BouwTotaal 4 - 2020

29 ACTUEEL Milieuprestatie gebouwen (MPG) op 1 januari 2021 naar 0,8 Minister Raymond Knops van het ministerie BZK is voorne- mens om per 1-1-2021 de Mi- lieuprestatie gebouwen (MPG) voor woningen aan te scher- pen van 1,0 naar 0,8. Daar- na wordt de MPG tot 2030 ver- der aangescherpt naar 0,5. Dit staat toegelicht in de Ver- zamelversie wijziging Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) die tot 21 maart ter con- sulatie is voorgelegd. De Lente-akkoord partners NEPROM, NVB, Bouwend Nederland en Aedes laten weten in een reactie naar de minister tevreden te zijn met de aan- scherping. De partners vinden het wel een omissie dat de financiële gevolgen voor de bouw en het effect op de prijs van gebouwen nauwelijks een rol heeft gespeeld in de overweging om de MPG aan te scherpen. Voor een verdere aanscherping zien zij graag dat eerst meer onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid en de kosten. Gebreken in MPG-methodiek De partners noemen ook een aantal tekortkomingen in de MPG-methodiek die in de komende periode eerst verholpen moeten worden voordat verdere aanscherping plaats kan vinden. De MPG in de huidige vorm leidt volgens de briefschrijvers onvoldoende tot het daadwerkelijk terugbrengen van de milieubelasting van materialen en frustreert vooral het bouwproces. De tekortkomingen die genoemd wor- den zijn: 1. Nationale Milieu Database nog steeds onvoldoende gevuld Groot zorgpunt zijn de installaties en zonnepanelen, die het grootste deel van de milieuprestatie bepalen, maar onvoldoende zijn opgenomen in de NMD. Een oplossing is om ook de inter- nationale EPD (Environmental Product Declaration) toepasbaar en beschikbaar te maken binnen de MPG. Leveranciers van bouwmaterialen in omliggende landen hanteren vaak al de EPD. 2. Biobased oplossingen onvoldoende gewaardeerd Biobased oplossingen of andere oplossingen met een lage milieube- lasting, zoals veel houten onderdelen, ontbreken in de NMD categorie 1. Dat komt doordat de (vaak kleinschalige) fabrikanten minder financiële mogelijk- heden hebben om het traject voor een LCA te bekostigen om uiteindelijk een productkaart categorie 1 te verwerven. Ook gaat het om vele verschillende pro- ducten, die alle een eigen LCA vergen. 3. MPG is niet geschikt voor beoordeling circulariteit Vóór de keuze voor specifieke materia- len, zijn de ontwerpbeslissingen zijnde demontabel, flexibel, tijdelijk, herbruik- baar, lange levensduur, onderhouds- arme detaillering van componenten, van veel groter belang voor de milieu- belasting. Deze mogelijkheden zouden worden verwerkt in de MPG-verbetering van juli 2019. Naar wat de lente-akkoord leden melden is dit echter slechts minimaal gebeurd. Hiervoor is ener- zijds focus op een ander schaalniveau nodig: het waarderen van hergebruik op gebouw- en componentniveau. An- derzijds is er focus nodig op levensduur verlengende detaillering of ontwerpen. De partners moeten concluderen dat circulariteit niet alleen om materialen gaat, dat de bouw niet circulair wordt door sturing met alleen de MPG, èn dat circulariteit niet in een rekentool als MPG kan worden ondergebracht. 4. Maak onderscheid in milieubelasting materialen en milieuwinst door circulariteit De briefschrijvers delen de mening van platform CB’23 dat de doelen van circulair bouwen onvoldoende worden belicht door alleen te sturen op de MPG. Halvering van de MPG naar 0,5 in 2030 betekent niet automatisch dat de bouw dan 50% circulair is, terwijl dat wel de ambitie is. De MPG belicht de milieuk- waliteit, maar zegt niets specifieks over het gebruik en verlies van materialen en het verlies en behoud van waarde. CB’23 heeft aangegeven dat op basis van of naast de milieuprestatie behoefte is aan een specifieke set indicatoren voor de mate van circulariteit van bouw- werken, die in combinatie met de MPG functioneert. 5. MPG leidt in huidige vorm tot suboptimale ontwerpen Het verder aanscherpen van MPG kan in de praktijk leiden tot suboptimale ont- werpen met een lagere functionaliteit, esthetische waarde en/of levensduur. Voorbeelden waar dat aan de orde is: verspringen in de gevels, erkers, uitbouwen, vides, overstekken en grotere verdiepingshoogten. Dergelijke ontwerpkeuzes leiden tot een slechtere MPG en worden daardoor ontmoedigd en bij het verder aanscherpen van de MPG bij bepaalde woningtypen feitelijk onmogelijk gemaakt. Dat kan leiden tot verschraling van gebouwen. Vervolg Het is volgens de Lente-akkoord part- ners van groot belang dat deze knel- punten voortvarend worden aangepakt. Een en ander vergt een andere systee- maanpak van het vullen van de NMD, het berekenen van de MPG en voor het waarderen van circulariteit. Daarnaast verzoekt men de minister te bevorderen dat de bouwsector de beschikking krijgt over een set van indicatoren om circulair bouwen te bevorderen. Tenslotte pleiten de partners voor het zorgvuldig monitoren van de toepassing van de MPG-methodiek in de ontwerp- en bouwpraktijk. De ontwerpkeuzes en materiaalkeuzes, en de consequenties daarvan voor energiegebruik, circula- riteit, functionaliteit, esthetiek, levens- duur en dergelijke moeten inzichtelijk worden. De resultaten van de monito- ring kunnen leiden tot aanpassing en verbetering van de MPG-methodiek en van de bouwpraktijk. Rekenregels MPG in norm De rekenregels voor de MPG zijn gedefinieerd in de NEN-EN 15978 ‘Duurzaamheid van constructies - Beoordeling van milieuprestaties van gebouwen – Rekenmethode’.  Strobouw Zoutelande. ORIO architecten.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=