme ramen kan tot een energiebesparing van 22% leiden ten opzichte van het gebruik van onbehandeld vensterglas. Dit blijkt uit een onderzoek waarin de presta- ties van door TNO ontwikkelde thermochrome ramen met behulp van een simulatiemodel vergeleken zijn met de pres- taties van commercieel be- schikbare ramen. In het model werden diverse raamsoorten in een prototype woning getest onder verschillende klimatolo- gische omstandigheden. De gebouwde omgeving is wereldwijd ver- antwoordelijk voor ongeveer een derde van het totale energieverbruik en CO 2 -emissie. Een groot deel van deze energie, 50%, wordt gebruikt voor het verwarmen en koelen van gebouwen. Het gebruik van energiezui- nige ramen kan dit drastisch verminderen. In een onderzoek naar de efficiency van deze ramen, zijn simulaties uitgevoerd op een prototype vrijstaande woning met zes soorten ramen. Daarnaast is de energiecon- sumptie gesimuleerd van het huis voor tien verschillende locaties in diverse klimaat- zones, variërend van een heet klimaat naar gematigd en koud. SLIMME SCHAKELBARE RAMEN De slimme thermochrome ramen, die TNO heeft ontwikkeld, kunnen door een aan- gebrachte onzichtbare coating schakelen tussen het doorlaten van warmtestraling van de zon bij lage temperaturen (in de winter) en het tegenhouden ervan bij hoge tempe- raturen (in de zomer). De eigenschappen van de coating veranderen door temperatuurs- verandering van het glas waardoor dit effect ontstaat (bij een bepaalde temperatuur wijzigt de kristalstructuur van de coating). Daardoor blijft de warmte in de zomer buiten en in de winter binnen en dat scheelt beduidend in de kosten voor verwarming en koeling. Pascal Buskens, principal scientist innovatieve materialen bij TNO: “Onze coating is uniek. De meeste partijen die zich met schakelbare ramen bezighouden, richten zich op elektrisch geschakelde systemen. Die zijn over het algemeen veel complexer en duurder en moeten door de gebruiker zelf geschakeld worden.” ENERGIEBESPARING De resultaten van de simulatie tonen aan dat de nieuw ontwikkelde ramen kunnen leiden tot een jaarlijkse energiebesparing van 22% in vergelijking met onbehandeld venster- glas. Verder laten de simulaties zien dat het gebruik van dit nieuwe beglazingssysteem in Nederland kan leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing van € 638,- per woning (172 m 2 waarbij 25% van de gevel bestaat uit ramen), en tot een jaarlijkse landelijke CO 2 -besparing van 4,5 miljoen ton. Overi- gens zal, om een meer accurate inschatting van de energiebesparing per vierkante meter te kunnen maken, verder onderzoek moeten worden gedaan naar bijvoorbeeld de effecten bij rijtjeshuizen. Pascal Buskens: “Nu begint de opschaling van lab naar pilotschaal, en vervolgens de doorontwikkeling naar een marktrijp product. De verwachting is dat de ramen over 3 à 4 jaar op de markt gebracht kunnen worden. De kosten van het product zijn zeer laag in vergelijking met andere (schakelende) glascoatings. Onze inschatting is dat een terugverdientijd van zeven jaar mogelijk zou moeten zijn. Dat is vergelijkbaar met zonnepanelen.” Eerste Nederlandse praktijktest met waterstof c.v.-systemen Proefopstelling intern met de drie type leidin - gen (koper, RVS en multilayer kunststof) van VSH. Foto: HSF. HSF neemt deel aan de eerste Nederlandse praktijktest van water- stoftechnologie voor woningen. De drie maanden durende test vindt plaats in een proefopstelling van EnTranCe op het terrein van de Hanzehogeschool Groningen. In de proeftuin worden drie waterstof c.v.-ketels getest met waterstofleidingsystemen van HSF. De resulta - ten moeten een veilige werking in woonwijken helpen garanderen en een grootschalige toepassing van waterstof mogelijk maken. Waterstof is een kansrijk alternatief voor aardgas. Diverse fabrikanten brengen installatietechnische producten op de markt die geschikt zijn voor waterstof. Maar hoe werken ze in de praktijk? Welke technische infrastructuur is nodig voor een veilige wer- king in de bebouwde omgeving? Om dat soort vragen te beantwoorden, start EnTranCe binnenkort een test met c.v.-ketels (Bekaert) en leidingsystemen (HSF, VSH) die geschikt zijn voor waterstof. De uitkomsten worden primair benut voor de eerste waterstofwoon- wijk van honderd woningen, Nijstad-Oost in Hoogeveen, waarvan de bouw al in 2021 moet starten. FUNCTIONEEL TESTEN “Wij zijn blij dat we in dit testproject kunnen participeren”, zegt Alexander Barend- regt, Project Manager bij HSF. “Het is een volgende stap in de transitie naar een aardgasloze energievoorziening en er is veel belangstelling voor deze praktijktest, ook vanuit het buitenland.” Vorig jaar had HSF al een wereldprimeur met de KIWA presta- tieverklaring voor vijf gasnetproducten overeenkomstig de nieuwe keuringseis KE 214 voor waterstof. “Maar nu gaan we functi- oneel testen of deze producten als compleet leidingsysteem veilig werken.” HSF levert de externe leidingen en zusterbedrijf VSH de interne leidingen voor de duurtest. Beide bedrijven zijn onderdeel van Aalberts. INTERNE ÉN EXTERNE LEIDINGEN De test vindt plaats in drie containers met c.v.-ketels die vanuit externe tanks van wa- terstof worden voorzien. De c.v.-installaties hebben een zelfde leidinglengte, maar een verschillende binneninstallatie, om zo vari- abel mogelijk testdata te kunnen vergaren. Ze zullen drie maanden met intermitterende cycli draaien. “Wij testen het waterstoftrans- port vooral op veiligheid en letten op zaken die eventueel optreden, zoals drukverlies, lekkages en geluidsoverlast.” Doekle Terpstra nieuw boegbeeld BTIC Symbolisch draagt Maxime Verhagen (links) een innovatieve bouwhelm over aan zijn opvolger Doekle Terpstra (rechts), voorzitter Techniek Nederland met de woorden: “Ik ben ervan overtuigd dat Doekle innovatie en veilig - heid ook in de toekomst kan waarborgen.” Het Bouw- en Techniek Inno- vatiecentrum is een jaar actief. Dat werd gevierd met een live streaming event: BTIC Talks - Inspiratie voor Innovatie, op donderdag 25 juni. Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland en afgelopen jaar boegbeeld van het BTIC, is het meest trots dat in de hele bouwsector een enthousiasme en dynamiek gekomen is van ‘samen kunnen we het oplos- sen’. Doekle Terpstra nam als symbolische overdracht een ontsmette helm op 1,5 meter afstand in ontvangst van Maxime: “Om de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd aan te kunnen is innovatie onontbeerlijk. Innoveren kunnen we niet alleen. We moeten het samen doen; iedereen in de keten is no- dig. Met een integrale aanpak voor de bouw-, ontwerp- en technieksector. Dankzij inno- vatie kunnen we slimmer samenwerken, een productiviteitssprong maken en zorgen voor een eindproduct dat in alle opzichten voldoet aan de wensen van de eindklant. Dat besef wil ik als boegbeeld en ambassadeur van het BTIC uitdragen. Ik weet dat innovatie dankzij de inzet van Maxime hoog op de agenda staat. Nu gaat het erom het onderwerp ook hoog op de agenda te houden. Er is urgentie, dit is niet vrijblijvend.” Het belang van gezamenlijke innovatie werd door Ferdi Licher, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderstreept. BernardWientjes van De Bouwagenda, geestelijk vader van het BTIC, benoemde via een ZOOM-verbinding dat innovatie de hoeksteen is waarmee je kunt zorgen dat in combinatie met grootschalig- heid en kostprijsverlaging in 2050 de hele gebouwde omgeving CO 2 -vrij is. De drie MT-leden van het BTIC schoven aan bij tafel- gasten die inspireerden tot innoveren. OVER HET BTIC Het Bouw en Techniek Innovatiecentrum is het vliegwiel voor bouw-, ontwerp- en techniekinnovatie. Het bundelt innova- tie-uitvragen vanuit de overheid, innovatie- behoeftes vanuit de markt en toegepaste onderzoekstrajecten vanuit kennisinstellin- gen in publiek-private, meerjarige Kennis- en Innovatieprogramma’s. Door een effici - ënter, gebundeld innovatieproces kunnen innovaties versneld en op grote schaal tot stand komen om de grote maatschappelijke opgaven op te lossen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=